7

Het was de wolf. Ofja wolf precies. Het had een beige achtige vacht en manen rond het gezicht. En toen ze naar de poten keek. De poten waren dat van een wolf. Alice sloop naar robin toe met de ogen op het beest gericht. Ze pakte zijn hand.
Wat is er. Zei hij.
Draai je voorzichtig om.
Robin draaide zich om en keek naar het beest. Alice zag dat hij zich moest inhouden om niet te schreeuwen.
Wat is dat. Vroeg robin.
Geen idee.
Ze stapte samen naar achteren.
Plots klonk er een gekraak. Het monster keek hun kant op. Robin pakte zo snel als hij kon een tak en sloeg het beest in zijn gezicht. Het beest viel met een klap achter hen op de grond. Plots klonk er een geritsel uit de struiken. Het was hedge en hij zag er helemaal niet blij uit.
Wat doen jullie hier. Riep hij.
We wilden wandelen in het bos. Zei ik
Dit is verboden gebied. Ik was toch duidelijk.
Maar we werden net aan gevallen door een beest. Zei ik.
Hedge keek geschrokken.
Vast gewoon een wolf zei hij.
Ik wou net wat zeggen maar robin keek me aan met een typische : ik zou maar beter zwijgen want we hebben al genoeg problemen - blik.