Foto bij Elaimet 25

Ik dacht aan wat Perho me bij onze laatste ontmoeting gezegd had: het Elaimetfeest, het Regenfeest, het Feest van de Vruchtbare Grond, het heeft duizend namen.

Had deze toren daar iets mee te maken? Maar waarom wilden die monsters dan zo graag naar binnen? Ze hadden al die moeite gedaan om Hevon te ontvoeren en mij hier te krijgen. Ik keek naar Hevon, bloed drupte van zijn flank op de grond. Sorkka’s worden geboren als bloed zich met aarde mengt. De deur ging langzaam verder open terwijl de afschuwelijke waarheid tot me doordrong. Bloed. Ze wilden het bloed laten regenen!
In paniek keek ik naar de deur, maar er was geen klink om ze terug te sluiten. Ik moest ze dichtdoen, maar als ik dat deed, zouden ze Hevon vermoorden, net zoals ze met Pilvi gedaan hadden. En ik wist niet hoe ik de deur weer in het slot kon trekken. De sorkka’s achter me drongen zich naar voren. De opening was nog niet groot genoeg om hen door te laten, maar zouden ze nu ik de aanzet gegeven had, niet in staat zijn ze zelf verder open te duwen?
De sorkka’s krijsten opgewonden, er werd met vleugels geklapperd en klauwen schraapte over de grond. Ineens zag ik tussen twee sorkka’s een glimp van iets helderrood dat razendsnel dichterbij kwam. De sorkka’s hadden alleen aandacht voor de deur. Plots klonk er hoog gejank. De sorkka’s vlogen op en ik zag hoe Lohik, vergezeld van een hele horde andere wezens, zich bovenop hen stortte. Lohik sperde zijn muil wijd open, ik verwachtte vlammen te zien, maar in plaats daarvan kwam er bliksem, die drie sorkka’s in een keer uit de lucht haalde. In de verwarring had niemand nog aandacht voor Hevon of mij. Ik dook onder een klauw door en rende naar hem toe. Ik liet me naast hem op mijn knieën vallen en sloeg mijn armen om zijn hals. Boven ons werd hevig gevochten, maar Hevon was niet in staat om te vliegen, dus we konden hier met geen mogelijkheid weg. Er werd gekrabd, gebeten en keijukanen staken de ogen van de sorkka’s uit. Een dode sorkka stortte vlak naast ons neer, en nog één, en nog één. De woede en pijn om me heen, maakten het me bijna onmogelijk om adem te halen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen