Dit deel gaat over hoe Alia Philippe ziet aankomen.

Alia
Eindelijk ochtend, ik word net wakker en alleen mijn vriend de wasbeer zit er nog, logisch toch, hij wacht steeds tot ik wakker ben, hij bewaakt mij misschien. Ik grinnik luidop, een bewakende wasbeer, wel lief. Maar er voelt iets raar vandaag, het voelt dreigend.
Ik spring uit het bed van stro en dan hoor ik het. In de verte klinken zware voetstappen die de richting van mijn kamp uit komen, dat zal het dreigende gevoel al waarmaken. Ik weet niet waarom, maar mijn gevoel zegt dat het de oude slager Philippe is. Een paar tellen later ben ik aangekleed en klim ik langs de boomhut naar beneden. Onder de boomstam wacht ik tot Philippe dichterbij komt. Ik ben zowel nieuwsgierig als angstig, maar door die gemengde emotie lijken de minuten wel uren te duren. En dan verschijnt Philippe aan de top van de heuvel, mijn gevoel was dus juist.
Ik heb hem nooit gemogen en hij mij ook niet trouwens. Hij behandelde mij steeds of ik hier niet thuis hoorde. Toch vraag ik me toch af waarom hij nu toch komt. Misschien omdat hij schrik heeft dat ik zijn dochtertje zal ‘besmetten’?
Bij Philippe ging mijn vader altijd het wild dat we vingen verkopen. Daarmee hadden we geld om ook andere dingen te kunnen kopen
Terwijl ik zo nadenk, en dus niet meer oplet, staat Philippe plots voor mij. Hij zag er niet boos, maar toch niet gelukkig uit. Het lijkt met pijn te zitten.
‘Je vader heeft dit aan mij gegeven. Ik moest het aan jou geven op het moment dat je 17 werd en hij er niet meer was om dat te doen.’
‘Maar dat is al 6 maanden geleden!!’ roep ik verontwaardigd uit.
‘Nou en?’ snauwt Philippe, ‘Je mag van geluk spreken dat het om een mysterieuze reden niet brandbaar is. Ik wou het jou niet eens geven, maar kijk, nu ben ik hier. Pak aan!’
Philippe werpt me het stuk dichtgebonden papier toe en loopt dan onmiddellijk weg.
Verbaasd kijk ik naar de brief die in mijn handen ligt. Zenuwachtig knoop ik het touw dat er rond zit los. Het is wel mooi papier, nog nooit heb ik zo’n mooi papier gezien. Trouwens, papier is altijd al vrij kostbaar dus ik mag van geluk spreken dat Philippe dit speciale papier niet heeft kunnen verbranden. Ik weet zeker dat hij meende dat hij het niet kon verbranden.
Terwijl ik de brief openmaak zie ik al een deel van het handschrift. Philippe heeft niet gelogen, het is wel degelijk een brief van mijn pleegvader Giri. Tranen wellen in mij op als ik begin te lezen.
Liefste Alia, mijn pleegdochter.
Als je deze brief leest, ben ik waarschijnlijk al overgegaan naar het Niets. Ik zou je dit zo graag zelf vertellen, maar dat gaat niet zo lang je geen 17 bent. Sterker nog, als je geen 17 bent kun je dit zelfs niet lezen. Ik moet je het verhaal vertellen van hoe je bij ons terecht bent gekomen. Lang geleden werd er op onze deur gebonsd dus ik opende ik de deur. Daar lag je dan, blozend en lachend. Je was zo mooi, in de jaren die volgenden werd je steeds knapper. Ik was natuurlijk verbaasd, wie zou dat niet zijn, ik keek wie je daar gelegd zou kunnen hebben. Ik zag niemand, maar ik voelde wel iets. Nu ben ik er niet zo zeker meer van dat ik iets voelde, maar toen leek het zo. Ik nam je vast en ik zag meteen de brief die bij je lag, het papier waar ik deze tekst heb op geschreven lag er ook bij. Ik nam je mee naar binnen en vertelde je mama alles wat er gebeurd was. Toen lazen we samen de brief. Er werd in gezegd dat jij niet de enige was die achtergelaten was bij iemands huis, er zijn nog 3 kinderen en er is een reden voor. Er stond ook in wanneer en wat ik je moest vertellen.'
Ik lees de brief met opwinding, maar ook met verdriet.
Waarom ben ik daar achtergelaten? Ik zou Giri zo graag spreken nu. Eigenlijk zou niemand van het dorp me hebben mogen verstoten, Giri was burgemeester dus ook ik zou aanzien moeten hebben. Niets is minder waar, wat mis ik hem toch.
Het meest ben ik geschokt doordat ik lees dat mijn echte ouders me iets hebben achtergelaten en Giri het voorwerp ergens verstopt heeft. Ook mijn vertrek uit deze streek staat erin, veel ga ik niet missen, maar mijn dierenvrienden zullen mij misschien wel missen. In de laatste paar zinnen staat dat er nog een brief verborgen is op mijn tijdelijke bestemming, waarom is die hier nu niet?
Ik had nooit kunnen vermoeden welk voorwerp ik zou vinden.[
b][/b]

Reageer (2)

  • RobinAsh951

    Heel goed opgemerkt dat Philippe 2 keer voorkomt. Maar dat heeft zijn redenen ;) wait and see.
    en inderdaad, die zin heb ik niet goed geformuleerd, thanks

    9 jaar geleden
  • latens

    Het kan zijn dat er meerdere mensen met dezelfde naam zijn, maar klopt het dat Philippe in de inleiding een smid was en hier een slager? Voor de rest lijkt het allemaal te kloppen.
    Deze zin is ook een beetje gek geformuleerd: "Ik weet niet waarom, maar ik het is zeker dat het de oude slager Philippe is." waarschijnlijk moet de tweede 'ik' weggelaten worden.
    Voor de rest een interessant verhaal!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen