3.2
‘Veel plezier!’, de sarcastische stem van Valentina galmde in mijn oren. Ik keek quasi lachend naar mijn zus voor ik haar al gepasseerd had. De horde leerlingen liepen mij als koeien voorbij, alsof ze voor het eerst na lange tijd naar buiten mocht. Een klein groepje leerlingen stonden al bij het klaslokaal van Meneer Hilson, de verschrikkelijke scheikunde leraar die ook nog eens mijn wiskunde docent bleek te zijn.
De deur werd geopend en iedereen liep naar binnen.
‘Mevrouw Penn.’, zei Hilson op een lage en waarschuwende toon, dat ook iets van sarcasme in zich had.
‘Meneer Hilson.’, zei ik op een precies dezelfde toon. Hij strook zijn roet zwarte haren op zij, de bril zat hoog op zijn neus. De wenkbrauwen waren dik en netjes in model gekamd.
Zoals altijd zat ik bij Jack.
‘Je raadt nooit waar ik nou weer bij zit met Mens en Technologie.’, zei ik gefrustreerd. Jack haalde zijn schouders op. ‘Nou die twee leeghoofden, Rick en Xander.’
Jack begon te grinniken. Ik stompte op zijn schouder.
‘Dat is niet grappig. Ik weet nu al dat ik alles moet doen. En straks krijgen zij hun punten door niets te doen.’
‘Vanes, je verzint er wel wat op. Dat doe je altijd.’, Jack probeerde mij gerust te stellen. ‘Weet je nog die ene keer dat je met Jessica in het groepje zat. Nou je heb toch mooi een negen kunnen halen.’
‘Jack en Vanessa!’, de schele stem van Hilson galmde door het lokaal. Ik keek op en rees afwachtend mijn wenkbrauwen.
‘Ik waarschuw niet meer!’, zei hij bedreigend erachter.
‘U kon ook eerst vragen of we stil wilde zijn.’, beet Jack toe.
‘Zoals u dat van ons verwacht als we iets niet snappen.’, vulde ik Jack aan. ‘Meneer kunt u…’, imiteerde ik voor de duidelijkheid een stem na.
‘Kijk en dan hadden we heus wel onze monden gehouden.’, zei Jack tot slot.
‘Ik weet ook een manier.’, zei Hilson met een glimlach. ‘Vanessa verhuis jij maar naar de andere kant van het lokaal op het lege plekje.’
‘Maar, die is al bezet.’, zei ik al opstaand.
‘Nou Jack dan heb jij ook gelijk een nieuwe buurman. Hup hup!’, Hilson klapte twee keer in zijn handen. Ik pakte mijn spullen op en verhuisde vijf tafels naar rechts en ging zitten naast een lid van de Cullen.
‘Niet te geloven.’, mompelde ik in mijzelf toen ik zat.
‘Niet te vrede, zus van Valentina?’, zei Emmett uitdagend, alsof hij ook elk moment verwachtte op een uitval. Ik glimacht quasi te vrede en sloeg het boek open.
‘Heel te vrede, lid van de Cullens.’, ik kon het niet laten om er op in te gaan. ‘Die gozer heeft het echt op mij gemunt. Kijk dat hij mij niet mag is te begrijpen, maar dan hoe hij dat niet elke keer duidelijk te laten maken.’, ratelde ik zacht door, zo zacht dat geen mensenoor mij had kunnen verstaan.
‘Ach, de leraar bedoelt het goed.’, sprak Emmett.
Ik keek hem verschokt aan. Zei die gast naast mij dat echt? Ik opende mijn mond om wat terug te kaatsen maar ik werd afgeleid door de openzwaaiende deur. Hilson mopperde wat en liet de gedaante gaan. De jongen liep mijn kant op.
‘Waarom zit je hier?’, zei de jongen koel.
‘Vraag dat maar aan Hilson.’, zei ik een wenkte naar de slungelige gedaante die de stof aan het uitleggen was. ‘Daar is je nieuwe plaats.’, ik wees naar de plek naast Jack. Edward haalde zijn schouders op en ging naast Jack zitten.
‘Mevrouw Penn.’, ik keek verbaas op nadat Hilson mijn naam had genoemd. Dit ik had ik echt niets gedaan. ‘Omdat je zo goed oplet, mag je deze vraag beantwoorden.’
Ik las de vraag op het bord en probeerde deze op te lossen.
‘Jason, los jij dit maar op. Dit duurt te lang.’
‘60a’, mompelde ik zacht, te gelijkertijd antwoordde Jason precies hetzelfde als mij.
Ik was blij dat de bel eindelijk galmde.
‘Vanessa en Jack, dit zijn voortaan jullie vaste plaatsen.’, zei Hilson nog even streng voordat iedereen het klaslokaal verliet.
Voordat ik het schoolgebouw uitliep, liep ik nog even langs mijn kluis. Ik legde mijn boeken in mijn kluis en pakte mijn jas. De vertrouwde marine blauwe jas, die ik gekregen had van Valentina. De stoffen trenchcoat kwam tot boven mijn knieën, de knopen waren dezelfde kleur als de stof. Het was een van mijn favoriete jassen die ik had.
Nadat ik mijn jas had aangetrokken holde ik naar de auto, de lucht was grijzer dan de ochtend dat wij vertrokken waren. Wat had ik toch medelijden met mijn tweelingzus, maar dat komt er van om mijn sarcastisch leuk gedag te zeggen. Boontje komt om zijn loontje, grinnikte ik hardop. De mini stond gelukkig niet ver van de ingang vandaan, de regen was gelukkig ook opgehouden. Dat waren, denk ik, de voordelen van laat uit zijn. Weer grinnikte hard op, met de raar op kijkende mensen te negeren. Met een piepje ging de deuren open. De stoelen waren van zwart leer, het dashboard was hoogglans zwart en de ruiten op de achterband en achterbak waren getint.
Met een brullend geluid startte de motor. Nadat ik een paar leerlingen opzij getoeterd had, kon ik eindelijk mijn weg maken naar huis. Ook richting huis bleek het weer niet mee te zitten. Nog geen twee kilometen van school vandaan begon het keihard te regenen. Ik begon mij gelijk af te vragen of Valentina wel thuis was gekomen. Zelf een hond zou hier niet in willen lopen. De bomen aan de zijkanten van de weg leken nog betreurde door de regen. De gele zon leek nog geen eens een kans te krijgen om door de regen te komen. Ik bedacht betreurd aan de plannen om hard te lopen, die nu in de soep gevallen is. Het was al drie dagen geleden dat Valentina en ik hebben hard gelopen, normaal lopen we zeker om de dag hard. Ik kon de oprit naar ons huis al zien. De rode klinkers waren netjes betegeld, aan weerzijdes waren grote plantenbakken. Ik parkeerde de auto op zijn vaste plek en liep naar binnen, waar het warm en droog is.
Er zijn nog geen reacties.