[6/6]
Mijn dank aan de lezers en de personen die steeds een reactie hebben achtergelaten.
[6]
Toms uitdrukking veranderde in wanhoop, verwarring. Hij begreep er niets meer van. Hij begreep niets meer van zijn broertje.
‘Wat is er toch met jou? Waarom doe je zo? Je houd van Tokio Hotel.’ Zijn woorden veranderden in een fluistering, hopeloos omdat hij de situatie niet onder controle had, omdat hij geen enkele reden kon verzinnen voor het gedrag van zijn broertje.
‘Ik begrijp het niet.’
‘Luister niet naar hem. Hij wil je lokken. Juist nu wil hij je te pakken krijgen. Wees op je hoede. Mij kun je vertrouwen, hem niet.’ De woorden klonken fel door zijn gedachten heen. Ze had gelijk. Hij moest oppassen.
‘Nee, ik luister niet naar hem. Ik luister naar jou.’ Fluisterend sprak Bill de woorden uit. Een zekerheid voor zichzelf. Zo dacht hij het niet alleen maar, maar bevestigde hij het ook door het uit zijn eigen mond te horen zeggen.
‘Naar wie luister je niet? Wie wel?’ vroeg Tom verward en bestudeerde de houding van zijn broertje. Totaal van de wereld.
‘Bill? Tegen wie praat je?’ Tom werd langzaamaan onrustiger, bezorgder. Wat speelde er in het hoofd van zijn broertje af?
‘Stil maar.’
‘Ja, stil.’ Bill klapte zijn lippen stijf dicht en sloot zijn ogen om het beeld van zijn zogenaamde broer niet te hoeven zien. Hij begreep nog steeds niet hoe hij al die jaren zoveel vertrouwen in hem kon hebben gehad. Hoe kon het dat hij toen niet door zijn leugens heen kon prikken? Wat was er dan veranderd? Wat had hem de ogen geopend? Zij. Haar stem. Maar zij was er niet altijd geweest. Zij was er niet vroeger om hem de weg te wijzen. Hoe kwam het dan dat ze er nu wel was? Een moment van twijfel overnam hem. Twijfel die er nooit eerder was geweest. Wat als zij juist zijn vertrouwen schaadde? Geloofde hij zomaar in een onbekende stem, een onbekend iets die hem vertelde hoe alles zat? En toen kreeg hij het besef. Het besef dat al veel eerder had moeten komen. Nu had hij er niets meer aan. Niet nu. Alles was al kapot.
‘Bill toch. Je hebt jezelf gered. Ik heb je geholpen. Zonder mij was je nu al in de afgrond beland. Ik heb het beste met je voor...’ Haar zachte stem galmde weer door zijn hoofd, maar dit keer geloofde niet zomaar alles. Dit keer trok hij haar woorden in twijfel. Voor de eerste keer.
‘Wie zegt dat jij niet liegt? Wie zegt dat jij me wilde helpen?’ vroeg hij onzeker aan haar. Hij schudde kort zijn hoofd, toen hij realiseerde dat hij tegen lucht zat te praten. Zijn handen vlochten zich in zijn haar, trokken er kort aan om een vorm van frustratie te uiten. Hoe had hij het nooit raar kunnen vinden dat er iets in zijn hoofd tegen hem praatte? Het klopte niet.
‘Bill?’ vroeg Tom voorzichtig en plaatste zijn hand op de schouder van zijn broertje. Deze keek hem even aan, pinde zijn ogen vast in die van hem. Hij zag hoe ze hem om hulp leken te schreeuwen. Een enkele traan gleed over zijn wang en vermengde zich met de zwarte lokken haar die roerloos naast zijn gezicht hingen.
‘Bill, geloof me. Je kunt hem niet vertrouwen.’ Hij knikte onmerkbaar en schudde plots de hand van zijn broertje weg. Hij wist niet meer wat hij wel moest geloven, wat hij niet moest geloven.
‘Je krijgt me niet!’ Schreeuwend stond hij plots op en hield zijn vuist in de lucht. Dit was hij helemaal niet van plan geweest te doen, maar hij handelde impulsief op het moment. Alles ging impulsief.
‘Wat is er toch? Bill?’
‘Bill...’
‘Nee, laat me met rust...’ smeekte hij beiden. Hij gaf een harde dreun tegen zijn broertje aan. Een harde dreun voor zijn knokkels, maar een licht plofje voor de jongen die de klap had opgevangen.
‘Wie moet je met rust laten Bill?’ vroeg Tom nu helemaal verward. Hij wilde hem zo graag helpen. Hij begreep er echt totaal niets meer van. Alles wat zijn broertje zei, tegen wie hij het zei.
‘Jij. Nee, zij.’ Bills hoofd ging heen en weer, beslissend tegen wie hij het moest hebben.
‘Zij?’
‘Zij. Haal haar weg! Ze blijft praten. Tom, ik ben bang,’ fluisterde hij tegen zijn broertje. Tom ging naast hem zitten, plaatste zijn hand op de rug van zijn broertje om hem gerust te stellen. Hij zou nog boos moeten zijn om alles wat zijn broertje had gedaan. Maar iets vertelde hem dat dit allemaal niet zijn keuze was. Niet zijn vrijwillige keuze. Hij trok hem naar zich toe en omhelsde hem voorzichtig.
‘Je maakt het makkelijk voor hem, Bill.’ Zijn hoofd begon hevig te schudden. Hij wilde niet meer luisteren. Zij vertelde hem dat hij niet te vertrouwen was, maar hij voelde zich veilig op het moment. Hij voelde zich veilig in de armen van zijn broer.
‘Zij vertelde me alles.’
‘Wie?’
‘Zij. De stem.’ Hij wees naar zijn hoofd en tikte twee keer zacht op de plaats waar zijn slaap moest zitten. Meteen erna liet hij zijn hand weer zakken.
‘Ik hoor haar,’ fluisterde hij angstig.
‘Je hebt hulp nodig.’
Nieuwsbericht 19 december 2009
Bill Kaulitz, de beroemde zanger van de band Tokio Hotel, is gisterenmiddag opgenomen in een psychiatrische instelling. Eerder had de jongen een live performance gespeeld waarin hij zich heel raar gedroeg. Hij zoende zijn tweelingbroer Tom Kaulitz, die in shock verkeerde na het hele gebeuren. Ook was er een opgenomen bandje als bewijs geleverd dat hij een paar schokkende uitspraken over zichzelf en zijn medebandleden had gedaan.
Nu zit de zanger in de psychiatrische instelling van Berlijn. Er is informatie gelekt dat prijsgeeft waarom de jongen al die dingen had gedaan. Het schijnt zo te zijn dat de zanger een stem hoort.. Een tragisch gebeuren. Tokio Hotel is uit elkaar gevallen. Vele fans zijn geshockeerd, teleurgesteld. Een nieuw geopende geschiedenis in het sterrenleven. Zo zie je maar, soms stijgt het geld letterlijk naar je hoofd.
Reageer (2)
Whaw prachtig einde al had ik wel stiekem op een goeie afloop gehoopt:P
1 decennium geledenxx C
Het was echt prachtig! Maar wel schokkend dat hij naar een psychiatrische instelling moet! En het was echt eng met die stem.
1 decennium geledenMaar het was echt een prachrige story en ORIGINEEL!