Elaimet 22
Ik had sinds Pilvi’s dood vaker last gehad van nachtmerries waarin grote beesten met klauwen de hoofdrol speelden, maar niet zoals deze.
De rest van de dag bleef de droom als een mantel om me heen hangen en ik kreeg hem niet afgeschud. Regelmatig tastte ik naar de plekken waar ik in mijn droom geraakt was, gewoon om zeker te zijn. Het liep tegen de avond toen ik met mijn hand op mijn schouder verstijfde. Er was iets, al kon ik niet precies zeggen wat. Ik keek naar het bos en voor ik goed en wel besefte wat ik deed, begon ik te rennen. Ik had geen adem meer over toen ik uiteindelijk op de plek kwam waar ik Hevon ontmoet had. Waarom was ik hier? En wat was er in hemelsnaam gebeurd? Het leek alsof er een storm over de open plek geraasd was. Takken waren afgerukt, de grond omgewoeld en de steen waar ik was gaan opstaan om op Hevons rug te klimmen lag op zijn kant. Een storm of een wild beest… Op dat moment viel er een schaduw over me heen.
“Daarrrr isss de jongen.” Ik draaide me om. Met een enorme plof landde het op de grond. De sorkka was zelfs nog groter dan ik me had voorgesteld. Hij was minstens zo groot als onze hut. Ik dacht niet na, maar draaide me om en zette het op een lopen. De sorkka bewoog zich niet, maar het volgende moment voelde ik een stekende pijn in mijn linkerbeen zodat ik op mijn knieën belande. Plots besefte ik waar de pijn vandaan kwam. Ik hief mijn hoofd op. Daar waren nog twee sorkka’s en tussen hen in Hevon! Hij was duidelijk gewond en ik kon precies zeggen waar. Waarom realiseerde ik me dat nu pas?
De sorkka stak een enorme klauw naar me uit. Ik probeerde overeind te komen, maar mijn benen wilden me niet dragen.
“Dit isss hem, heel zekerrrr.” De klauw greep me beet. Ik verwachtte pijn, maar die kwam niet.
“Jij komt mee.” En voor ik wist wat er gebeurde, spreidde hij zijn vleugels en steeg op. Een wolk van stof en zand sloeg me in het gezicht. Het volgende moment hadden we de bomen al ver onder ons gelaten.
Er zijn nog geen reacties.