Sorry voor het niet zolang meer schrijven. Ik dacht er gewoon. Niet meer aan

De wolken waren opgehouden met huilen. De zon kwam langzaam achter de wolken vandaan en scheen zo nu en dan op twee figuren. Die renden zo wat, alsof ze achtervolgd werden door een draak. Opeens stond de voorste stil. De ander botste tegen hem op.
"Kan je niet uitkijken, Deran!", schreeuwd Heril tegen de elf achter hem.
"Natuurlijk wel, maar jij staat uit het niks stil!", verdedigde Daran zich.
"Dus je kan niet kijken!"
"Natuurlijk wel, maar ik kan er niks aan doen dat jij uit het niks stil staat. Je kon heus wel verwachten dat ik tegen je aan zal botsten. Dat zal je ook doen wanneer ik opeens stil stond. Is het niet!"
Deran was nou eenmaal iemand die snel boos was. Daar kon hij niks aandoen, dat lag in zijn aard. Je kon dus zeggen dat hij last had van woede aanvallen.
Daarin tegen was Helir iemand die graag alles had volgens plan. Hij kon er niet tegen als iets niet liep zoals het hoorde. Zo ook deze missie.
"Laten we hier over op houden. Het is nou eenmaal gebeurd, en daar kunnen we nu niks meer aan doen, oké?", deelde Helir mee.
Deran knikte, maar het ging niet echt van harte.
Al snel liepen ze weer verder, naast elkaar om zo een ruzie zoals daarnet te voorkomen.
Voorzichtig haalde Deran een doek uit zijn zak. Hij verwijderde de doek van het voorwerp. De steen werd zichtbaar.
"Leg dat weg", siste Heril.
Deran negeerde het.
"Sukkel, straks merkt iemand nog dat we die steen hebben", ging Heril verder.
Nog steeds negeerde Deran hem. Hij vond de steen te mooi om hem te verbergen onder een stoffige doek.
Heril stond weer stil. Dit keer botste Deran niet tegen hem op.
"Leg. Die. Steen.Terug!"
Heril keek zijn vriend aan, met een boze blik die boekdelen sprak.
"En waarom zou ik?", vroeg Deran hem zonder zijn blik van het voorwerp af te halen.
"Straks merkt iemand het nog op", herhalende Heril de boodschap.
"Maar hij is zo mooi."
Verwachtingsvol keek Deran naar de steen. Voorzichtig wreef hij met zijn vinger overheen.
"Je bent gek", bedacht Heril nog uit. Hiermee was het gesprek geëindigd.
Ze liepen weer verder. Deran, die alleen oog had voor het voorwerp in zijn handen, liep een erg groot stuk achter. Heril voelde er niet veel voor hem aan te sporen harder te lopen. Had hij de toch maar gedaan.
Uit de struiken vlak bij hun kwam een vreemd geluid. Deran merkte het als eerst Op en rende een stuk, totdat hij weer naast zijn vriend liep.
"Ik hoorde net een vreemd geluid. Uit de struiken daar."
Met zijn wijsvinger wees Deran naar de struiken.
"Je zult het je wel verbeeld hebben", zei Heril zonder om te kijken.
"Maar echt ik hoorde het. Het klonk als, als..."
"Als wat?", vroeg Heril, nu met wat meer interesse
"Als iemand die zijn zwaard trok",fluisterde Deran.
Net op dat moment kwamen er van alle kanten wezens aan gestormd. Ze zagen er ook uit als elfen, alleen dan helemaal in het zwart. Zwart haar, Zwarte wapens, Zwarte sieraden en zelf hun huid was donkerder dan normaal.
"Zwarte elfen", zeiden ze allebei tegelijk.
Ze keken elkaar even aan. Daarna deed Deran de steen weer in de doek, die vervolgens weer in zijn zak ging. In de plaats van het voorwerp vast te houden, hield hij nu zijn pijl en boog vast. De boog was al geladen met een pijl, die gericht stond op de voorste zwarte elf. Heril hield twee rijk versierde zwaarden vast, een in elke hand.
"als je ons geeft wat we willen, hoeven er geen doden te vallen", sprak de voorste elf.
Deran keek Herik vragend aan, met een blik van: zal ik hem laten kennis maken met mijn pijl?
Heril schudde van nee. Deran keek licht bedroefd, hij had wel zin in een gevecht. Maar hij begreep de keuze van zijn vriend wel. Als er een van die wezens ontsnapte, kon net zijn dat die zijn mond niet kon houden. Dat hield dus in dat er snel het gerucht werd verspreid dat hun de Fernosteen hadden.
"Heren, we zullen u graag geven wat jullie willen, maar we hebben het niet. U bent niet de eerste die het graag wil. Er zijn voor u al een paar geweest die het helaas hebben afgepakt", zei Heril koel. Natuurlijk was dit een leugen. Deran begreep dat algauw. Hij moest er veel moeite voor doen om niet met zijn hand te gaan in zijn zak, waar de steen dus zat.
"Helaas voor u bent u een zeer slechte leugenaar", sprak de zwarte elf
"Maar hij liegt niet", bemoeide Deran zich ermee
Heril keek zijn vriend dankbaar aan. Deran knikte naar hem.
"Zo, dus jullie willen dus dat er doden vallen?", vroeg de zwarte elf met een gemeen lachje.
Maar voordat ook maar iemand kon antwoorden, vielen ze aan. Natuurlijk met een strijdkreet, dat niet echt slim is. Daardoor wisten de vrienden dan de vijand van plan was hun aan te vallen.
Nog voordat een van de zwarte elf en ook maar wat kon aanrichten, had Deran al een pijl afgeschoten. Met een doffe knal kwam die terecht in de voorste zwarte elf. De pijl stak uit zijn hart en met een klap viel die op de grond.
De andere keken nog even verbaasd naar de twee, voordat een ander de leiding overnam. Die richtte zich, in tegenstelling tot zijn dode maat, gelijk op Heril. Die keek hem vreemd aan, toen die met een zwart zwaard op hem af kwam. Snel blokkeerde Heril de aanval van de zwarte elf. De andere richten zich op de Deran of keken of de slachtoffer van de pijl echt dood was. Dat was, helaas voor hun wel zo.
Misschien was het de woede van zwarte elfen doordat hun leider dood was, of kwam het door de wolk die ineens kwam opdrijven, maar alles ging ineens heel snel. De elfen die bij hun dode maat stonden, werden daar weggeblazen, degene die Deran aanvielen werden binnen en min van tijd of doodgeschoten door Deran of weggeblazen door een onzichtbare kracht. En natuurlijk keek degene die vocht met Heril om, en kreeg daardoor de genade slag van Heril. Het was nou eenmaal niet slim om naar achteren te kijken wanneer je aan het vechten was. Dan kon je verwachten dat je dood ging. Verliezen dus.
Verbaasd keken de twee vrienden naar het slachtveld.
"Hebben we dit nou aangericht of niet?", vroeg Deran terwijl hij naar een ,lijk liep en de pijl eruit trok.
"Nee, dat hebben jullie niet. Niet alles tenminste", zei een stem achter hun. Maar voordat ze ook maar wat konden zeggen, klapten ze allebei tegen een boom aan door de onzichtbare kracht.

Reageer (1)

  • FallingLeave

    Ooooh spanning xd
    Ik wil meer. Echt goed :D

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen