Foto bij Elaimet 24

Ik wilde er nog een doen, maar het was alsof mijn voeten aan de grond kleefden. Ze wilden zich gewoon niet verplaatsen. Het was alsof ze me zeiden dat het verkeerd was wat ik deed.

Nee, het was niet verkeerd om Hevon te redden. Ik had Pilvi niet kunnen beschermen, maar met Hevon zou ik dat wel doen.

Ik mocht dit niet doen. Het… Ik keek over mijn schouder. Hevon keek me strak aan. Hij kon niets zeggen, maar hij probeerde het me via zijn gedachten duidelijk te maken. Ik probeerde hem buiten te sluiten, maar ik had geen idee hoe ik dat moest doen. Ik was nog maar een armlengte van de deur verwijderd. Ik stak mijn arm uit, maar de palm van mijn hand bleef op een vingerbreedte van het glanzende zilveren oppervlak zweven. Hevon hield me tegen.
Plots voelde ik een scherpe pijn in mijn zij. Ik wist dat de monsters Hevon nog meer hadden verwond omdat ik te traag was. Vreemd genoeg voelde het zilver warm aan. Net zoals toen bij de Raadszaal begon de deur als vanzelf open te gaan. Achter me krasten de sorkka’s oorverdovend. Ik staarde naar mijn hand. Het leek alsof de omtrekken van mijn vingers in het zilver gesmolten waren. Toen realiseerde ik me dat de hand in de deur deel uitmaakte van een figuur in het zilver. Een vrouw hield haar hand precies op de plek waar ik dat nu deed. Ze was lang en haar haren leken te wapperen in de wind. Achter haar stond een draak, zijn ogen gericht op de plek waar haar, en mijn, hand zich bevond. Aan haar voeten ontsproten graan en bloemen. Op haar wangen glinsterden tranen. Het volgende moment realiseerde ik me dat het geen tranen waren, maar regen. De hele poort was met de kleine druppeltjes gevuld. Ik dacht aan wat Perho me bij onze laatste ontmoeting gezegd had: het Elaimetfeest, het Regenfeest, het Feest van de Vruchtbare Grond, het heeft duizend namen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen