1 september 1939
The corner, het plaatselijke cafeetje waar ik werkte begon vol te lopen. Altijd rond twaalf uur kwam er een stroom van mensen binnen. Ze wilden bijna allemaal koffie of thee en als het kon een sandwich. Het scheelde dat bijna alle bestellingen hetzelfde waren en dat we vaste klanten hadden. Dit maakte het werk veel gemakkelijker. ‘Rosza neem jij tafel 1, 2, 3 en 4?’ ik knikte. Ik had standaard die tafels. Het waren de drukste tafels.
Eindelijk was iedereen voorzien van datgene dat ze hadden bestelt. Ik veegde vlug het zweet van mijn voorhoofd. Het was toch altijd wel heel druk. Ik nam zelf even een kopje koffie. Isobelle, mijn collega vond het kennelijk een goed idee. Ze deed hetzelfde. ‘Misschien dat het vanmiddag wel wat rustiger is.’ Zei Isobelle. Ik was ergens blij met deze drukte. De kans dat ik nu mijn baan kwijt zou raken was klein. Er was veel werk en de zaak liep goed, heel goed. Langzamerhand konden we beginnen met de tafels leeg te halen. De dag vloog voorbij.
4 september 1939
Ik deed de radio aan. ik roerde met het lepeltje door de thee. Mijn ouders hoorden al thuis te zijn. ik begon me af te vragen waar ze bleven. We dronken altijd omstreeks dit tijdstip thee. Er werd dan ook verwacht dat je er was. Enkel wanneer je werd verhinderd door werk of iets anders dat echt noodzakelijk was, hoefde je niet te komen. Maar dan moest je dat van te voren wel aangeven. Mijn vader was nogal gebrand op de sociale momenten in een dag. Dan te bedenken dat hij zich er nu zelf niet aan houdt. Er lag geen briefje dat ze niet zouden komen voor de thee. Ik besloot om nu toch maar gewoon aan mijn thee te beginnen. Het begon al wat koud te worden. Dat was natuurlijk ook zonde. Ik nam een koekje uit de trommel. Net op dat moment hoorde ik de voordeur opengaan. ‘vader, moeder?’ vroeg ik bezorgd. ‘We zijn thuis.’ Hoorde ik mijn moeder zeggen. Ik zuchtte van opluchting. Het was namelijk niks voor hen om te laat te komen. ‘Ik ben al begonnen aan de thee.’ Zei ik eerlijk. Ik nam de twee lege kopjes voor me en vulde ze met thee. Ik deed het kopje terug op een schoteltje en legde er een koekje naast. ‘Waarom duurde het zo lang.’ Vroeg ik verbaasd. Vader ging zitten. Zijn gezicht leek ergens bezorgd. ‘Is er iets vader?’ vader zuchtte en legde zijn hoofd in zijn handen. ‘Het verenigd koninkrijk en Frankrijk hebben gisteren de oorlog verklaard aan Duitsland. Na dat de Duitsers drie dagen geleden Polen binnen zijn gedrongen hebben ze besloten de oorlog te verklaren. Waar gaat deze wereld naar toe.’ Zuchtte mijn vader. Ik keek hem geschrokken aan. ‘De oorlog verklaard? Maar dat is in Europa, daar hebben wij geen last van.’ Vader schudde zijn hoofd. ‘je weet alleen niet hoe het verder gaat.’ Ik knikte. Daar had hij een punt. Maar Amerika had een groot leger. ‘ik moet werken.’ Zei ik toen ik mijn kop thee en koekje op had. Ik was al wat aan de late kant doordat mijn ouders later thuis waren. Normaal gesproken bleven we nog even zitten maar de plicht roept. ‘Is goed. Succes lieverd.’ Zei mijn moeder toen ik de stoel netjes aanschoof. ‘Tot vanavond.’ Ik verliet het huis en liep met een snellere pas dan normaal richting The corner. Het drukste moment van de dag had ik gelukkig vandaag niet. Ik had enkel de namiddag. Dat was het leukste moment om te werken. ‘Je bent laat of niet?’ vroeg Isobelle verbaasd. Ik knikte. ‘mijn ouders waren later thuis. En toen liep het thee drinken wat uit.’ ‘maakt niet uit joh.’ Zei Isobelle lachend. Isobelle was mijn vaste collega. Ik was normaal gesproken altijd op tijd. Dat weet ze. ‘Doe jij de bar?’ vroeg Isobelle. Ik knikte. En namiddag diens en de bar. Beter kon ik het niet treffen. Ik nam mijn collega over. Gelukkig vond zij het ook niet erg dat ik wat later was. ‘Goedemiddag.’ Hoorde ik iemand na een tijdje zeggen zeggen. Ik keek op. Een jongeman had zojuist plaatsgenomen aan de bar. ‘Goedemiddag, kan ik iets voor u betekenen?’ De jongeman knikte. ‘Heeft u rum?’ Ik knikte. ‘Natuurlijk.’ Zei ik. Ik schonk de rum voor hem in. Hij keek me recht in mijn ogen aan en glimlachte. Hij had prachtige ogen. ‘Bedankt.’ Zei hij. Hij gooide het drankje achterover. ‘Will alsjeblieft.’ Lydia, een meisje uit het dorp, kwam het café binnen. Ze liep naar de jongen aan de bar toe. ‘Het spijt me. Echt. Ik zal het echt niet weer doen. Blij alsjeblieft bij me.’ Ik keek Lydia vragend aan. Was deze jongen haar vriendje? Naja nu ex waarschijnlijk. ‘Lydia ik snap het. Ik was te lang weg. Je kon er niet tegen. Je kwam hem tegen en aangezien hij in dit dorp woont gaat het gewoon makkelijker.’ Lydia schudde haar hoofd. ‘ik wil hem helemaal niet. Ik wil alleen jou. Ik was gewoon een beetje de weg kwijt. Er is ook zoveel gebeurd.’ Ik zag de jongen vragend kijken. ‘Lieverd jij en ik, we verwachten een kindje.’ Ik keek Lydia per ongeluk verbaasd aan. gelukkig keek ze mijn kant niet op.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen