3.1
Ik stapte het huisje binnen en nam plaats naar de stoel die de vrouw aanwees. Het was een simpele houten stoel met een een groen katoenen kussentje erop gelegd. Voor me werd een kop thee neergezet met daarnaast de theedoos. Er zaten zes verschillende smaken in. Aarzelend pakte ik een theezakje en deed het in het kokende water. Het water kreeg als snel de juiste kleur. Ik haalde het zakje eruit en legde het op het papiertje neer. De vrouw keek me glimlachend aan. De man die erbij stond was al weer verdwenen.
"Ik heb muffins gebakken. Wil je er ook een?"
Voordat ik antwoord kon geven sprongen de vijf personen die op de bank zaten op en sperde naar de vrouw toe die de schaal met muffins in haar handen had. Voordat de jongens het kon pakken haalde ze de schaal weg. "Eerst deze jongedame en dan jullie." sprak ze de jongens streng toe. Ze keken sip toe hoe de schaal naar me toe ging en ik een muffin pakte. Ik mompelde een bedankje en at stilletjes de muffin.
"Jou heb ik wel eens gezien.", zei een van de jongens. Verbaasd keek ik hem aan. De jongen had, net als de andere, een roestbruine huid. Hij zag er jeugdig uit vergeleken met de rest. Zijn haar was kort warrig en had de kleur zwart. Zijn bruinen ogen waren op mij gericht. Glimlachend wachtte hij op antwoord. "Zou kunnen.", mompelde ik. Het zou inderdaad kunnen dat hij het over mij had, maar dat was een kans van vijftig procent.
"Ik weet zeker dat jij het was. Jij was de jogger die ik gezien had."
Ik haalde me schouders op. "Ach dat kan wel."
De jongen schudde hevig zijn hoofd. "Ik weet het honderd procent zeker."
Ik lachte om de vastberadenheid. En ik was niet de enige die lachte. De vrouw die ook het gesprek volgde lachte mee. De jongen keek ons niet begrijpend aan. "Seth, ze is een tweeling."
De jongen wreef over zijn achterhoofd en probeerde de puzzelstukjes te plaatsen. "Maar jullie...jij...als zij op jou lijkt, dan...dat is onmogelijk.", stamelde de jongen die de naam Seth had.
Ik grinnikte en liet hem een foto zien van mij zus en ik. Het was een foto die ik het leukste vond van ons tweeën. Het was op vakantie in Griekenland waar we bij het strand een foto nam. We droegen beide een witte jurkje, maar het had een andere patroon en vorm. Een was strapless en de andere had spaghettibandjes.
De jongen keek me aan of ik geen grap maakte. "Dat is Vanessa, met tweelingzus en niet een of andere kloon of zo."
Nadat de jongen weer geruststellend veder kon gaan met waar hij mee bezig was stond ik op. "Ik denk maar dat ik weer vertrek. Bedankt voor de thee en muffin."
De vrouw, van wie ik eindelijk haar naam weet, stond op en begeleide me naar de deur. Kort zei ik gedag tegen de jongens die weer voor de buis zaten en liep mee met Emily. We namen afscheid en ik liep het huisje uit richting de bossen waar ik een uur geleden uitkwam.
"Je weet dat het gevaarlijk is hier."
De stem deed me schrikken, waardoor ik automatisch de jongen een klap voor zijn kop verkocht.
"Zo te zien kan je jezelf wel verdedigen.", lacht hij.
Ik was een beetje tot rust gekomen en keek de jongen aan. Hij was lang, groot en had een hoop spier bij zich. Zijn haren waren zwart en had een roestbruine kleur, net als de jongens die bij Emily zaten.
"Deed ik je pijn?", zeiden we tegelijkertijd. Ik schudde met hoofd, de jongen schudde eveneens zijn hoofd. "Ik heb alleen nog nooit zo doelgericht meisje gezien.", lachte hij.
"Het is eerder een reactie.", mompelde ik.
Een tijdje zeiden we niks en ik merkte op dat hij me griezelig aan staat te staren. Zijn mond was half open en het leek wel of hij in slaap stand stond. Voor de zekerheid zwaaide ik me hand voor zijn ogen. Beetje bij beetje kwam de jongen weer terug op aarde. "Gaat het? Je leek wel of je elk moment van aarde kon vertrekken.", grinnikte ik. De jongen keek me echter niet zo lachend aan. Ik bespeurde een vlaag van teleurstelling in zijn ogen wat veranderde in woede. "Ik moet gaan.", zei hij nors. Voordat ik terug wilde antwoorden was hij al weg.
Ik haalde me schouders op en beende me terug naar huis. Waarschijnlijk was me moeder al op me aan het wachten en eer dat ik thuis ben ik Vanes ook al thuis.
Toen ik de bekende straat in liep naderde ik al snel het huis waar we wonen. Ik zag de mini al staan wat betekende dat me tweelingzus al thuis was. Gehaast liep ik naar de witte voordeur waar ik de sleutels in het slot stak. "Ik ben thuis.", deelde ik mee. Nog geen tel later kwam me moeder aangehold. De bruine krullen wiebelde mee met haar bewegingen. Ik overhandigde haar het pakketje en liep naar boven. Ik kon niet wachten tot ik deze half doorweekte kleren uit mocht doen en te veranderen in me joggingpak.
"Had je je zus maar niet moeten uitlachen.", hoorde ik de vertrouwde stem van me zus. Ik keek haar quasi-kwaad aan waarnaar ik naar haar toe holde. Ik opende me armen en knuffelde haar stevig. Vanessa was verrast door de actie en het duurde even totdat ze begreep wat me plan was. "Het heeft zo zijn voordelen.", lachte ik. Me zus probeerde zich los te wurmen. Wat moeilijk lukte totdat ze me begon te kietelen. Meteen liet ik haar los. Voldaan keek ze me aan. In de kortste keren belanden we in een kietel gevecht waar ik de winnende hand heb totdat me moeder de trap op kwam met een plantenspuit. Beide kregen we water in ons gezicht. Meteen stopte we en keken we onze moeder aan die nog de groene plantenspuit in haar handen had. "Hier wordt er geen kietel gevecht gehouden.", zei ze streng. Voordat we ons wilde verdedigen ging ze weer naar beneden.
Verslagen liep ik naar de badkamer. Het was een redelijk grote badkamer met een douche, kraantje, toilet en wat opbergkastjes erin. Alle hadden een witte kleur. Het enige waar een beetje kleur inzat was in de handdoeken en washandjes die hier bevonden. Als snel had ik me kleren opgehangen en nam ik een korte douche waarna ik me joggingpak aan deed.
Er zijn nog geen reacties.