"We gaan eerst naar goudgrijp, de tovenaars bank.". Ze lopen naar een heel groot, wit gebouw van marmer. Op de muur aan de voorkant staat:

Treed binnen, vreemdeling, maar sla acht.

Op het lot dat hier de hebzucht wacht.

Wie neemt wat hij niet heeft verdiend

Krijgt een hoge rekening ingediend.

Wie diep in de aarde een schat opspoort,

Die nooit aan hem heeft toebehoord,

Is hierbij gewaarschuwd: dief, u stuit,

Op meer dan alleen de verwachte buit. "Angstaangjagend hè? ". "Nogal" zei harry en ze liepen het gebouw binnen. "We komen voor de kluis van de potters, en voor dat ding in kluis jeweetwel voor het jeweetwel.". Voegde hagrid er zachtjes aan toe zodat margo en harry het niet hoorden. Hun keken vol verbijstering naar de kobolden. "Wat zijn dat hagrid?". Vroeg margo. "Kobolden, maar daar wil je niet graag mee te maken willen hebben". Zegt hagrid. "Komen jullie? Er wacht een karretje op jullie." zegt een kobold heel gemeen en kwaadaardig. Margo, harry en hagrid gaan in het karretje zitten. Ze komen na, het leek zo, een half uur aan bij de kluis. Als ze in de kluis komen, zien ze hopen met allemaal gouden zilveren en bronzen munten. "Ik denk dat dit wel genoeg is" zegt hagrid als ze een zak vol met verschillende muntjes hebben gevuld. Ze gaan weer in het karretje zitten. Na 10 minuten komen ze aan bij de andere kluis. "Een van de zwaarstbewaakste kluizen." zegt de kobold en hij haalt zijn vinger over de deur. Ze komen in de kluis en zien een klein, miniscuul pakje liggen. Snel stopt hagrid het in zijn zak. "Op naar de wegisweg!".

Reageer (2)

  • Moonwarrior7

    Cool!!! Dat versje is grappig!!!
    Snel verder!!!

    9 jaar geleden
  • FallingLeave

    Leuk verhaal ^^
    Ik neem zeker een bladwijzer (:

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen