H 32
Damion reed zwijgend tussen de bomen en zag kort hoe de zachte druppels naar beneden vielen. Hij had nu al spijt dat hij niet was omgekeerd en terug was gereden om zijn meester een gerievelijke begravenis te geven.
Nee, hij reed nu hier, zwijgend en gedachteloos naar de horizon voor hem.
Het kwam uit het niets, de tranen stroomde over zijn wangen en greep naar zijn haar en zijn paard voelde hem, hij bleef gewoon staan en hinnikte zachtjes ter geruststelling.
Damion veegde de tranen aan zijn mouwen en ademde eens goed in. Hij knikte.
'We gaan naar Evrest daar rusten we,' sprak hij en spoorde zijn paard tot een redelijke snelheid, waarbij hij de wind door zijn haren voelde en alles stroomde door zijn lichaam en vloeide weg.
Damion glimlachte.
Hij reed het bos uit een open veld in en zag hoe de duizende sterren de hemel bekleede. De maan scheen vol voor hem. Damion moest zich vasthouden aan zijn paard die een bokkensprong uit vrolijkeid maakte.
Wat Ashlynn had verteld over de kracht die bij hem vanbinnen vastzat, was voor nu losgekomen. De bel dat altijd al vastzat was vrij.
Damion hield zijn paard in en keek vanuit de verte naar het dorp, naar het embleem op zijn mantel.
'Tobias had u dit nog kunnen zien,' fluisterde hij zacht.
Damion stuurde zijn paard het pad af naar beneden en maakte de afdaling richting de stad. Hij hoopte dat hij daar een herberg kon vinden om te overnachten.
Maar damion begon zijn twijfels te hebben, toen hij langzaam de poorten van de stad doorreed. Het was er verlaten en de luiken waren van de muren gebroken. Verschillende daken waren totaal verwoest door vlammen.
Perkament vloog door de straten, dieren die levend verbrand waren.
Damion begon te kokhalzen bij de lijken, waarvan de geschrokken gezichten nog te zien waren. Hij wist niet wat hier gebeurd was. Wie zou dit gedaan hebben? Hij keek om zich heen, geschrokken en bovenal rilde hij over zijn lichaam naarmate hij dichterbij het enorme plein kwam.
Niks was meer over van de bruisende stad vol leven, waar hij zoveel verhalen over gehoor had.
Kwaad steeg hij af en pakte zijn boog ter bescherming. Vanuit de donkere schaduwen zag hij iets lopen of wat lopen, maar hij kon niet uit wijs maken. Hij liep met zijn boog gespannen naar de schaduw die hem waarschijnlijk had gezien.
Een donker grommend geluid, vulde de oren van de jongen.
'Kom tevoorschijn,' riep Damion met een harde stem, waardoor de schaduw groter werd. Tussen het puin, kwam er een redelijk grote leeuw tevoorschijn. Zijn vleugels waren dat van een adelaar.
De leeuw of leeuw met vleugels had geen snuit, maar een enorme snavel. 'Bent u Cyamitis?' vroeg Damion, waarbij de griffoen opkeek. Damion had dus goed gegokt, want het enorme beest knikte.
'Ik ben de almachtige Cyamitis,' sprak hij en wachte af wat de jongen te vertellen had.
'Ik ben naar u gekomen om een gunst te vragen, in ruil voor wat u aanbied.' Cyamitis bleef de jongen nog steeds aankijken en draaide zich om.
'Op dit moment heb ik geen tijd, tot ziens,' sprak hij en wilde wegvliegen, maar de pijl schoot raaklings langs de flank van de dijbeen. Damion liep naar de griffoen toe en boog.
'Ik ben Damion, zoon van Lazulis en ik heb uw hulp nodig om de bergen over te steken, ik moet morgen in Araggia zijn,' sprak hij en de griffioen was benieuwd naar
de jongen met de lange boog.
De griffoen knikte uiteindelijk. 'Ik help je, maar op een voorwaarde dat je me die rode steen geeft.' Damion keek ongemakkelijk naar zijn zak, waar hij de steen in had verstopt.
Damion twijfelde wat hij moest doen, maar gaf toch toe dat hij Cyamitis nodig had.
'Goed ik geef je de steen als we aan de andere kant van de bergen zijn.' Cyamitis ogen fonkelede en gebaarde naar zijn rug. 'Stap op en neem wat je nodig hebt, ik kan alles dragen,' sprak hij en Damion raapte zijn spullen bij elkaar en gooide die op de rug van het beest. Zelf klom hij op zijn rug, wat een zacht gevoel aangaf.
Cyamitis nam een sprong en maakte hoogte door flink met zijn vleugels te slaan.
Hij vloog richting de bergen.
Reageer (1)
Ik ga in de rouw. Hoe kon je Thobias vermoorden?!
9 jaar geleden