"Daar hebben we on Caratje weer." roepen een aantal meisjes. Cara negeert ze gewoon en loopt naar de fietsenstalling. Cara haat school. Ze wordt ontzettend gepest door haar gavens. Iedereen denkt dat ze ze niet heeft, omdat ze ze nooit op school gebruikt. Ze loopt naar de klas, ze heeft toch geen vrienden, waarom zou ze op mensen wachten? Ze loopt de klas in en gaat bij het raam voor de juf zitten. Ze pakt een boek uit haar tas en begint met lezen. Na zeven minuten komt de juf binnen, de Frans juf wordt hun nieuwe mentor, yay... Cara haalt altijd negens en tienen voor Frans, maar de juf haalt haar altijd naar beneden. Waarom weet ze niet. Cara zegt hoi en gaat verder lezen. Haar boek gaat trouwens over weerwolven. Cara was al sinds haar zesde gek op weerwolven omdat ze net als zij gavens hebben. Alleen hebben hun maar 2 of 3 gavens en zij ieder jaar +één. Ook kunnen zij in een wolf veranderen en hebben een mate, iets wat cara wou dat ze kon. Langzaam stroomt de klas vol. Iedereen mijdt Cara, wat ze helemaal niet zo erg vindt, behalve een nieuwe jongen. Hij loopt naar haar toe en vraagt: “is dit plekje vrij?” Cara kijkt hem verbaasd aan maar na een tijdje knikt ze. Ze leest rustig verder in haar boek. Ze hoort wat gerommel naast zich en kijkt opzij. Ze ziet dat de jongen ook een boek heeft gepakt, sterker nog, hetzelfde boek als zij. ‘is hij ook een wolven fan?’ denkt ze. Ze gaat weer verder alsof ze niks gezien heeft totdat de jongen wat vraagt aan haar. “Welk boek lees je?” vraagt hij. Cara laat de voorkant van het boek zien maar zegt niks. “ha wat toevallig ik ook! Welk hoofdstuk?” zegt hij. Cara slaat het hoofdstuk open waar ze nu is, oftewel hoofdstuk 11. “ik ook!” roept hij. “ik heet Luka trouwens.” Zegt hij. “Cara.” Mompelt ze. “leuk je te ontmoeten Cara.” Zegt Luka. ‘wauw er is iemand aardig tegen me dat is nieuw.’ denkt Cara. “luister Luka, je kan beter niet tegen me praten of vrijwillig naast me zitten, dan wordt jij dalijk ook gepest net als ik.” zeg ik fluisterend. Hij kijkt me nogal verbaasd aan. “geloof me, dat boeit me niet. Dan worden we maar samen gepest. Ben je ieder geval niet alleen.” Zegt hij. Nu kijk ik weer verbaasd op maar laat het dan maar zitten. “Oké klas welkom in het nieuwe schooljaar! Ik ben jullie mentor mevrouw van der Vink.” Zegt de mentor. “Hallo.” klinkt het gesmoord door de klas. “ik zie dat we een nieuwe leerling hebben.” Zegt de juf. “Hallo, ik ben Luka en ik ben 16 jaar.” Klinkt het naast mij. ‘Ik kijk niet eens opzij weet je, zoveel boeit het me niet.’ Dacht Cara. ‘Oké ik heb niet eens naar hem gekeken weet je, zoveel boeit het me niet, hij zal me binnenkort ook wel pesten. Het boeit me niet hoe hij eruit ziet, het enige dat me nu boeit is mijn boek, en dat hij hetzelfde boek leest. Dat hij ook van wolven houdt, ach ja, zolang hij het niet laat merken vindt ik het best weet je, ik gun hem deze hel niet.’ “Cara!!” roept de mentor. “Huh wat?” zegt ze. “we gaan naar de gymzaal, kan jij Luka naar zijn locker brengen en dan naar ons toe komen met hem?” vraagt de mentor. Ik knik. “goed, we gaan!” roept ze. “Oke waar is je locker?” vraagt Cara. ”Uhh nummer 296.” ‘leuk hij zit ook al naast me.’ Dacht ze. “oke kom maar mee.” zeg ik zuchtend. Ik loop het lokaal uit en naar mijn locker, en dus ook de zijne. “hier is het.” Zeg ik terwijl ik de zijne aanwijs. Ondertussen doe ik mijn locker die er naast zit open. Ik haal mijn gymspullen eruit. “Dus je zit naast me, leuk!” zegt hij opeens. ‘wat is er toch met hem, waarom is hij zo aardig? Straks na gym doet hij wel anders.’ Dacht cara. “Kom we moeten gaan.” zegt ze en loopt naar de gym. “hier is de jongenskleedkamer. Succes!” roept ze en loopt naar de meisjeskleedkamer.

 Als ze in de gymzaal staat gaat alles mis. Ze krijgt 4 ballen tegen haar hoofd met trefbal, 3 in haar buik en is telkens als eerste af. Na de gym is het ook niet veel beter, ieder meisje in de kleedkamer begint met haar uitschelden omdat ze zo slecht was. Ze was zo blij toen de dag voorbij was en racete naar huis. Eenmaal thuis ging ze naar haar kamer om haar gavens te oefenen. Ze pakte een glas water, deed wat aarde van buiten in een bakje en zette het op de grond. De liet eerst het water zweven, toen bevroor ze het en toen dronk ze het op zonder het glas te gebruiken. Toen richtte ze zich op de aarde, ze liet het vormen aannemen zoals een vis, een kat en een ster. Ze liet het terug in het bakje zakken en pakte een nieuw glas water. Ze liet het water naar de aarde zweven en mengde het tot modder. Ze liet het weer zweven, wat veel moeilijker was dan alleen water of alleen aarde. Toen liet ze het in het bakje voor aarde pakken en probeerde het water te scheiden van de aarde. Het duurde even maar na een tijdje lukte het. Het water was even helder als eerst en de aarde was helemaal droog en brokkelde uit elkaar. “woehoe!!!” schreeuwde ze. Dit was de eerste keer dat het lukte. Toch nog iets goed deze dag.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen