Ministerie van Toverkunst
Hier in dit hoofdstuk kom je alles te weten over het Ministerie van Toverkunst: (niet verplicht om te lezen , veel tekst maar het is wel leuk om een kijkje te nemen)
Locatie:
Het Ministerie van Toverkunst is gevestigd in het centrum van Londen en is te bereiken door middel van een oude, rode telefooncel in een verlaten zijstraat. De telefooncel wordt gebruikt als lift, waarmee men het ondergrondse complex binnengaat. De meeste werknemers en bezoekers gebruiken echter het Atrium door te verschijnselen of gebruik te maken van de diverse haarden. Het telefoonnummer om er te komen via de telefooncel is 62442 ("M-A-G-I-C"). Hoewel het gebouw zich onder de grond bevindt zijn er wel ramen aanwezig. Ook kun je in een wc in Londen jezelf doorspoelen. Het Bureau voor Magisch Onderhoud zorgt ervoor dat het uitzicht overeenkomt met het weer van die dag.
Structuur:
Naam Meerdere ondergeschikte Huidige bekleder Beschrijving van de functie
Minister van Toverkunst
elk land heeft een minister van toverkunst
naam:
Minister van Toverkunst
Hoofdbewindwijzer van de Wikenweegschaar
Secretaris-Generaal van de Minister
Juniorassistent van de Minister van Toverkunst
Hoofden van de verschillende departementen
De verschillende departementen:
Het Ministerie van Toverkunst bestaat in totaal uit 382 departementen, en verschillende afdelingen en comités de engste is het Derpament van Mystryficatie
Verdiepingen
Negende verdieping
Met de lift vanuit de telefooncel ga je door naar de achtste verdieping, wat de begane grond is van het Ministerie van Toverkunst, maar via liften in het gebouw zelf, kan je nog verder omlaag, richting de negende verdieping. Op deze verdieping is het Departement van Mystificatie gevestigd. De gangen hier zijn heel anders dan de gangen op de verdiepingen hierboven. De muren zijn kaal en worden verlicht door brandende toortsen. Er zijn geen ramen of deuren, afgezien van 1 zwarte deur aan het eind van de gang. Ergens links is een opening in de muur, die naar een trap leidt. Als je helemaal naar beneden gaat, kom je bij een gedeelte waar de lift niet eens komt. In dat gebied, nog lager dan de negende verdieping, ligt Rechtszaal Tien.
Als je door de zwarte deur gaat, kom je in een grote, ronde ruimte. Alles is er zwart, ook de vloer en het plafond; in de deuren bevinden zich meerdere identieke, zwarte deuren zonder klink, waarvan er één niet open wil. Achter die deur, zit liefde. In de ruimtes tussen de deuren hangen wandkandelaars; ze branden met een blauw licht en het koele schijnsel wordt weerkaatst door het glanzende marmer, zodat het net lijkt alsof er een laagje donker water op de vloer staat. Als je de deur dicht doet, klinkt er een luid gerommel en beginnen de kandelaars te bewegen. Daarna houdt het gerommel op en staat de muur weer stil. Nu kan je de deur niet meer terugvinden, waardoor je binnen bent gekomen.
Als je je hand op het koele, glanzende oppervlak van één van de deuren legt, zwaait hij moeiteloos open. Achter één van de deuren ligt een rechthoekige kamer met lampen die aan gouden kettingen hangen. De ruimte is leeg, afgezien van een paar bureaus. In het midden van het vertrek staat een enorme glazen bak vol donkergroene vloeistof; er drijven parelwitte voorwerpen in. Als je ernaartoe loopt, zie je dat het hersenen zijn. In deze ruimte zijn nog meer deuren.
Als je door een andere deur gaat vanuit de Centrale Ruimte, kom je in een ruimte die groter is dan de vorige, rechthoekig en schemerig. In het midden bevindt zich een verdiept gedeelte; een enorme stenen kuil van minstens zes meter diep. Vanaf alle zijden lopen stenen banken steil omlaag, alsof je in een amfitheater bent, of Rechtszaal Tien. In plaats van een stoel met ketenen, staat in de kuil een stenen podium, waar een oude, afgebrokkelde, gescheurde stenen boog uit oprijst. Het lijkt zo gammel dat het haast raar is dat hij nog niet in is gestort. Voor de boog, die niet door muren wordt ondersteund, hangt een soort sluier of een gerafeld zwart gordijn. Ondanks het feit dat er geen zuchtje wind staat, wappert het gordijn toch een beetje, alsof iemand het net heeft aangeraakt. Aan de andere kant van de sluier klinkt zacht gefluister en gemompel. Als je door deze boog valt, ben je dood. Deze kamer wordt ook wel de Kamer des Doods genoemd.
Achter weer een andere deur in de Centrale Ruimte, ligt een ruimte vol met glimmende klokken: kleine en groet, staande klokken en tafelklokken. Ze hangen tussen de boekenkasten en staan op de vele bureaus. Er klinkt een onophoudelijk getik, alsof er duizenden minuscule voetjes marcheren. Er komt een dansend, flonkerend licht uit een hoge kristallen stolp die aan het eind van de kamer staat. In de fonkelende luchtstroom van de stolp, zweeft een piepklein, glanzend ei. Als het opstijgt, gaat het open en komt er een kolibrie uit, die tot boven in de stolp wordt meegevoerd, maar zodra de luchtstroom zwakker wordt en hij weer begint te dalen, worden zijn veren plakkerig en vochtig, en tegen de tijd dat hij omlaag is gedwarreld naar de bodem van de stolp, zit hij weer opgesloten in zijn ei. Vanuit deze kamer, gaat er nog één andere deur.
Achter die deur, bevindt zich een ruimte zo hoog als een kerk, met kasten vol kleine, stoffige glazen bollen. De bollen glansen dof in het licht van de wandkandelaars die tussen de kasten branden en die net als in de ronde hal een blauw licht uitstralen. Het is heel koud in deze kamer. Onder iedere glazen bol zit een klein, vergeeld labeltje. Sommige bollen stralen een vreemde gloed uit; andere zijn even dof en donker als kapotte gloeilampen. Die glazen bollen, bevatten Profeties. Alleen de mensen over wie een Profetie is gemaakt, mogen hem pakken uit het Departement van Mystificatie. Deze ruimte wordt ook wel de Hal der Profetieen genoemd.
Ook is er ergens een kamer vol met planeten. Het is een donkere kamer, en als je erin staat, zweef je soms zelf in het donker.
Rechtszaal Tien
Rechszaal Tien ligt helemaal onderin het gebouw, onder verdieping negen. Via een trap vanuit de negende verdieping, kan je helemaal naar beneden, tot je op een plek komt waar de lift niet eens stopt. Onderaan die trap moet je opnieuw een gang door met ruwe stenen muren en fakkels in de wandhouders. De deuren die je passeert zijn van massief hout, met ijzeren grendels en sleutelgaten. Achter een vuile, donkere deur met een immens ijzeren slot en een zware ijzeren klink, vind je Rechtszaal Tien.
Deze Rechtszaal is al jaren niet meer gebruikt en werd onder andere gebruikt toen de familie Van Detta en Krenck Jr. terechtgesteld werden. Als Harry voor zijn Hoorzitting moet komen, moet hij ook in deze rechtszaal verschijnen.
De grote kerker heeft donkere stenen muren die door toortsen schemerig worden verlicht en een stenen vloer. Aan weerszijden zijn rijen banken, en recht voor je een stenen trap die leidt naar een balkon met nog meer banken. Op deze banken zit de Wikenweegschaar. In het midden van de ruimte staat een stoel, waarvan de armleuningen zijn bedekt met kettingen die tot leven kunnen komen om degene in de stoel vast te ketenen.
Er hangt een naargeestige, sombere sfeer; nergens is een schilderij of wat voor versiering dan ook te bekennen en het enige meubilair zij de lange rijen banken. In de hoek van de kamer is een deur.
Achtste verdieping
Wanneer je de lift uit komt, sta je aan het einde van een lange, schitterende hal op de achtste verdieping, het Atrium genaamd, met een gepolijste vloer van donker hout. Het pauwblauwe plafond is ingelegd met fonkelende gouden symbolen die steeds veranderen en van plaats verwisselen, als een reusachtig hemels informatiebord. In de wanden aan weerszijden, met een glanzende lambrisering van donker hout, bevinden zich vele vergulde haarden. Deze haarden worden gebruikt om van en naar het Ministerie te reizen.
Halverwege de hal klatert een fontein. Een groep van meer dan levensgrote gouden beelden staat midden in een rond bassin. Het hoogste beeld is van een nobel uitziende tovenaar, die zijn toverstaf recht omhoog houdt. Hij wordt omgeven door een beeldschone heks, een Centaur, een kobold en een Huis-Elf. De laatste drie kijken vol aanbidding naar de heks en de tovenaar. Flonkerende waterstralen spuiten uit hun toverstokken, uit de pijlpunt van de Centaur, de top van de hoed van de kobold en uit de oren van de Huis-Elf. Zilveren Sikkels en bronzen Knoeten glinsteren op de bodem van het bassin. Er worden veel giften gedaan. Op een klein, vuil bordje naast de fontein staat:
ALLE GIFTEN UIT DE FONTEIN VAN DE MAGISCHE BROEDERSCHAP KOMEN TEN GOEDE AAN ST. HOLISTO'S HOSPITAAL VOOR MAGISCHE ZIEKTES EN ZWAKTES
Het knappe gezicht van de tovenaar is van dichtbij nogal zwak en onnozel. De heks glimlacht op de leeghoofdige manier van een deelneemster aan een schoonheidswedstrijd en de kobold en centaur kijken onwaarschijnlijk klef. Alleen de kruiperige, seviele houding van de Huis-Elf is overtuigend.
Aan het andere einde van de hal staat een grote gouden poort. Nog voor de poort, aan de linkerkant, is de bewaking gevestigd. Hier moeten bezoekers zich melden om zich te laten fouilleren en hun toverstok te laten registreren, voordat ze door mogen lopen. Als je onder de poort doorloopt, ga je richting een kleinere hal, waar minstens 20 liften klaarstaan achter vouwhekken van gesmeed goud. Als er een lift verschijnt, gaat dat gepaard met een hoop gerammel en gekletter en glijdt het gouden hek open. Wanneer de lift met rammelende kettingen begint te stijgen, roept dezelfde koele vrouwenstem als in de telefooncel de verschillende Afdelingen om. Aan het plafond in de lift hangt een wiegende lamp. De verdiepingen werken omgekeerd, zo ligt verdieping 1 helemaal bovenaan en ga je steeds verder naar beneden.
Zevende verdieping
Op de zevende verdieping is de Afdeling Magische Sport en Recreatie gevestigd. Hieronder vallen ook het Hoofdkwartier van de Britse en Ierse Zwerkbalbond, de Officiële Fluimstenenclub en het Potsierlijk Potentbureau. De hal van deze Afdeling is erg rommelig en hangt vol met posters van Zwerkbalteams, die schots en scheef aan de muur zijn geplakt.
Zesde verdieping
Het Magisch Verkeersbureau, waaronder de Viavia Alarmcentrale, de Haardroosterraad, Het Bureau voor Bezemveiligheid en het Testcentrum Verschijnselen, is gevestigd op de zesde verdieping.
Vijfde verdieping
De vijfde verdieping is van het Departement van Internationale Magische Samenwerking, waaronder de Internationale Magische Handelsorganisatie, het Internationaal Magisch Wetsbureau en het Internationaal Overlegorgaan van Heksenmeesters, Afdeling Groot-Brittannië.
Vierde verdieping
Voor het Departement van Toezicht op Magische Wezens is de vierde verdieping gereserveerd. Onder dit Departement vallen de Afdelingen Dieren, Geesten en Wezens, het Contactpunt Kobolden en de Adviesraad Ongediertebestrijding.
Derde verdieping
Op de derde verdieping vind je het Departement van Magische Rampen en Catastrofes, waaronder het Traumateam bij Toverongevallen en het Centraal Overlegorgaan Revalideurs en de Onderzoeksinstelling voor Dreuzelwaardige Uitvluchten.
Tweede verdieping
De tweede verdieping van het Ministerie van Toverkunst biedt onderdak aan het Departement van Magische Wetshandhaving. Hieronder vallen de Taakeenheid Ongepast Spreukgebruik waar alastor dwaaloog dolleman erg in contact mee is geweest, het Schouwershoofdkwartier en de Administratieve Dienst Wikenweegschaar. Meneer Wemel is op deze verdieping werkzaam, dus blijkbaar valt Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen hier ook onder. Op de gang komen een hoop deuren uit. De werkkamer van meneer Wemel is aan de andere kant van de verdieping. Door de betoverde ramen schijnt zonlicht naar binnen, terwijl ze onder de grond zitten. Magisch Onderhoud stelt iedere dag het weer vast, en reflecteert dat op de ondergronde ramen.
Als je de hoek omgaat, passeer je een massief eiken dubbele deur en kom je in een rommelige open ruimte die in kleine hokjes is verdeeld. Een scheef bord op het dichtstbijzijnde hokje vermeldt: Schouwershoofdkwartier. De Schouwers hebben de wanden van hun hokjes versierd met van alles en nog wat, van foto's van hun gezin of van gezochte tovenaars tot posters van hun favoriete Zwerkbalteams en artikelen uit de Ochtenprofeet.
Romeo Wolkenveldt heeft het allerlaatste hokje in de rij. De wanden van zijn kantoor zijn behangen met krantenknipsels en oude foto's van Sirius, zelfs de foto waarop Sirius getuige was bij het huwelijk van Lily en James hangt ertussen. Op de enige Siriusvrije plek hangt een wereldkaart, waarop kleine rode speldjes gloeien als robijnen.
Om vanuit het kantoor van Wolkenveldt, bij dat van meneer Wemel te komen, passer je nog een dubbele eiken deur, loop je een gang uit, sla je linksaf, loop je door nog een gang en ga je rechtsaf naar een schemerige en uitgesproken haveloze derde gang, die uiteindelijk doodloopt. Helemaal aan het einde staat links een bezemkast. De deur daar tegenover is voorzien van een dof koperen plaatje met het opschrift: Misbruik van Dreuzelvoorwerpen.
Tot aan zijn aanstelling als Minister van Toverkunst, is Pius Dikkers het Hoofd van het Departement van Magische Wetshandhaving.
Meneer Wemels kantoor
Het sjofele kantoortje van meneer Wemel lijkt nog net iets kleiner dan de bezemkast. Er zijn twee bureaus in gepropt, zodat je er nauwelijks nog een voet kan verzetten, ook al vanwege de overvolle dossierkasten langs de wanden, waar bovendien nog eens torenhoge, wankele stapels mappen op liggen. De weinige wandruimte die over is, getuigt van meneer Wemels obsessies: verscheidene posters van auto's, waaronder eentje met een gedemonteerde motor; twee illustraties van brievenbussen die hij uit prentenboeken van Dreuzelkinderen schijnt te hebben geknipt en een diagram waarop je kan zien hoe je een stekker moet repareren.
Op meneer Wemels uitpuilende in-bakje hikt een oude broodrooster mistroostig en draaien twee lege leren handschoenen met hun duimen. Naast het in-bakje staat een foto van het gezin Wemel, maar Percy was daar blijkbaar boos uit weggelopen. Het kantoortje heeft geen raam.
Eerste verdieping
Dit is de verdieping van de Minister van Toverkunst en zijn Persoonlijke Staf.
Op de eerste verdieping van het Ministerie van Toverkunst bevindt zich onder andere Ombers kantoor. Na de dood van Alastor Dolleman, bevestigt Omber zijn Magische oog in haar kantoordeur.
Ombers kantoor lijkt sprekend op haar kantoor op Zweinstein. Ieder beschikbaar plekje is bedekt met gehaakte kleedjes, kanten onderleggertjes en droogbloemen en aan de muren hangen wandborden, beschilderd met felgekleurde en met strikken behangen jonge poesjes, die zo overdreven schattig rondhuppelen en spelen dat je er misselijk van wordt. Er hangt een geschulpt, gebloemd kleed over het bureau en een telescoopachtig hulpstuk achter het oog van Dolleman stelt Omber in staat de medewerkers aan de andere kant van de deur te bespioneren. Wanneer Harry haar kantoor is ingeslopen, verwijdert hij het oog uit de deur.
Er zijn nog geen reacties.