5.1
Valentina Roza Penn
Tijdens het bakken van de cupcakes waren me gedachtes er niet helemaal bij. Telkens bleef ik terug denken aan wat er gebeurd was in de supermarkt. En zijn ogen... Op een of ander manier waren die zo bekend, maar waarvan kwam ik nog niet uit. Misschien moet ik het maar eens aan Vanessa vragen. Ze zal me waarschijnlijk wel uitlachen en voor gek verklaren van wat ik heb gedaan. Maar hij had een aantrekkingskracht waardoor je noodgedwongen wel naar hem moest gaan staren. Het zou niet gek zijn als deze aantrekkingskracht ook nog in het donker werkte. Zijn warmte deed ook mee om me aangetrokken te voelen. Ook al zat je centimeters van hem verwijderd je voelde zijn warmte door je huid boren. Hoe zal het wezen als hij me aanraakte? Zal ik dan in vuur en vlam staan? Niet dat dat kan natuurlijk, maar toch. Het ging om het principe. Als ik nu al redelijk warm wordt van hem, hoe zal het dan wezen als hij me aanraakte of wat dan ook.
De cupcakes zelf waren beeldschoon, niet zo mooi als je de winkeljongen natuurlijk. Ja, zo noemde ik hem, want ik ben nog niet achter zijn naam gekomen. De cupcakes hadden op enkele plekken wat verbranden stukjes die we verbergen door een laagje botercrème op te doen. Helaas hadden we niet het geluk gehad om de cupcakes zelf op te kunnen eten, want de cakjes moesten we, met tegenzin, delen met de ouders van Meghan. Heel de tijd hadden hun een cakje opgeëist, omdat we gebruikt maakte van hun keuken. We waren de slechtste natuurlijk niet en gaven ieder eentje.
Nu zaten we samen een film te kijken in Meghans kamer, die overduidelijk vrouwelijk was. Haar ene muur was roze geschilderd, waar ook allerlei fotolijstje hingen met haar vrienden, familie en huisdieren erin. En ja ik heb ook de eer gekregen om op haar muur te komen staan. Naast haar roze muur heeft ze ook nog een groot aantal roze accessoires die overal in haar kamer stonden. Ze heeft het wel mooi afgestemd met wit, zoals de overig muren, het bed, het ander meubilair, ect. Waardoor haar kamer geen explosie van roze is.
Het bed waar we opzaten was een grote bed, met een talrijk aantal kussen die er verspreid over lagen. Ze had het versierd door de omtrek van haar bedwand te verlichten. De tv zat tegenover het bed aan de muur geïnstalleerd. De film die er afspeelde was een horror film, waar een enge stalker ieder nacht bij het huis stond van de hoofdpersoon. Hij belde iedere avond op precies 17uur om mede te delen dat hij haar gaat vermoorden. Natuurlijk kwam dat pas wanneer de spanningsboog zijn hoogste punt bereikte. Er moest ook natuurlijk een echt held tussen zitten die en poging deed hem te stoppen, maar zoals verwacht zelf op brute wijzen wordt vermoord. Zelf had ik geen probleem om een horror te kijken, maar als het bij mij gebeurd was het een ander verhaal. Naast me zat Meghan die werkelijk peentjes zat te zweten. Ze gilde het uit als er iets gebeurde en durfde de film bijna niet te kijken. Toen we, naar de film, gingen slapen sputterde ze al tegen toen het licht uit moest. Ik merkte dat ze verstijfd naast me lach en luisterde naar elk geluidje die er te horen was. Als ze iets onbekend hoorde dook ze meteen onder haar deken, waarna ik haar troostte en vertelde dat er niks was.
"Val?", vroeg Meghan die naast me lag.
Ik maakte een instemmend geluidje dat ik nog wakker was. Het was donker, waardoor ik Meghan niet kon zien. Enkel was er een klein kiertje tussen de gordijnen waar wat licht uit kwam.
"Ik heb het gevoel dat iemand ons aankijkt." Dit was niet de eerste keer dat ze zoiets zei. Door de nacht heen heeft ze al een paar keer geroepen, omdat ze iets hoorde. Nu had ze het gevoel dat iemand ons aanstaarde, van buitenaf. Of ze had een zesde zintuig, waardoor ze alles kon voelen, zien en horen wat er buiten afspeelde of ze was nog te veel met de film bezig. Ik gok het laatste. Ik kon het niet laten om te grinniken, waardoor ik een stop tegen me zij kreeg.
"Ik meen het hoor Val."
"Er is vast niks Meg."
"Ik weet het niet.", zei ze treurig. "Wil je kijken?"
Ik mompelde wat tegen haar en stapte vervolgens het bed uit. Ik zal maar kijken, zodat ik haar kan bewijzen dat er niks aan de hand is en we veder konden slapen. Het is een hele hindernis om naar het raam te komen, want overal lagen kledingstukken, kussens en een tas waar normaal gesproken me spullen zat, maar die heb ik om een of andere reden gestrooid in de kamer.
Naar wat struikelen kwam ik bij het grote raam. De gordijnen die normaal gesproken een roze kleur had was nu donker van kleur. Ik schoof het gordijn wat veder opzij, zodat ik volledig zicht had op het uitzicht. Ik vond het overdag al een mysterieuze uitzicht, maar in het donker overtreft het alles. De bomen die er stonden waren nog duisterder dan het al was. Het leek net in de film die we net keken, waar de hoofdpersonage ook bij het bosrand woonde. Ik keek lang de bosrand en zag een vage schim. Geschrokken deed ik een stap naar achter. Was het echt wat ik daar net zag? Ik schudde me hoofd en keek nog een keer in dezelfde richting. Verbeeld ik het me nou? "Meg?", vroeg ik licht onzeker.
Ik kreeg een instemmend geluid te horen.
"Wil je komen?"
Meghan aarzelde even, maar kwam toch haar bed uit om naast me te staan. Zij had de zelfde gezichtsuitdrukking als ik, toen ik het voor het eerst zag. "Is het...is het...", stamelde ze.
Ik knikte als teken dat ik haar begreep. "Het is...Ik weet het niet precies. We moeten gaan kijken." Ook al was ik geschrokken was ik toch nieuwsgierig om wat er daar buiten stond. Ik wilde, ik moest weten wat ons bekeek.
Meghan herhaalde de laatste zin een paar keer en hoe vaker ze het herhaalde, hoe angstiger ze werd.
"Ik wil anders ook alleen gaan.", wilde ik haar geruststellen.
"Ik laat je dat niet alleen aan doen.", mompelde ze. We keken nog een keer naar het ramen, het stond er nog steeds. We schraapte alle moed die we hadden bij elkaar en deden onze warme laarsjes aan. Ik pakte me oranje vest, die ik over me vrolijke pyjama aan deed. Ik heb geluk gehad dat het donker was, want ik zag er belachelijk uit in deze outfit. Stiekem hoopte ik dat de temperatuur niet te ver is gedaald, anders zou ik eerder dood gaan van onderkoeling dan van die schim.
Ik had medelijden met Meghan die naast me angstig zat te bibberen. Mijn angst was voor een grote deels afgeschermd, doordat me nieuwsgierigheid de hand had. We liepen de kamer uit richting de trap. "Meg, als je echt niet wilt kan je nog terug gaan hé."
Meghan schudde haar hoofd en gebaarde dat het goed kwam. Ik wist dat ze me niet in de steek wilde laten, hoe eng het ook was. Ze gaat liever dood, dan dat ze angstig voor het raam zat gescholen en mij zien lijden. Met haar aan me arm gekneld liepen we de trap af die gelijk bij de voordeur uit kwam.
We stonden nu voor de deuropeningen en tuurde naar de plek. Nog altijd stond daar een gestalte. Het was een zwarte schim die tussen de bosjes stond. Nog steeds was ik niet overtuigd dat het echt kon zijn. Het kon natuurlijk ook een verbeelding wezen, die we toevallig samen deelde.
"Val, pak aan.", zei Meghan die iets zekerde was dan in het begin. Ze duwde een honkbalknuppel in me armen. "Gewoon voor de zekerheid.", melde ze.
Er zijn nog geen reacties.