2.1
Onopgemerkt staarde ik naar het groepje. Ik was gefascineerd in hun onmenselijke manier, hoe zou het zijn om hun te zijn? Ik kan het ook helemaal aan het verkeerde eind hebben en dat ze zo menselijk zijn als ik.”Je zit te staren.” Hoorde ik me zus grinniken. Verward keek ik op. “Ik wilde je bijna zo laten zitten, nadat ik de bel had horen gaan.” Quasi-boos porde ik me zus en stond op. We liepen samen nog door de kantine voordat we scheiden van onze paden. Ik voegde me bij een groep wachtende. Ongeduldig stonden we bij de deur. De leraar was er nog steeds niet, normaal gesproken zou hij al tien minuten van te voren aanwezig zijn. Nu laat hij ons in de steek…
Gehaast kwam Meneer Grey aangelopen. Zijn blonde haren stonden warrig en als je goed keek spotte je zweetdruppels. Nieuwsgierig keek ik me leraar aan die met de sleutel het lokaal opende en iedereen naar binnen liet. Als laatst ging ik naar binnen, omdat iedereen zo wanhopig was om het plekje te kunnen bemachtigen. Ikzelf deed niet mee aan deze kinderachtige spelletjes. Ik nam het plekje wat de rest me voorschotelde. Meestal had ik geluk, maar nu lieten ze me in de steek. Ik moest naast Jessica zitten. Althans een van de Jessica’s. Er waren er drie op deze school en laten ze nou beste vriendinnen zijn. Het meisje speelde verveeld met haar haar. De les was nog niet eens begonnen en ze verveelde zich al. Wanneer nou niet? O ja, wanneer ze niet-populaire pesten of als ze met een van de sporters het bed in duik.
Terwijl ik naast haar kwam zitten keek ze me afkeurend aan. Vals glimlachte ik naar haar en richtte me tot me boeken. Voor vele meiden was meneer Grey de hunk van leraren. Iedereen zou wel een beschuitje met deze man kunnen eten. Al heeft hij soms rare trekjes. Als je goed bestudeerde merkte je dat hij snel vocht verloor, altijd op gelijke uren zijn koffie opdronk en een bloedhekel hebt als er iets schuins staat.
“Mevrouw Penn wil je, je tas niet zo rommelig neerzetten?” Ik knikte en zette me tas recht. Als je ruzie met deze man wilt en dan iets zoekt waarmee je hem kan irriteren dan moet je deze dwangstoornis gebruiken, maar überhaupt wie wil er nou ruzie met deze man. Hij was zo volmaakt. Ik leunde me hoofd op me hand en keek dromerig naar hoe de leraar de stof uitlegt. Als je stiekem rond keek zag je merendeel van de meiden verliefd kijken naar de leraar. Als er een award bestond voor de knapste leraar had hij geheid gewonnen. De bel verstoorde me droom waar ik samen met hem op pony’s reed over de regenboog.
Loom stond ik op en beende me naar de volgende les. Eentje waar knap ver te zoeken was. Deze was streng, uiterst streng. Ze zwaaide altijd hevig met haar liniaaltje als ze wat aan het uitleggen was, of niet. Ze zwaaide eigenlijk altijd met dat ding. Ik denk ook dat ze niet zonder kan. Wanneer ik de klas binnen liep zag ik Meghan al zitten. Haar haren bungelde los over haar schouders, de ogen twinkelde en haar tengere handje zwaaide hevig naar me. Ik versnelde me pas en kwam al snel bij haar zitten. Meteen kletste we onze oren voorbij. Uit grote ergernis van onze lerares die bijna haar dierbare liniaaltje smeet naar ons.
Het einde was voor mij inzicht, maar me arme zus moest nog even verder. Met een grote glimlach en een sarcastische opmerking liep ik me zus voorbij die me nijdig aankeek. Grinnikend liep ik het grote schoolgebouw uit. Doordat Vanessa met de auto is moet ik nu lopen. Het geluk was er niet vandaag. De regen kwam met bakken uit de hemel er leek bijna geen einde aan te komen. Geïrriteerd zuchtte ik. Natuurlijk had ik geen capuchon op en geen paraplu mee. Toen ik bijna thuis horde ik het melodietje van me telefoon ik keek op het schermpje en zag dat het me moeder was.
“Val? Ben je bijna thuis? Ik vroeg me af of je even wat wilt ophalen voor me, want het regent namelijk met bakken uit de hemel.”
“Ik ben bijna thuis, maar ben toch nat genoeg om nog een rondje te doen.”, grinnikte ik. Me moeder zuchtte opgelucht en gaf me een adres.
Ik liep veder naar het adres wat me moeder zei. Het was hier meer begroeider dan in het stuk waar wij woonde. De huisjes waren hier met een rode kleur beschilderd. Ik kwam bij een huisje aan. Deze had een bruine kleur en leek erg een te zijn met de natuur. Zo leken de muren net op boomschors en de boom die aan de zijkant van het huis zat versterkte de thema van dit huisje. Naast dat het er natuurlijk uitzag had het ook iets warm. Misschien kwam het door de veranda van het huisje. Al snel kwam er een vrouw aan lopen. Ze had een litteken aan de rechterkant van haar gezicht wat over de lengte van haar gezicht liep. Haar haar was stijl met een pony, ze had zwart haar wat los hing. Ze oogde vriendelijk met de bruine ogen die me van top tot teen vluchtig bekeek. Al gauw werd ze vergezeld met een man hij sloeg beschermend een arm om haar heen. Zijn blik was streng. Hij was groter dan haar en ook gespierder, veel gespierder. Hij droeg een afgeschuurde broek en een simpel T-shirt. Zijn haren zaten warrig door elkaar.
“Ik ehh…”, stammelde ik uit. Hij had behoorlijk indruk op me gemaakt. Één ding wist ik zeker: maak hem absoluut niet kwaad.
De vrouw merkte op dat de man me een beetje beangstigde en tikte hem streng aan. Zijn gezicht ontspande een beetje. Niet dat dit echter hielp. Ik haalde diep adem en ratelde wat me moeder me had verteld.
“Ik zal het even pakken.”, zei de vrouw vriendelijk. Niet veel later kwam ze terug met een doosje. Nieuwsgierig keek ik naar het pakketje wat ik in handen had. Ik schudde er aan, maar werd al meteen gewaarschuwd om dat niet te doen.
“Ben je met de auto?”, vroeg ze. Ik schudde me hoofde en wilde nog een sarcastische opmerking zeggen maar slikte het al snel in toen ik even naar de man keek. “Kom anders even schuilen totdat het ergste weg is.”
“Vriendelijk bedankt, maar is niet nodig hoor want ik moe-”
“Ik sta er op.”, zei ze net zo vriendelijk als ze het vroeg. Ik schudde me hoofd en glimlachte vriendelijk. De man zette een stap naar voren en keek me nors aan.
“Het zou een eer zijn.”, probeerde ik zo vrolijk mogelijk te klinken. De man glimlachte zelfvoldaan en stapte het huis binnen. Binnen was het gezellig ingericht. Er stond een grote bank midden in de woonkamer met stel personen op genesteld. Niemand keek op of om. Ze waren te gefocust op de tv dan op de binnenkomst. Aan de linker kant bevond zich de keuken, tevens kwam je meteen de keuken binnen als je naar binnen ging. Het was een droom keuken al zal ik het zelf zeggen. De tafel stond geplaatst tegen een stenen muur die misschien een meter of twee hoger was dan de tafel zelf. Aan de andere kant bevond zich het aanrecht waar een schaal met muffins opstond.
“Kom maar veder hoor.”, lachte de vrouw.
Er zijn nog geen reacties.