Foto bij Proloog

“Suri, het diner wordt opgediend. Laat zijne majesteit niet wachten!” Ik draai me om met een spelende glimlach om mijn lippen en staar Salim ongelovig in de ogen. “Zijne majesteit?” Meteen proest ik het uit van het lachen en loop naar Salim toe met opgetrokken jurk. Zoals je misschien wel al door hebt ben ik Suri, een jongedame van negentien jaar, die al haar hele leven in een paleis woont. Die ‘majesteit’ waarover Salim het heeft, is dus mijn vader. Koning Shah Khan, getrouwd met mijn moeder Taraneh Khan. Ik wandel samen met Salim, mijn arm in de zijne gehaakt, naar de grote eetzaal op het einde van de gang. Het avondlicht, de restjes van de ondergaande zon, valt in fijne strepen door het gekleurde glas van de ramen. Mijn lage hakken tikken gehaast, maar zachtjes op de betegelde vloer. “Zijne majesteit, de koningin en uw zussen zitten al op u te wachten.” “Dat wordt dus weer een preek.” Salim grinnikt bijna geluidloos terwijl hij de bombastisch versierde eikenhouten deur opentrekt. “Smakelijk.” “Bedankt.” Ik knijp nog eens bemoedigend in zijn rechterarm en loop dan, zachtjes tikkend, de eetzaal binnen. “Mijn lieve, laatste dochter van zeven, neem plaats.” Met een zoete, onschuldige glimlach ga ik naast Latika, één van mijn zes oudere zussen zitten en neem al haastig mijn bestek in mijn handen. “Je zult nog even moeten wachten, het eten wordt zo opgediend.” “Wie weet krijg jij wel geen eten. Je bent altijd te laat!” Valt Shazia Soraya in de rede. “Meiden, aan tafel wordt niet gediscussieerd.” Mijn moeder, die altijd met een brede glimlach blijft kijken, neemt haar glas water op en begint te drinken. Farkonda, Mikhaela en Daraya, de andere drie van mijn oudere zussen, volgen meteen haar voorbeeld en daarna volgt de rest. Ikzelf neem een kleine slok, laat het water even ronddraaien door een korte polsbeweging en zet mijn glas dan weer op de tafel neer. “Jij kent dus echt geen etiquette!” “Hou toch je kop, Shazia.” Als jongste van zeven dochters, moet ik me wel eens van een andere kant tonen. Ik kan niet altijd het lieve, gehoorzame prinsesje spelen met hen in de buurt. Veelal noemen mijn zussen me bazig en eigenwijs, maar alles wat ze mij noemen, past evenwel bij hen. Behalve het mondige aspect van mijn karakter dan. Ik ben de enigste, die in zou gaan tegen mijn vaders wensen. Over het algemeen ben ik té mondig, maar als je je in een dergelijke situatie als mij bevindt, dan moet je wel eens voor jezelf opkomen of je bent snel vergeten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen