Als we weer in de bewoonde wereld komen, laat Sam me meteen los. Ik kijk hem zielig aan, maar begrijp het. Angst is een bijtend beestje.
Aan de voordeur kijk ik naar links en zie hoe de bruinharige jongen me nog een laatste glimlach schenkt voor hij binnengaat.
‘Dag ma!’ roep ik door het hele huis, trek mijn schoenen uit en loop meteen door naar mijn kamer om schone kleren aan te trekken. Op de achtergrond hoor ik haar nog iets terugroepen, maar ik registreer het maar half.
In mijn kamer kijk ik uit het raam en zie Sam zijn gordijnen toetrekken. Net op het moment dat ik denk dat hij me niet gezien heeft, kijkt hij me aan. Zijn ogen zijn rood en kijken ietwat betrapt naar beneden. Een akelig schuldgevoel stroomt door mijn hele lijf. Ik slik. Waarom maken ze het ons zo moeilijk? Liefde is liefde, toch? Ach, generaties verschillen en geen van ons twee kan er iets aan doen dat onze ouders zo enggeestig zijn.
Telkens als ik daaraan denk, vraag ik me af hoe het zou zijn geweest als mama en papa niet gescheiden waren. Zou papa goed reageren? En wat met Sams moeder? Zou die zich omdraaien in haar graf of het aanvaarden? Zijn vader alvast niet, daarvan ben ik overtuigd.
Sam is verdwenen achter de gordijnen. Het enige wat ik nog zie is zijn silhouette, gevormd door het licht in zijn kamer. Zijn raam staat half open, waardoor ik hoor hoe hij de volumeknop van zijn stereo opendraait tot het maximum.
Ik zucht. Vaak doe ik hetzelfde, maar mijn hoofd staat er nu niet naar. Mijn gedachten blijven maar malen over vandaag. Hoewel het nu weer goed is tussen ons, heb ik nog steeds het gevoel dat we niet aan hetzelfde eind trekken. Ik heb geen zin meer in geheimdoenerij, maar ik wil ook niet instaan voor de gevolgen als iemand het te weten komt.
Alweer komen de vragen die ik me iedere nacht stel. Wat zullen ze zeggen? Zullen ze het kunnen accepteren? Wanneer zal ik eindelijk weer kunnen slapen?
De garagepoort onderbreekt mijn gedachten. Open, fiets buiten en weer dicht is alles wat mijn oren moeten horen om te weten dat ik in tien minuten alweer alleen thuis zal zijn.
Mistroostig ga ik op mijn bed zitten en kijk opnieuw door het raam. Het uitzicht is nog steeds hetzelfde. Het is allemaal nog steeds hetzelfde. Als we zo doorgaan, is er binnenkort nog steeds geen schot in de zaak…
Nee, het stopt hier! Nu meteen! Het bijtend beestje heeft me dan misschien ook wel te pakken, maar ik vecht terug!
Vastberaden spring ik recht en grijp naar mijn gsm om Sam te laten weten dat ik het ga zeggen. Ik ren mijn kamer uit, de trap af en struikel bijna over mijn eigen schoenen als ik de voordeur uitren. Hopelijk is mama nog niet vertrokken.
Ik zwaai de deur open en zie haar wegrijden. Verdomme! Op hetzelfde moment zie ik Sam naar buiten lopen. Eens hij mij ziet, stormt hij in zijn paniek op me af, zo snel dat hij tegen me aanbotst. Ik kijk hem recht in de ogen en kan de angst er zo uit aflezen.
‘Het komt goed.’ fluister ik. Sam wil iets terugzeggen, maar ik smoor ieder woord met mijn mond. Tot mijn verbazing duwt hij me niet weg, maar slaat zijn armen om me heen. Hij glimlacht en ik voel de opluchting. Het kan hem niet meer schelen. En mij ook niet.
We gaan zo op in het moment dat we amper nog horen hoe er een auto voor de deur stopt. Een klik maakt duidelijk dat het portier opent en met een harde klap slaat het al even snel terug dicht. Verschrikt kijken Sam en ik op.
‘Papa!’
Met stomheid geslagen kijkt Sams vader ons aan.
‘Het is niet…’
‘Jongen…’
Sams vader kijkt zijn zoon teleurgesteld aan. Die laatste durft kennelijk geen woord meer uit te brengen. Ik zucht.
‘Wij zijn verliefd op elkaar.’
Apetrots sla ik mijn arm om Sams schouders.
‘Ik heb jou niks gevraagd!’ snauwt zijn vader en zonder nog iets te zeggen draait hij zich om, stapt weer de auto in en rijdt weg. Naast me kijkt Sam hoe de auto om de hoek van de straat verdwijnt. Hij snikt, maar veegt zijn tranen weer weg met zijn arm.
‘Ik wil niet huilen. Hij had het ooit toch geweten.’
‘Ik ben trots op je.’ Sam glimlacht waterig.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen