Jacob Black
Je bent vandaag extra vrolijk. Het is lekker warm en zonnig dus je kon je nieuwe jurkje aan doen. Je liep naar buiten. 'Mila wacht!' riep je vader. Je draaide je om en keek je vader aan. Zijn gezicht stond hoopvol. 'Eh ja, kun je misschien boodschappen doen. Misschien kun je Jacob Black meenemen.' je zuchtte diep. 'Vooruit dan.' zei je uiteindelijk. 'Oké, dankje schat.' je vader vloog naar binnen om Jacob te bellen. Binnen 5 minuten was Jacob er en jullie liepen naar de winkel. 'Mooi jurkje.' zei Jacob. 'Mooi hé, ik ben gisteren met Rosalie en Alice Cullen de stad in geweest.' zei je enthousiast. Zijn gezicht betrok. 'Is er iets?' vroeg je. 'Ga je met de Cullens om?' hij sprak de naam Cullens haast kotsend uit. 'Ja hoezo?' vroeg je. 'Nee gewoon.' zei hij chagrijnig. Jullie kwamen aan bij de winkel. 'Wat moet je allemaal hebben?' vroeg Jacob. 'Eh, weet ik niet.' zei je blozend. Jacob sloeg zichzelf voor zijn hoofd. 'Slim.' zei hij sarcastisch. 'Sorry.' piepte je. Je pakte je mobiel en belde je vader. 'Met Bruce.' zei je vader. 'Pap wat moet ik halen.' vroeg je nog steeds met een rode hoofd. Je vader noemde een hele lijst op en jullie haalde het. 'Je bent niet bepaald spraakzaam, komt dat door Rosalie en Alice. Mag je ze niet?' vroeg je met halfdichtgeknepen ogen. 'We zijn aartsvijanden.' zei Jacob uiteindelijk. 'Maak het dan goed.' bedacht je. Jacob schoot in de lach. 'Dat gaat niet zomaar, deze soort van oorlog duurt al eeuwenlang, we hebben nu een wapenstilstand. Gore bloedzuigers.' mompelde Jacob. 'Bloedzuigers?' vroeg je verbaast. 'Eh, vergeet dat maar.' zei Jacob geschrokken. 'Nee!' riep je verontwaardigd. 'Nu wil ik het ook weten ook.' 'Goed, je hebt legendes dat wij van de weerwolfen afstammen en hun van de koudbloedigen.' zuchtte hij. 'Koudbloedigen?' vroeg je verbaast. 'Vampiers dus.' fluisterde Jacob. 'Het kan niet gekker worden hé?' zei je chagrijnig. 'Denk je nou echt dat ik daar intrap. Waarheid graag.' Jacob zuchtte. 'Dat was de waarheid.' je dacht na over wat je op internet had gelezen. 'En jij bent een weerwolf.' merkte je op. 'Nee.' zei hij kortaf. 'Nou nog bedankt voor het boodschappend doen maar nu ga ik naar huis.' zei je en je liep weg. Thuis dacht je geen seconde na en sprong in je porsche. 'Wat ga je doen?' vroeg je vader die uit huis kwam rennen. 'Na de Cullens.' riep je en je reed weg. Onderweg dacht je na over hoe je het kon vragen. Het huis van de Cullens was heel groot en mooi. Je reed je auto op de oprit en stapte uit. Het was nog steeds lekker warm en zonnig. Je belde aan en een vrouw deed open. 'Hallo, ik ben Mila.' stelde je je voor. 'Hallo ik ben Esmé. Kom binnen.' zei de vrouw. Je stapte naar binnen. Rosalie kwam vrolijk aangehuppelt. 'Hallo Mila! Kom dan gaan we naar mijn kamer.' ze trok je mee aan je arm. Haar huid voelde ijskoud, alsof het van steen was. Op haar kamer keek ze je aan. 'Rosalie?' vroeg je ongemakkelijk. 'Ja?' vroeg ze. 'Ik wil iets vragen maar ik vind het een beetje onbeschoft.' zei je. 'O maakt niet uit joh!' riep ze vrolijk. 'Iemand vertelde me iets over legendes en dat jullie afstamden van koudbloedigen, dus dat jullie vampieren zijn. Klopt dat?' vroeg je met een moeilijk gezicht. Haar gezicht betrok. 'Ja dat klopt, en van wie weet je het?' wou ze weten. 'Dat mocht ik niet zeggen.' zei je met een schuldig gezicht. 'Maakt niet uit, nu je het weet hoeven we ook niks meer verborgen te houden.' zei ze lief.
Reageer (1)
VERDER(ll)
1 decennium geleden