De volgende ochtend dringt de geur van vlees mijn neus in. Langzaam kom ik overeind. Ik knipper met mijn ogen en krijg weer goed zicht. Jacob zit bij het vuur een stuk vlees te roosteren. Als hij ziet dat ik wakker ben, schenkt hij mij een glimlach.
‘Goedemorgen prinses! Goed geslapen?’ Ik knik en sla de deken van me af.
‘Ik ga wat water halen.’ Jacob knikt.
‘Dat is goed. Doe je voorzichtig?’ vraagt hij.
‘Tuurlijk! Ik ben altijd voorzichtig.’ zeg ik trots. Jacob schiet in de lach en ik volg.
‘Ik ben straks terug. Laat het niet verbranden.’ Mijn huisgenoot knikt en ik loop met een emmer in mijn hand naar buiten. De frisse geur van ochtend dauw dringt mijn neus in. Ik glimlach en huppel naar de rivier. Daar aan gekomen laat ik de emmer in het water zakken. Aan de andere kant van de rivier staan de jongens.
‘JARA!!!’ gilt Louis. Ik lach en zwaai naar ze. Met een volle emmer water loop ik terug.
‘WAAAAACHT!!!’ schreeuwt Louis weer. Ik zwaai nog eens en hol dan naar de grot. Jacob zit buiten op me te wachten met twee stukken vlees. Als hij mijn ziet, verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht.
‘Kijk eens! En niet verbrand!’ zegt hij trots. Ik grinnik en hou de emmer omhoog.
‘Kijk eens! En niet gewond!’ zeg ik op de zelfde toon. We schieten in de lach en ik ga naast hem zitten. Jacob geeft me het stuk vlees aan en ik pak het dankbaar aan. Ik neem een hap en sluit genietend mijn ogen. Dit. Is. Heerlijk.

Tegen de middag is het bloedheet. Jacob en ik zitten te puffen.
‘Zullen we zwemmen?’ vraag ik hem. De man kijkt me verbaasd aan.
‘Zwemmen?! Kan dat?!’ Ik knik en Jacob lijkt net een kleuter.
‘Kom op! Kom op! Ik wil zwemmen!’ gilt hij opgewonden. Ik lach en samen rennen we naar de rivier.
‘Mag je eigenlijk wel zwemmen met verband?’ vraag ik. Jacob haalt zijn schouders op.
‘Dat zien we zo.’ En met die woorden duikt hij het water in. Gillend komt hij boven water.
‘KOUD!!!’ gilt hij. Ik schiet in de lach en rol over de grond heen. Jacob gromt en hij sleept me het water in. Als ik erin lig, doe ik alsof het ijskoud is.
‘AAAAAAAAAH!!!’ gil ik. Nu is Jacob die gene die lacht. Maar mijn zin is nog niet af.
‘Lekker warm.’ zeg ik en laat me op mijn rug drijven. De man kijkt me verbaasd aan.
‘Ik woon hier al mijn hele leven. Ik ben er aan gewend.’ zeg ik terwijl ik mijn schouders op haal.
‘Hoe oud ben je dan?’
’20. En jij?’
’21.’ Ik knik. Met mijn ogen tot spleetjes spetter ik hem nat. Hij kijkt me lachend aan en gooit me met een boog veder in het water. Lachend kom ik boven en zwem naar hem toe. Na nog een tijdje te hebben gestoeid sla ik mijn armen om hem heen. Jacob doet hetzelfde. Genietend sluit ik mijn ogen. Zijn hartslag gaat keurig op en neer. Zachtjes steelt hij mijn rug. Mijn natte jurk blijft aan mijn huid plakken. Maar dat is niet erg. Twee zachte lippen worden op mijn voorhoofd gedrukt. Hij zucht.
‘Zijn wij de enige?’ vraagt hij plotseling. Ik denk na.
‘Ik heb echt geen idee. Misschien zijn er nog andere. We zullen bij de volgende volle maan weer moeten huilen. Misschien vinden we er dan meer.’ mompel ik bedenkelijk.
‘Dat duurt nog een maand.’ zucht Jacob ongeduldig.
‘Potje ongeduld.’
‘Ten eerst, ik ben geen potje, maar een wolf-mens. Ten tweede, past er geen enkele deksel op mij. En ten derde ben ik niet van glas.’ Ik grinnik en por in zijn zij, waardoor hij een spastische beweging maakt.
‘Je zult toch echt moeten wachten.’ lach ik. Na nog een tijdje te hebben gezwommen, klimmen we op de steen en laten ons opwarmen door de zon.
‘JARA!!!’ Overduidelijk Louis. Ik kijk op en zie vijf jongens op ons af lopen. Met een picknickmand. Jacob verstijft en gromt zachtjes. Ik kijk hem geschrokken aan en leg kalmerend mijn hand op zijn boven arm.
‘Rustig.’ Fluister ik. Even kijkt Jacob me boos aan, maar dan zucht hij en slaat beschermend een arm om me heen. Het verband schuurt over mijn zachte huid. Liam kijkt naar Jacob’s verband en hij knijpt zijn ogen tot spleetjes terwijl zijn hersenen op topsnelheid werken. Louis loopt naar Jacob toe en steekt zijn hand uit.
‘Louis de geweldige geweldige. Maar je mag me Louis noemen hoor.’ zegt hij op een gek toontje. Ik giechel en een kleine glimlach verschijnt op Liam’s gezicht. Why? I guess we will never know. Jacob kijkt even naar zijn hand en pakt hem dan twijfelend aan. Ik glimlach en knijp bemoedigend in zijn arm. Jacob grinnikt en drukt een kus op mijn slaap. Liam’s mondhoeken gaan automatisch naar beneden en hij wend zijn blik af. Zag ik nou... Tranen?

Nadat de andere jongens zich hadden voorgesteld aan Jacob, gaat Louis naast me zitten en zegt vrolijk:
‘We gaan picknicken met een picknick-mand in een picknick-wei.’ Hij trekt een gek gezicht en ik schiet in de lach. Jacob en de jongens volgen. Als we uitgelachen zijn, trekt Louis weer een serieus gezicht.
‘Maar gaan jullie mee?’ Vragend kijkt hij ons aan. Ik werp een blik op Jacobs gezicht dat angstig kalm staat.
Je doet hem ook maar iets aan en ik breek je nek.’ Jaha, je leest het goed. Jacob en ik kunnen communiceren via gedachten. Beledigd kijkt de man me aan.
‘Hoezo?’
‘Je kijkt hem zo eng aan.’

‘Oh... Sorry?’ Ik grinnik.
‘Maar gaan we met ze mee?’ Jacob twijfelt, maar knikt dan. Een glimlach van hier tot Tokyo verschijnt op mijn gezicht en ik wend me weer op Louis.
‘We gaan mee.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen