Foto bij Elaimet 27

Het ergste was dat ik haar al eens gezien had, toen Jalo en Hevon me het Wolkenrijk lieten zien. Het beeld van haar en het speelse gouden draakje stond me nog helder voor de geest.

“Hopea…” Naast haar zat een grote groene draak. “Ik beloof je dat onze zoon niets tekort zal komen, dat ik sterk zal zijn voor hem.” Ze hief haar hoofd op en keek naar haar man.
“Ik zal hem vertellen hoe moedig je bent geweest.” De woorden waren mijn mond al uit voor ik het besefte. Ze keek me aan, haar ogen waren net zo zilver als haar schubben.
“Dank, Elaimet.” Ze liet haar hoofd weer zakken. Ik ging langzaam achteruit, om haar wat rust te geven.

Het leek alsof het hele Wolkenrijk zich in de stad verzameld had. Er werd gejuicht maar ook gehuild. Er waren veel sorkka’s gedood en de toekomst zag er rooskleurig uit, maar alle slachtoffers die ze gemaakt hadden waren niet vergeten. Ze mochten ook nooit vergeten worden. Het Elaimetfeest werd weer een tijdje uitgesteld, maar zoals Perho zei: het zou het grootste feest ooit worden eens het zover was. Ik begreep eindelijk waarom ze me zo belangrijk vonden. Lohik had me uitgelegd dat behalve het openen van bepaalde magische en het begrijpen van dieren en andere wezens, een Elaimet ook de gave bezat om de regen en rivieren vruchtbaar te houden. Al het leven op Aarde en in het Wolkenrijk was daarvan afhankelijk. Ondanks het feit dat het nu duidelijk was waarom ze me hier zo belangrijk vonden, kon ik er nog steeds niet bij dat juist ik de Elaimet was. Ik was maar een simpele boerenzoon! Ik wist niet goed wat ik er van moest denken. Ik voelde me vreselijk en geweldig tegelijk. Het meest van al verlangde ik naar rust met Hevon naast me. De grote vraag was nu nog hoe ik dit ooit thuis zou moeten uitleggen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen