Hoofdstuk 2: Chaos en Paniek
We zijn geland. Er is paniek, iedereen is in paniek. Veel mensen zijn zwaargewond. Sommige zie ik niet eens bewegen. ‘Julia. Zeg wat.’ Ik durf niet eens te kijken. ‘Ik ben er.’ Ik zucht. ‘Oh, gelukkig.’ Ik moet huilen, net als Julia. We rennen al bukkend door het vliegtuigwrak naar achteren waar onze moeders zitten. Amper iemand beweegt in dit gedeelte. Ik zie onze moeders niet. ‘MAAAM!’ roept Julia. Ook ik roep mijn moeder. Op allebei de kreten krijgen we geen antwoorden. We beginnen nog harder te huilen, maar gaan verder met zoeken. Na een minuut hebben we ze gevonden. Geen beweging. Ook Julia en ik bewegen niet. Julia begint haar moeder te slaan, nog steeds geen reactie. Ik durf het niet eens bij mijn moeder te doen. Ik sta stokstijf stil. Ik weet niet wat ik moet doen, wat ik kan doen. Één van de stewardessen komt naar ons toe en vraagt of we even naar onze plek kunnen gaan. Nu beweeg ik wel. Zonder erbij na te denken of ze wel Nederlands is, begin ik Nederlands te praten. ‘Dit zijn onze moeders en ze zijn dood. DOOD, hoor je? En dan denk jij, mevrouw de stewardess, dat wij even naar onze plek kunnen gaan? Alsof er niks aan de hand is? Natuurlijk kunnen wij dat. Geen probleem. Maar misschien wel pas over een half uur.’ Ze blijkt Nederlands te zijn. Aan de ene kant ben ik hier blij om, maar aan de andere kant heeft ze me dus verstaan. ‘Ik begrijp het. Gaan jullie hier maar even zitten. Net iets voor de stoelen van onze moeders zijn twee lege stoelen. We gaan er zitten en ik blijf naar mijn moeder kijken. Haar hoofd ligt naar achter en haar mond staat open. Ze zit hand in hand met Julia’s moeder.
Na ongeveer tien minuten komt de stewardess die ook de noodlanding bekend heeft gemaakt, vertellen wat ons te wachten staat. We kijken straks wie er overleden is en wie er nog leeft. De gewonden zullen verzorgd worden en de rest zal verzorgen of contact met de buitenwereld zoeken. Voor zover bekend, is dit eiland onbewoond, maar ze gaan het toch proberen. Contact met Schiphol of LAX, het vliegveld in Los Angeles, is onmogelijk. De apparatuur in de cockpit doet het niet meer. De piloten zijn ook verongelukt. Twee stewardessen hebben het overleefd. De stewardess die nu aan het vertellen is en de stewardess die net naar mij toe kwam en vroeg of we even konden zitten.
Wat later komt de Nederlandse stewardess bij ons en vraagt of we gewond zijn. Of we hoofdpijn hebben, of we sneden hebben en of we op bepaalde plekken alleen pijn hadden. We hebben een gebroken hart. Dat is zeker. Verder zijn we gelukkig ongedeerd. ‘Die twee vrouwen zijn jullie moeders, toch?’ Ik knik. Julia begint, na net gestopt te zijn, weer te huilen. ‘Gecondoleerd. Ik vind het heel erg voor jullie.’ Dat is vast zo’n zinnetje dat ze vast tegen elke nabestaande moet zeggen. Maar ze bedoelt het vast goed. ‘Willen jullie even hun namen op deze lijst opzoeken en een kruisje ervoor zetten?’ Alsof het een presentielijstje op school is. Wat gaan ze er makkelijk mee om. Wanneer de stewardess weer weg is, uit ik mijn gevoelens over het kruisjes zetten tegen Julia. ‘Zij moeten alles op orde hebben. Dat is het handigst voor iedereen. Ze vinden het heus erg, voor iedereen, oprecht.’ Nadat ze gehuild heeft, kan ze best serieus zijn. Ik knik en begin nu zelf ook te huilen.
Het lijkt wel alsof we al uren in het wrak zitten. Ik besluit om even naar onze eigen plekken te gaan en onze spullen te pakken. Veel ligt eruit, maar ik pak het weer op. Ineens begint iemand mij te helpen. Het is de jongen die naast mij zat. Ik glimlach. ‘Gaat het?’ vraagt hij. Hij is dus gewoon Nederlands. ‘Ja, dank je wel. Hoe gaat het met jou?’
‘Ook wel goed. Wat hoofdpijn, maar verder gaat het goed. Klopt het dat je moeder het niet heeft overleefd?’ Ik knik en stop met spullen oprapen. ‘Ik ben Bas.’
‘Ik ben Lotte.’ Ik ga weer verder en na een paar spullen ben ik klaar. ‘Ik zie je nog wel,’ zeg ik en ik loop terug naar Julia. Hoe kon ik nou zo stom zijn om dat te zeggen? Normaal zou ik dit meteen tegen Julia zeggen, maar dit is niet echt het moment ervoor.
Er zijn nog geen reacties.