7.1
Valentina Roza Penn
De buurt leek op de hoogte te zijn van het spektakel dat er de vorige nacht had afgespeeld. Het leek wel of het de gesprek van de dag was. Ik had afscheid genomen van Meghan en liep naar mijn huis die een paar blokken om was. Het was misschien tien minuutjes lopen totdat ik thuis was. Wanneer ik elke keer mensen passeerde keken ze me medelevend aan. Alhoewel ik er ook een paar had die me afkeurend aankeken.
"Hee Val, gaat het?", het was me zus die er eerst naar vroeg.
Ik glimlachte en knikte. Daarna volgde me ouders, die waren een stuk bezorgder. Ik stelde hen gerust en vertelde dat alles prima was.
Samen met Vanessa ging ik naar boven en vertelde haar wat ik meegemaakt had. Ik begon bij het begin, de ontmoeting in de supermarkt. Wat ik had verwacht schoot ze in de lach en verklaarde me voor gek. Ook zij wist niet wie hij was, wat vanzelfsprekend was zij had hem nog niet gezien. Daarna ging ik veder met me verhaal en eindigde me verhaal met dat ik weer ging slapen.
"Een ding weten we zeker, je kijkt nooit meer horrorfilms.", lachte ze.
Ik knikte instemmend met haar. Ik was ook nooit van plan om het te zien, ik wil niet dat zoiets weer gebeurde.
"Je had tevens geluk gehad dat je onbekende ridder je te hulp schoot."
Ik schoot in de lach door haar opmerking. Plagend gaf ik haar een stomp. "Laat me niet lachen."
"Dat doe je toch al." Vanessa en ik schoten in een lachbui die maar niet wilde stoppen. We lachte zo erg dat je geen geluid meer hoorde.
"Nes stop alsjeblieft, straks moet ik nog aan de beademing ook."
Vanessa kon het niet laten en proestte het nog harder uit van het lachen.
"Meiden gaat alles goed?", vroeg me moeder die een kijkje kwam nemen.
We waren eindelijk bij gekomen van onze gelach. "Ja hoor.", zeiden we hijgend in koor.
"Oh, ik dacht net dat ik een walrus en een hyena hoorde.", zei me moeder serieus.
Door haar blik proosten we het weer uit.
"Schat ik denk dat je de dierenbescherming moet bellen."
Het was knap dat me moeder zo serieus kon blijven in deze situatie. Echter duurde het niet lang totdat ze zelf ook in het de lach schoot.
Nadat onze lachbui was gestopt had ik besloten om een rondje te gaan rennen. Ik bood me zus aan om mee te rennen, maar die sloeg het helaas af. Ze had huiswerk te doen.
Ik had me outfit aan en haalde me mp3-speler tevoorschijn en zetten me afspeellijst op shuffle. De klanken van de muziek drongen me oren in en automatisch begonnen met bennen zijn passen te versnellen. Normaal gesproken zou ik een rondje bos doen, maar voor deze keer sloeg ik het af. Ik wilde even niet terug denken aan wat er gebeurt was. Dus deed ik een rondje in de bewoonde wereld en eindigde bij het strand waar ik me snelheid verminderde. Toen ik een meter bij het water vandaan was ging ik over naar lopen. Me haren waaide mee met de wind. Ik had geluk dat ik ze in een staart deed anders zaten ze continu in me gezicht. Ik snoof de geur op van het zouten water. Ik vond het heerlijk om naar het strand te gaan in dit weer. Het was niet te warm, waardoor het krioelt met de strandgangers en ook niet te koud, waardoor het niet te doen was om hier te lopen. Het was perfect. Door de wind kon je lekker uitwaaien. Je gedachtes weg te laten blazen en te vergeten. Strandweer was niks voor mij, het enige voordeel was dat je lekker in je korte broekje en shirtje kon rond lopen. Maar voor de rest? Nee niks voor mij. Mensen worden altijd dol enthousiast als ze de eerste tekenen van de zon te vinden krijgen. Met de winter is het juist het tegenovergestelde. Mensen raken al in paniek als ze horen dat de temperaturen gaan dalen. Meteen merk je dat de stad half uitgestorven is en iedereen alleen naar buiten gaat als het hoognodig is. Scholieren gaan met tegenzin naar school en de sfeer is meteen somber in het schoolgebouw. De somberheid neemt bovendien de hele dorp over.
Ik zuchtte vredig en ging zitten op een rots. Ik nam voor me dat ik een tel ging zitten en dan weer veder ging. Ik staarde naar de golven die wilde tegen de rotswand sloegen. Het leek wel een gevecht tussen het water en de rotsen, waar de winnaar nog onbekend is.
Nadat ik vond dat ik lang genoeg hebt gezeten ging ik weer veder aan de wandel. Ik had geen zin meer om het laatste stukje nog te rennen en koos er voor om snel te wandelen. Stevig stapte ik door en kwam al snel de eerste huizen tegen. Rond dit tijdstip was het altijd al stil geweest, iedereen zat al aan tafel te dineren en gingen daarna voor de buis zitten om een of ander programma te kijken. Kinderen mochten nog even langer opblijven na het eten en gingen daarna naar bed om vervolgens naar dromenland te gaan. De nog jongere variant ging al meteen naar het eten naar bed.
Wij waren zoals altijd later met het eten en zo nog vele dingen. Eer dat ik thuis was zag ik dat me moeder nog flink bezig was met kokkerellen.
"Je kan je nog gauw verfrissen hoor."
Ik liet me dit niet nog een keer zeggen en liep naar boven. Ik kon niet wachten om de heerlijke warmen stralen over me lichaam te voelen. Snel zei ik me zus gedag en sprong de douche in.
Er zijn nog geen reacties.