Noah kwam de eetkamer binnen en stelde zich voor aan de rest die al zat te bunkeren aan tafel. Zijn hoofd viel op een meisje, die heel erg stil was. En erg verlegen. Ze keek even op naar Noah en rende toen snel naar boven. 'Heb ik iets verkeerds gezegd ofzo? Vroeg Noah aan de rest. 'Nee hoor, leuk dat je hier woont, ik ben Rebecca' er liep een lang meisje met lang blond haar naar Noah toe en gaf hem een hand. Toen kwam de rest. Noah had zoveel namen gehoord dat hij alleen die van Rebecca had onthouden omdat zij de eerste was die hallo kwam zeggen , en natuurlijk ook die van Ruben. 'Wie was eigenlijk dat ene meisje die naar boven rende?' Vroeg Noah. 'Dat is Quincy, ze woont hier ook nog maar pas, maar ze voelt zich niet zo op haar gemak, we kregen de naam van Daniel te horen, voor de rest heeft ze nog nooit iets gezegd volgens mij' zei Koen. 'Ik ga wel even naar boven even kennis maken. Kijken of ze wat tegen me zegt' terwijl Noah dat zei liep hij al naar boven toe. Noah stond voor de deur en klopte 3 maal. De deur werd voorzichtig opengedaan, en Noah werd naar binnengetrokken. 'WoW, wie ben je?' Vroeg Quincy. 'Ik ben Noah, ik ben hier nieuw' zei Noah bang. 'Waarom kom je hier, wat moet je van me? Ik heb liever dat je weggaat!' Zei Quincy boos. 'Ik kom alleen maar kennismaken meer niet, ik wil je heus niks doen!' Zei Noah geruststellend tegen Quincy. 'Wacht, wat was je naam?' Vroeg Quincy aan Noah. 'Mijn naam is Noah dat zei ik net toch ook al' zei Noah. 'Ja dat weet ik maar je achternaam' vroeg Quincy. 'Van Mourik hoezo?' Zei Noah twijfelend. Quincy veranderde niet van uiterlijk maar van stem 'jij moet oppassen jongetje, er ligt hier een gevaarlijke schat in huis, er zijn hier veel kapers op de kust. Je kan hier niet veel mensen vertrouwen. Het is beter dat je ogen in je achterhoofd gaat kweken, anders komt het niet goed met je hier in het huis, je bent het mikpunt geworden van de kapers die hier op de kust liggen, los het mysterie van Seth op. Anders gaat het niet goed komen' Rebecca kwam binnen en Quincy werd weer normaal. 'HOU DE DEUR OPEN, IK MOET UIT DEZE KAMER!! DAT WIJF IS GEK! Noah probeerde hard weg te rennen maar het lukte niet. De deur sloeg dicht en Rebecca keek naar Quincy die veranderd was 'jij moet ook uitkijken. Jij bent ook een van de mensen die het mikpunt zijn geworden. Er zijn hier kapers op de kust! Die proberen je te misleiden! Het zal een gevaarlijke zoektocht worden, die ik zal gaan winnen. Jullie zijn voorlopig nog niet van me af! Deze tocht is nog maar net begonnen!

Quincy veranderde weer en viel op de grond 'QUINCY!' Riep Rebecca hard en rende naar haar toe en ging geknield bij haar zitten. 'ik hoor geen hartslag, bel een ambulance. Dit is niet goed' Noah sprintte naar Daniels kantoor en draaide op een oude telefoon het nummer 112. Hij kreeg gelijk de ambulance aan de telefoon 'goede middag ambulance' de vrouw aan de telefoon kon haar zin nog niet afmaken en Noah begon al te praten 'Ik heb een ambulance nodig, bij het huis Anubis! En snel!' Noah hing op en rende naar Rebecca en Quincy toe. 'De ambulance is gebeld'

Binnen nog geen 5 minuten kwam de ambulance binnen.

Daniel deed open 'wat doen jullie hier?' Vroeg Daniel bang. 'We kregen een melding van ene Daan dat er een meisje op de grond lag. Ze is blijkbaar gevallen' Esther hoorde het en rende zo snel mogelijk naar boven. 'REBECCA! Wat is hier gebeurd? Neem Quincy mee naar beneden. De ambulance is er al!' Riep Esther in paniek. Rebecca pakte Quincy's armen en Noah haar benen. 'Pfoe wat is ze zwaar' zei Noah tegen Rebecca.

Ze waren beneden en moesten uitleggen wat er gebeurd was met Quincy

'Wat is er gebeurd met dit meisje?' Vroeg de ambulance broeder. 'Euhm, ze viel met der hoofd tegen de kast en werd niet meer wakker!' Zei Noah snel voordat Rebecca wat zou gaan zeggen. 'Oke jullie kunnen gaan, we nemen haar mee voor onderzoek. Gaat er iemand mee?' 'Ja, ik' zei Daniel. De ambulance vertrok. Noah wenkte Rebecca naar zijn kamer toe. Rebecca kwam meteen. En Noah zei 'je mag niks zeggen, over wat er allemaal gebeurd hier, over Quincy en die verandering, dit blijft onder ons. Als iemand hier achter komt. Zijn we de lul, heb je dat begrepen! Ik weet/zie dat ik je kan vertrouwen. ' Zei Noah tegen Rebecca. 'Waarom mogen we niks vertellen? Het is toch belangrijk dat de anderen het ook weten, of niet?' Zei Rebecca 'nee, natuurlijk niet! Misschien zijn hun wel die kapers waar Quincy het over had! Dan zijn we echt de lul! Ze is gewoon met der hoofd op de kast gevallen!

De deur ging open Ruben kwam binnen 'Hoelang stond je al te luisteren?' Zei Noah twijfelachtig tegen Ruben. 'Zijn er kapers, wie zijn die kapers?' Vroeg Ruben uit belangstelling. 'Kapers, waar heb je het over, Quincy is gewoon met der hoofd tegen de kast aangevallen meer niet!' Zei Noah een beetje boos tegen Ruben. 'Kom becca we gaan naar boven!' Noah en Rebecca gingen samen naar boven omdat Quincy er nu toch niet was. Daar praatte ze verder.

Aan het einde van de avond schreef Rebecca iets in der dagboek

'30 april 2015

Lief dagboek,

Vandaag heb ik een lieve jongen genaamd Noah ontmoet, hij heeft korte blonde, schattige haartjes , en heeft mooie heldere blauwe ogen. Hij zei tegen mij dat ik te vertrouwen was. Hij gaf me weer hoop in m'n leven, ik vergeet steeds gelukkig meer van het ongeluk... Ik denk dat ik dat maar moet vertellen... Aan Noah. Anders denkt hij dat het aan hem licht. En dat wil ik niet, er was vandaag zo iets raar met Quincy, ze veranderde opeens in een raar mens. Ze zei dat we moesten oppassen voor kapers en iets moesten doen. Maar wat zei ze niet. Ik vind haar maar eng. En dan slaap ik nog met haar. Voel me eigen niet veilig.. Dadelijk veranderd ze in der slaap en staat ze naast men bed. Dan gil ik net zo hard als ik een spin zie. En dat wil niemand meemaken. Ik ga nu slapen, waarschijnlijk de laatste nacht zonder Quincy, ik kan nu nog een nacht rustig slapen. Rebecca legde haar dagboek weg. En ging slapen. Maar dat was niet voor lang, want ze kreeg een nachtmerrie

Rebecca was in een soort van toren. Daar zag een man of een vrouw staan ze zag het niet goed, die man of vrouw keek haar recht aan en liep in haar richting. Het bleek een man te zijn. Maar hij liep niet in haar richting. Maar in die van Noah. 'Jij hebt wat voor mij noah, of moet ik zeggen Prins Daan. Daan dacht Rebecca. 'Maar je heette toch Noah?' Zei Rebecca zonder dat er geluid uit haar mond kwam.

Rebecca Schrok wakker, en ging niet meer verder slapen. Het was 6 uur ze had nog 30 minuten om te slapen, ze kleedde haar vast aan en ging naar beneden. Daar zat Noah al aan de tafel te wachten op Rebecca. Rebecca dacht terug aan haar droom, en het ongeluk. 'Noah?' Begon Rebecca te stamelen tegen Noah ' Wat is er?' 'Ik moet je iets vertellen...'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen