Foto bij Elaimet 10

“Weet u waarom we u hier uitgenodigd hebben?” Zei die enorme rode draak nu echt ‘u’ tegen mij, een simpele boerenjongen?
“Ik… Ik zou het niet weten…”


“Dan zal ik het u uitleggen, jonge Elaimet.” Weer dat ‘Elaimet’. Wat zou dat toch betekenen?
“Perho heeft ons verteld hoe u Hevon gevonden en verzorgd hebt. Volgens Hevon leek u zowat aan te voelen wat hem mankeerde.” Ik wist niet wat zeggen. Ik had inderdaad geweten dat Hevon nog iets aan zijn been had, maar dat had ik uit Hevons gedrag afgeleid. Ik werkte al mijn hele leven met dieren, dan was zoiets toch niet bijzonder? “U moet weten dat zoiets heel erg zeldzaam is.”
“M-maar ik…”
“Het is een heel bijzondere gave. Het komt maar eens in de elf generaties voor. We mogen van geluk spreken dat we u op zo’n jonge leeftijd gevonden hebben, Elaimet.”
“Ik… Ik begrijp het niet.”
“Uw mogelijkheid om wezens aan te voelen en ermee te communiceren, is slechts een van uw vermogens. Zo is er bijvoorbeeld de Raadsdeur waardoor u binnengekomen bent. Normaal gezien kan die alleen geopend worden door de voltallige Raad. U kan dat in uw eentje.” Die deur was zo eenvoudig opengegaan en nu vertelde hij me dat hij dat niet in zijn eentje kon? Hij was een reusachtige draak! “En dat is nog niet alles, maar het is vrij moeilijk om u dat uit te leggen zonder dat u over voldoende kennis van het Wolkenrijk beschikt. Daarom stel ik voor dat we deze vergadering beëindigen en iemand u eerst een rondleiding geeft.”
“Het is misschien een goed idee om dat aan Hevon en Perho toe te vertrouwen, zij kennen hem intussen,” zei de tovenaar.
“Ja, die twee kennen als geen ander alle hoeken en gaatjes in het hele rijk,” voegde de keijuk eraan toe. Er klonk wat onderdrukt gegrinnik. Dat had ik niet verwacht.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen