De auto reed hobbelig door de kaseienbaan. Het was herfst en buiten was het weer koud en nat. Alice en Robin zaten zich dood te vervelen op de achterbank.
Zijn we er bijna. Zei Alice.
Nog een klein stukje rijden mijn kind. Zei de moeder.
Alice liet zich weer in de zetel zakken.
Ze keek door het raam. Het landschap was bergachtig. Het dorpje lag enkele meters verder. Hier en daar zag Alice wat boerderijtjes maar die leken allemaal verlaten. Ze hadden het lanshuis gisteren gekocht en vader stond erop dat ze meteen zouden vertrekken naar Mystly. Alice moest al haar vrienden achterlaten. Alice was 15 jaar oud had blonde haren en lichtblauwe ogen. Haar broertje was ietsje ouder 17 jaar maar gedroeg zich nog als een kind van 13. Hij kan toch zoo kinderachtig zijn. Hij had bruinblond haar , groot en had net als zijn zus lichtblauwe ogen. Toen kwam er een einde aan haar verveling. Ze reden het dorpje binnen. Ze passeerde lang winkeltjes, bakkers, mooie pittoreske huisjes en verder in het zicht het landhuis. Er was geen mens op straat. Iedereen bleek binnen te zijn. Ze reden verder naar het huis. Daar aankomen merkte ze dat het hek op slot zat. Vader stapte uit en rammelde eens stevig aan het hek.
Hallo. Riep hij. Hallo is daar iemand.
Aahn mijnheer Alexander. Zei een stem in de verte.
Alexander draaide zich op.
Wie zij dat.
Dat was ik zei een man die dichterbij het hek kwam.
Ik ben kalidh walidh. Zei de kalende man.
Dag meneer walidh. Kunt u het hek openen.
Tuurlijk als tuinman heb ik daar de nodige sleutel voor.
Hij haalde een bos sleutels uit zijn lange manteljas. Aan de bos blonk een klein gouden sleuteltje aan een ketting. Toen stak hij zijn handen door de tralissen van het hek om het slot te openen.
Dank u. Zei vader en stapte terug in de auto.
Hij reed de oprit op en achter hem sloot de man de poort. Vader parkeerde de auto op de oprit en stapte uit. Achter hem kwam meneer walidh aanrennen. Alice stapte uit en keek om zich heen. Het landhuis was enorm groot. Walidh opende de deur en het gezin die was uitgestapt ging naar binnen.
Ik haal even meneer hedge. Zei walidh. Hij ging naar boven en na een paar minuten wachten kwam hij terug met een man met grijs haar en streng uitziend gezicht.
Ik. Zei de man op een trage nonchalante toon en met een brits accent.
Ben stany hedge.
Ik zal jullie rondleiden in het huis en je voorstellen aan de bedienden.
Volgt u maar. Zei hij.
Hier en wees naar de kamer het dichts bij de voordeur. Is de keuken. Mevrouw charm en meneer gon. Zei hij. Zijn de koks.
Mevrouw charm zag er beeldig uit. Dacht Robin.
En meneer gon. Die ziet eruit als een van de obers uit een chinees restaurant. Dacht Alice.
Ze grijnsde de keuken was mega groot. Er zou zo een olifant wat zeg ik een hele dierentuin in passen.
Volg mij maar. Zei hedge.
Rechtover de keuken is de eetzaal. Zei hij.
Ze gingen de kamer binnen. Het was er even enorm als de keuken. Er stond een enorme eikenhouten tafel. Robin telde even vlug. 1,2,3. Er waren 30 stoelen aan de tafel gezet.
Vroeger zei hedge toen hij Robin zag tellen. Waren we met meer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen