H 31
De twee reden een eind van Paran vandaan. De zon die tussen de bomen scheen, begon langzaam te zakken.
'Met een uur zal het donker zijn,' sprak Tobias. Damion keek zijn meester aan en vervolgens terug naar het brede pad. 'Tobias, wie zou de brief geschreven hebben? je keek naar het perkament dat je de persoon kende,' vroeg Damion aan zijn meester.
Tobias haalde zijn schouders op. Waarschijnlijk wilde hij niks zeggen over wie de afzender was. Damion bleef zijn meester aankijken. Uiteindelijk gaf hij de moed op en spoorde zijn paard aan om wat afstand te nemen.
'Damion,' riep Tobias en de jongen keek niet eens om, maar had niet door dat er voor hem een vrouw stond. Haar mondhoeken kwamen langzaam omhoog.
Ze strekte haar vinger en Damion's paard kwam direct tot stilstand. Hij stijgerde, waarbij Damion eraf viel.
Damion kwam op zijn rug terecht, waar hij vele keren aan verwond was.
'Damion,' riep Tobias en kwam met een volle vaart uit de lucht. Tobias had zich in een draak veranderd en liet een diep ronkelend geluid uit zijn keel komen. Rook dwarelde uit zijn neusgaten.
'Mijn oude vriend,' sprak de sisende stem van de vrouw voor Tobias. Damion kwam overeind en pakte zijn boog van de zadel. Hij legde een pijl aan, maar voelde de pijn in zijn arm en liet de pijl vallen.
'Damion, laat haar aan mij over,' riep Tobias tussen zijn grom door. Hij liet zijn rode vlammen uit zijn bek glijden, richting de vrouw die met haar hand tegenhield.
Damion pakte de pijl op, legde die aan en trok de pees naar achteren.
Langzaam haalde hij diep adem en blies vervolgens uit. Hij liet zijn geest de gehele ruimte verkennen, opzoek naar de juiste hoek en de juiste hoogte. Het hout tintelde op de vingers van Damion.
Hij haalde nog eens in om vervolgens uit te blazen, maar een kwelling van pijn op zijn borst, hield hem tegen en viel hoestend op de grond. Zijn boog viel uit zijn handen op het gras en Damion kreeg het benauwd.
Iets hamerde op zijn borst, waarbij hij de controle over zijn lichaam niet meer had.
Tussen de wazige beelden door, kon hij zien hoe Tobias als mens naast de vrouw lag. Damion sloot zijn ogen en nam de kracht van de Laimond op en duwdede drukkende kracht van zich af, waardoor hij kon staan.
'Tobias,' riep Damion en rende naar hem toe, maar de vrouw kwam er ineens tussen en weer was die drukkende kracht. Damion kon zich niet bewegen en keek in de heldere ogen van de vrouw.
'Ik wist niet dat ik nu al de jongen met de heldere ogen in handen zou krijgen,' sprak ze rustig en liet haar lange vingers door zijn haren gaan.
'Damion was de naam?' Vroeg ze en de jongen gaf geen antwoord, hij wilde wegkijken, maar de kracht hield hem in zijn positie. 'Spreek!' Siste ze en Damion schrok van haar harde, sisende stem.
'Ja,' stamelde Damion.
'Damion, luister niet naar haar. Sluit voor haar af.' Tobias was overeind gekomen en de vrouw keek kwaad om. Ineens sprong een geweldige idee in haar hoofd, ze liet haar vingers, al glijdend vanaf Damion's haar naar zijn borst en drukte op de steen.
Damion voelde de helse pijn in zijn lichaam en al snel werd het donker. Al zijn gevoelens werden uitgeschakeld. Zijn lichaam kreeg ineens een eigen wil.
Hij hoorde enkel de donkere stem van de vrouw.
Hij pakte zonder te weten de boog en legde een pijl aan.
Tobias lag ver van Damion vandaan en kwam overeind. De blauwe ogen van zijn leerling keken leeg naar hem. Zijn pupil was weg.
'Damion, kom tot jezelf luister naar de steen,' riep hij, maar de boog van de jongen kwam al in de juiste stand. Tobias kon maar een ding doen en daar was hij niet blij mee.
Damion trok de pees naar achteren. Richte nog een laatste keer en de pijl werd met een behoorlijke vaart afgeschoten en voordat Tobias kon wegduiken, kwam het diep in zijn borst terecht.
Tobias voelde het warme rode vocht langs zijn tuniek naar beneden glijden. Tobias voelde alles donker werd, zakte in elkaar en bleef doodstil liggen.
Damion had de boog in zijn handen en voelde hoe de beukende gevoel wegebde in zijn lichaam en tot zijn besef kwam wat hij gedaan had. Hij liet zijn boog zakken en deed een aantal stappen achteruit.
'T...tobias...' De gedachten kwamen weer terug van wat hij zojuist gedaan had en kon het niet geloven. Hij had zijn eigen meester gedood.
Damion liep rustig naar het lichaam en zag hoe de donkere vlek groter werd. Damion scheurde uit paniek zijn shirt open en schrok door het bloed dat op de harige huid heen plakte.
De pijl was diep in zijn borst geboord. De tranen liepen over Damion's wangen en hij zakte naar achteren. Damion zag dat zijn handen zelf onder het bloed van zijn meester zat.
Damion draaide het lichaam om en veegde zijn haar naar achteren, zodat hij met zijn mes de steen kon verwijderen. 'Het spijt me, Tobias,' fluisterde hij tegen de steen en kneep het in zijn handpalm om te kalmeren.
Damion keek naar zijn paard, hij kon niet terug naar Paran en vertellen wat er gebeurd is. Hij moest door naar de griffioen waar Tobias het over gehad heeft. Damion liep naar zijn paard, pakte zijn boog en steeg op.
Hij stuurde zijn paard de goede kant op en reed weg, Tobias achterlantend, tussen de bosjes voedsel voor de wilde dieren. Damion keek nog eens naar de rode steen en verborg het in zijn zadeltas en spoorde zijn paard aan tot gallop en reed opweg naar Evrest.
Reageer (1)
Tobias dood?! Neee! Niet Toobs!
9 jaar geledenWacht even waar is de vrouw gebleven?