Elaimet 11
“Ja, die twee kennen als geen ander alle hoeken en gaatjes in het hele rijk,” voegde de keijuk eraan toe. Er klonk wat onderdrukt gegrinnik. Dat had ik niet verwacht.
De tovenaar vergezelde me naar buiten. Opnieuw deed ik de deur zonder moeite open. Ik werd overspoeld door een orkaan van geluid. Ik drukte mijn handen tegen mijn oren. In de korte tijd dat ik binnen was geweest, leek het aantal wezens voor het raadsgebouw verdrievoudigd te zijn en ze juichten me allemaal toe. De tovenaar was naar Hevon en Perho gelopen en wisselde enkele woorden met hen.
“Stilte!” De draak stond plots achter me. Het was onmiddellijk stil. Alleen het geklepper van vleugels was nog hoorbaar. “De Elaimet krijgt zo dadelijk een rondleiding door ons rijk. Hevon, Perho en Sininen vergezellen hem. De rest van jullie laat hem met rust.” Ik voelde hoe alle ogen op mij gericht waren terwijl ik met de hulp van de tovenaar op Sininens rug klom. We stegen op en iedereen ging voor ons opzij. “Elaimet,” werd er overal gefluisterd.
“Waar wil je eerst heen, Jalo?”
“Ik heb geen idee. Ik ken hier niets.” Het was fijn om mijn eigen naam weer te horen in plaats van dat rare Elaimet.
“Dan zullen we je eerst laten zien waar wij wonen.” Dat leek me geweldig. Ik was echt nieuwsgierig naar hoe hun huis eruit zou zien. Tot mijn verbazing lieten we de stad al gauw achter ons.
“Wonen jullie niet in de stad?”
“Ben je gek! Daar valt helemaal niets te beleven. Het is er altijd zo druk en men weet niet wat een goeie grap is.” Hevon knikte bevestigend. Ik keek van de een naar de ander. Ik had het gevoel dat ik nog wat zou beleven met die twee.
Er zijn nog geen reacties.