Hoofdstuk 21
De kleine witte kitten strompelde een open plek op, omringd door vier gigantische eikenbomen. Ze was haar familie kwijt geraakt, en had eigenlijk nog steeds melk nodig. Het poesje was uitgehongerd, oververmoeid, en als ze niet snel hulp zou krijgen zou ze het niet overleven. De witte kitten haalde het nog net tot het midden van de open plek waar ze in stond, voor ze in elkaar stortte. Ze liet nog net een harde piep voor hulp horen voor ze buiten bewustzijn raakte.
Toen ze wakker werd voelde ze zich licht in haar hoofd, en alles leek te draaien. Ze zag een paar schaduwen op haar afkomen. Ze knipperde, tot ze weer scherp zag. Ze zag drie katten op haar afrennen. De kleine witte kitten liet een zwakke piep horen. 'Wat is je naam kleintje?' vroeg een van de katten warm en zorgelijk. Alleen de kitten was zo zwak dat ze niks meer uit haar keeltje kreeg, zelfs geen zachte piep.
Er zijn nog geen reacties.