Sahariels schrijfwedstrijd! // Opdracht 1
Elijah hing die avond net zoals vele andere avonden gebogen over de rollen perkament. De afgelopen jaren waren vermoeiend geweest, jaren zoals hij ze nog nooit had beleefd. Zijn avonturen waren over. Hij kon enkel wachtten om te sterven. Zijn levensmissie was voltooid.
Jarenlang had hij zijn leven gewijd aan het onderzoeken van onbekende gebieden, gebieden waar de gewone mens geen weet van had. Zijn wereld ging verder dan die wat het oog ging zien. Hij was de man die de mooiste verhalen achterna ging. Verhalen over dingen als Atlanta, dingen die niemand anders dan hij zou hebben geloofd. Samen met zijn team – zijn vrienden – was hij daarachter aan gegaan. Hij had gedoken onder de koraalriffen, hij was verder gegaan dan enkel ander mens was geweest. Door zijn bloedlijn had hij informatie doorgekregen over hoe hij de twaalf plekken moest vinden die allen met elkaar waren verbonden. Het was aan hem en zijn vrienden de taak geweest om ze te vinden, om de tekens met elkaar te verbinden. Hiervoor was hij afgereisd naar het onmogelijke. Hij had oog en oog gestaan met draken, luchtkastelen en mensen met staarten. Elke plek was bijzonder.
In zijn vroege jeugd was hij al afgereisd naar de Noordpool en later verder dan dat land. Via de gaten die waren openbarst in de aarde was hij omlaag geklommen. Dat was niet simpel geweest. Zijn vriend Silas was bijna gevallen en gestorven voordat ze ook maar waren aangekomen op hun bestemming. Elijah had kunnen redden. Ze hadden elkaar altijd kunnen redden.
Onder Alaska was er een land vol met sneeuw en ijs verborgen, er waren wezens met tanden als ijspegels, haar als sneeuw. Het was een gevaarlijke plek. Hoe lang Elijah en zijn vrienden er ook waren, er was geen teken wat ze konden vinden om te verzamelen. Uiteindelijk – na een hele lange tijd – kregen ze het eindelijk door. Zij moesten alle plekken waar ze heen reizen tekenen. Hun nalatenschap aan de mensheid was om de onbekende gebieden bekend te maken.
En dat was pas waar het echte avontuur begon.
Elijah en zijn vrienden begonnen met het maken van kaarten van het ijs-gebied. Dat was in alle vormen van dien. Schetsen, wereldbollen. Kaarten van dichtbij en kaarten van ver weg. En zodra ze klaar waren, gingen ze opzoek naar de volgende plek, en degene die daarna volgde.
Elijah zocht de zeemeerminnen op, waar zijn vriend Jason een middel ontwierp wat hield tegen een bekende ziekte daar – een ziekte waar Elijah en Silas ook aan leden. Dat soort dingen lieten hun vertraging oplopen, maar dat waren ook dingen die Elijah pas echt liet voelen wat leven was. Op de weg vond hij velen vrienden en zelfs verliefdheden. Het bovennatuurlijke wezen Manicelikana was meteen gevallen voor hem. Het meisje woonde in een wereld waar de bomen oranje waren en de wolken roze. Haar huidskleur was paars en haar haar was blauw, maar dat maakte haar niet minder beeldschoon. Mani en Elijah werden gelukkig voor een lange tijd, maar uiteindelijk stierf zij in zijn armen. Hij was ongelofelijk bedroefd door de dood van zijn liefde. Hij bleef nog een tijd in het gebied waar de kleuren niet normaal waren. Al de kaarten van dit gebied waren met liefde getekend, met meer zorg dan de anderen ooit zouden krijgen.
Maar uiteindelijk moesten ze verder reizen, weg van het lichaam van Mani, op naar de liefde van Jason – het meisje wie kon vliegen. Sunnat was haar naam. Ze was mooier dan een engel. Haar haar schitterde in de zon en haar huid was zacht, maar tegelijkertijd ook hard als een kristal. Het was een plek vergelijkbaar aan de hemel. Elijah vond het heerlijk toen ook hij leerde vliegen, terwijl dat hij ondertussen het gezicht van Mani in de wolken naar hem zag staren. De kaarten waren hier moeilijk voor te maken. De grond was net een wolk, hij verschoof zodra hij de kans kreeg. Toen Elijah en zijn vrienden hier een lange tijd doorbrachten, ontdekten ze een patroon in het bewegen van de wolken. En toen ontworpen ze een soort wereldbol die in kleine stukjes op elkaar werd gebouwd, de verschillende onderdelen konden verschoven en verplaatst worden op een bepaald ritme, hetzelfde ritme als hetgeen wat de wolken liet bewegen.
Na die plek volgde nog vele plekken. Plekken die altijd verborgen hadden weten te blijven voor de mens, maar waar nu kaarten van bestonden. En zo komen we ook aan bij het einde van Elijah.
Jaren nadat zijn vrienden het leven hadden gelaten was hij als enige overgebleven. Hij zit nu in zijn kamer, net zoals elke andere dag. De kamer waar hij de tekenen verbind, de tekenen die samen een geheel nieuwe wereld zullen vormen. Hij weet dat hij ooit zou sterven. Hij is oud en zijn haar is grijs, er is niet veel tijd meer voor hem. Maar die tijd heeft hij wel gehad, en in die tijd heeft hij ongelofelijke dingen gedaan.
Jarenlang had hij zijn leven gewijd aan het onderzoeken van onbekende gebieden, gebieden waar de gewone mens geen weet van had. Zijn wereld ging verder dan die wat het oog ging zien. Hij was de man die de mooiste verhalen achterna ging. Verhalen over dingen als Atlanta, dingen die niemand anders dan hij zou hebben geloofd. Samen met zijn team – zijn vrienden – was hij daarachter aan gegaan. Hij had gedoken onder de koraalriffen, hij was verder gegaan dan enkel ander mens was geweest. Door zijn bloedlijn had hij informatie doorgekregen over hoe hij de twaalf plekken moest vinden die allen met elkaar waren verbonden. Het was aan hem en zijn vrienden de taak geweest om ze te vinden, om de tekens met elkaar te verbinden. Hiervoor was hij afgereisd naar het onmogelijke. Hij had oog en oog gestaan met draken, luchtkastelen en mensen met staarten. Elke plek was bijzonder.
In zijn vroege jeugd was hij al afgereisd naar de Noordpool en later verder dan dat land. Via de gaten die waren openbarst in de aarde was hij omlaag geklommen. Dat was niet simpel geweest. Zijn vriend Silas was bijna gevallen en gestorven voordat ze ook maar waren aangekomen op hun bestemming. Elijah had kunnen redden. Ze hadden elkaar altijd kunnen redden.
Onder Alaska was er een land vol met sneeuw en ijs verborgen, er waren wezens met tanden als ijspegels, haar als sneeuw. Het was een gevaarlijke plek. Hoe lang Elijah en zijn vrienden er ook waren, er was geen teken wat ze konden vinden om te verzamelen. Uiteindelijk – na een hele lange tijd – kregen ze het eindelijk door. Zij moesten alle plekken waar ze heen reizen tekenen. Hun nalatenschap aan de mensheid was om de onbekende gebieden bekend te maken.
En dat was pas waar het echte avontuur begon.
Elijah en zijn vrienden begonnen met het maken van kaarten van het ijs-gebied. Dat was in alle vormen van dien. Schetsen, wereldbollen. Kaarten van dichtbij en kaarten van ver weg. En zodra ze klaar waren, gingen ze opzoek naar de volgende plek, en degene die daarna volgde.
Elijah zocht de zeemeerminnen op, waar zijn vriend Jason een middel ontwierp wat hield tegen een bekende ziekte daar – een ziekte waar Elijah en Silas ook aan leden. Dat soort dingen lieten hun vertraging oplopen, maar dat waren ook dingen die Elijah pas echt liet voelen wat leven was. Op de weg vond hij velen vrienden en zelfs verliefdheden. Het bovennatuurlijke wezen Manicelikana was meteen gevallen voor hem. Het meisje woonde in een wereld waar de bomen oranje waren en de wolken roze. Haar huidskleur was paars en haar haar was blauw, maar dat maakte haar niet minder beeldschoon. Mani en Elijah werden gelukkig voor een lange tijd, maar uiteindelijk stierf zij in zijn armen. Hij was ongelofelijk bedroefd door de dood van zijn liefde. Hij bleef nog een tijd in het gebied waar de kleuren niet normaal waren. Al de kaarten van dit gebied waren met liefde getekend, met meer zorg dan de anderen ooit zouden krijgen.
Maar uiteindelijk moesten ze verder reizen, weg van het lichaam van Mani, op naar de liefde van Jason – het meisje wie kon vliegen. Sunnat was haar naam. Ze was mooier dan een engel. Haar haar schitterde in de zon en haar huid was zacht, maar tegelijkertijd ook hard als een kristal. Het was een plek vergelijkbaar aan de hemel. Elijah vond het heerlijk toen ook hij leerde vliegen, terwijl dat hij ondertussen het gezicht van Mani in de wolken naar hem zag staren. De kaarten waren hier moeilijk voor te maken. De grond was net een wolk, hij verschoof zodra hij de kans kreeg. Toen Elijah en zijn vrienden hier een lange tijd doorbrachten, ontdekten ze een patroon in het bewegen van de wolken. En toen ontworpen ze een soort wereldbol die in kleine stukjes op elkaar werd gebouwd, de verschillende onderdelen konden verschoven en verplaatst worden op een bepaald ritme, hetzelfde ritme als hetgeen wat de wolken liet bewegen.
Na die plek volgde nog vele plekken. Plekken die altijd verborgen hadden weten te blijven voor de mens, maar waar nu kaarten van bestonden. En zo komen we ook aan bij het einde van Elijah.
Jaren nadat zijn vrienden het leven hadden gelaten was hij als enige overgebleven. Hij zit nu in zijn kamer, net zoals elke andere dag. De kamer waar hij de tekenen verbind, de tekenen die samen een geheel nieuwe wereld zullen vormen. Hij weet dat hij ooit zou sterven. Hij is oud en zijn haar is grijs, er is niet veel tijd meer voor hem. Maar die tijd heeft hij wel gehad, en in die tijd heeft hij ongelofelijke dingen gedaan.
Er zijn nog geen reacties.