.4. Ongeluk..

'Pfff.. Ze hebben het zelf gezocht.' Zeg ik arrogant. De jongen komt naar me toe gelopen. 'Moest dat nu?' Roept hij. 'Ik ben niet doof hoor, je staat recht voor me.' 'Antwoord dan!' Zegt hij met een kwade blik. 'Je moet niet stoer doen hoor. Je wilt gewoon dat je vrienden je stoer vinden.' Ik loop weg. Ik kijk zonder te kijken de baan op. 'Ik haat dat mens!' Schreeuw ik als ik merkt dat ik in het midden van de baan sta. 'Pas op!' Hoor ik iemand roepen. Ik kijk achter me en zie dat er een truck recht op me afkomt. Ik spring nog op tijd weg. Ik val met mijn hoofd tegen een steen. Ik word wakker en zie dat ik ergens binnen ben. Ik kijk rond en begin bang te worden. Ik hoor stemmen uit een gang klomen. 'Het meisje is met haar hoofd op een steen gevallen, moest ik haar laten liggen.' Hoor ik een mannenstem zeggen. 'Bloed ze?' 'Het is opgedroogd.' 'Laat Jasper hier niet komen, oke?' Ik hoor dar ze mijn richting uit komen. Ik kijk bang rond me heen. 'Je hoeft niet bang te zijn. Ik heb je nog gewaarschuwd op de weg. Je bloeide zo hard dar ik je hier heen bracht.'