6.2
De zaterdagmiddag ging maar langzaam voorbij. Ik was omringd met een groepje klasgenoten.
'We zijn nog niet compleet.',concludeerde Rick.
'Wie missen we dan nog?', vroeg Jack.
'De Cullens.', in de stem van James begon ergernis hoorbaar te worden.
'Waarom gaan we niet veder. We hebben toch een tijd afgesproken.', ook Lola begon zich te ergeren.
Iedereen stemde in met het idee van Lola.
James had al een heel plan bedacht voor de workshop avond voor leerlingen door leerlingen. Ik las wat er op zijn blaadje stond. Bovenbouwers, inclusief ons, zouden dan workshops bedenken voor de onderbouwvers.
'Is dit het enige wat je bedacht had?', vroeg ik vol ongeloof. De houding van James veranderde, hij keek mij strak aan en spande zijn spieren aan.
'Ik heb tenminste iets bedacht.'
'Bedacht of overgeschreven van het opdrachten formulier?'
'Jezus Vanes wat is jouw probleem?', ook Lola begon zich ermee bemoeien. Iets wat ik wel zag aankomen, aangezien zij zich altijd ergens mee bemoeid. Ik keek haar echter verbaasd aan.
'Lola, mijn probleem is dat je je altijd en overal mee bemoeid.', legde ik rustig uit en draaide vervolgens naar Rick. 'En heb je het zelf verzonnen of niet?'
'Rick heeft het zelfverzonnen, denk je nou echt dat hij zo dom is?' Ik haalde even rustig adem, om niet een domme opmerking te maken.
'Lieve Lola, volgens mij kan Rick ook zelf praten.', ik keek Lola zo lief mogelijk aan. Maar het meisje keek niet lief terug, ze stond op. Haar bruine ogen keken mij woedend aan, ze leken wel zwart te worden.
'Lola wat is er aan de hand? Je hoeft niet gelijk zo boos te doen.', probeerde ik haar te kalmeren.
'Wat er aan de hand is? Wat mijn probleem is. Ik ben het spuugzat dat jij altijd iedereen kleineert. Niemand heeft in jouw ogen wat goed gedaan. En nu vertel jij mij te kalmeren, terwijl jij nooit gekalmeerd bent!'
'Wat is hier aan de hand?', vroeg Edward iets verbaasd, als beide broers ook eindelijk zijn komen op dagen.
'Lola heeft ruzie met Vanessa.', zei Jack droogjes.
'Nooit gekalmeerd. Lola wat krijgen we nu?! Wat is er in vredesnaam aan de hand?'
'Zie jij dat dan niet? Jij pakt iedereen van iedereen af.'
Ik grinnikte, het was niet het juiste tijdstip om te grinniken. Ik zwaaide mijn haren naar achteren en ging recht zitten. Waar haalt die meid het in haar hoofd om zulke dingen te zeggen.
'Kunnen we niet gewoon veder gaan?', stelde ik voor.
'Iemand nog ideeën voor de workshop avond?', gelukkig had ik een persoon aan mijn zijde. Jack probeert de aandacht weer te krijgen naar het project. Ik hoorde Lola nog wat pruttelen.
Ik merkte ook dat Emmett en Edward beide oogcontact, of contact in wat voor vorm dan ook te vermijden. Ik zuchtte luid. Wat heeft iedereen vandaag?
Het project werd veder besproken en groepjes van drie werden gemaakt. Rick kwam met een goed idee om mij en Lola niet bij elkaar te zetten, en besloot om hemzelf en Jack bij zijn groepje te voegen. Dan hield er niets anders over dan de Cullens en ik.
De avond waar ik eerder zo naar uit keek, veranderde in een avond die ik het liefste wilde overslaan.
Er kwam een einde aan de bijeenkomst en een voor een ging er iemand weg. Ik ging als derde weg, voordat Lola nog weg kon gaan. Na mij stond er nog iemand op, maar ik gaf daar geen aandacht aan. Echter hoorde ik wel zijn voetstappen achter mij lopen. De stappen waren niet zo zwaar als bij een stevige jongeman, eerder van een klein meisje. Ik kan mij niet herinneren dat er een klein kind erbij zat. Ik keek niet op of om. Waarom weet ik niet? De nieuwsgierigheid had mij al in zijn armen maar ik keek niet. Misschien vanwege het feit dat daar misschien Lola liep. Er was iets anders aan haar. Het leek wel over het duisternis haar omarmd had voor een wandeling door het donker woud. Lola had nog nooit zo gereageerd. Bezorgdheid borrelde in mij op. Ik wilde niet bezorgt zijn op iemand die mij kleineerde. Het liefst zou ik hele woorden met haar willen hebben, maar ik zei deze nooit. Ik wilde haar onder ogen zien, haar nieuwe ware ik zien. Maar ik keek nooit. Ik luisterde niet, ik keek niet, ik deed niets. Begon dan toch de angst mij naar zich toe te trekken? Ik kreeg al de rillingen van de gedachte.
'Vanessa.', het was een schorre, trillende, mannelijke stem. Geschrokken keek ik toch om, met angst aan mijn zijde. Maar moed verdreef angst al snel als ik zag dat het Emmett was en niet Lola. Ik zuchtte opgelucht.
Ik wilde wat zeggen, maar het leek wel of heel mijn lichaam was bevroren. Ik wilde bewegen, maar mijn lichaam deed niets. Ik wilde schreeuwen, roepen, slaan, schoppen, maar ik deed niets. Achter Emmett klonk gegil, dat enkele minuten duurde. Maar het gegil leek langer dan minuten te duren, het leek wel uren. Het gegil was over en geknetter van vuur was dan hoorbaar. Ik wilde zien wat er gebeurd was, om de hoek van het schuurtje. Maar ik durfde geen stap naar voren te zetten. Ik hoopte dat die schuur daar nooit stond zodat ik alles had kunnen zien. Ik keek naar Emmett, zijn mond bewoog synchroon. Hij leek wel wat te vertellen, maar ik hoorde hem niet. Ik was zo diep in gedachte dat ik niets hoorde in mijn wijde omgeving. Een koude hand, raakte mijn schouders aan.
'Vanessa, gaat het wel? We moeten weg hier.', vertelde Emmett mij. Hij pakte mijn pols beet en trok mij weg van de plek. We stonden stil bij een aantal winkels.
'Wat is er gebeurd?', vroeg ik mij af.
'Dat wilde ik net aan jouw vragen.' Dus hij wist het ook niet. Niemand wist het.
'Ik moet gaan.', stamelde ik.
'Zal ik mee gaan?'. vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd en liep weg.
Er zijn nog geen reacties.