1

Ik zie vanuit mijn raam een grote auto onze oprijlaan op komen rijden. Ik besteed er niet veel aandacht aan, mijn ouders krijgen wel vaker bezoek. Mijn vader heeft een goedlopend autobedrijf in de stad en er zijn vaak zakenpartners bij ons thuis. Zuchtend ga ik verder met mijn wiskunde, ik zit in de 4e klas en ik snap er nog steeds niks van. Na een kwartiertje vind ik het wel genoeg geweest, ik start mijn laptop op en zie dat Melanie online is, mijn beste vriendin. Net als ik een gesprek wil beginnen hoor ik mijn moeder van beneden roepen; Anne, kom eens beneden we willen je aan iemand voorstellen! Zuchtend sta ik op, ik loop langs de spiegel en check snel mijn make-up. Ik heb lang stijl bruinblond haar en een redelijk mooi gezicht al zeg ik het zelf. Veel make-up doe ik nooit op maar het kleine beetje dat ik op doe laat de groen / blauwe kleur van mijn ogen net iets beter uitkomen. Hakken draag ik nooit want met mijn 1.75 vind ik dat niet mooi. Ik doe mijn haar in een hoge knoet en werp nog een laatste blik op de spiegel. Ik loop de trap af en als ik van de laatste treden wil springen val ik bijna over een paar koffers die in de gang staan. Waar komen die nou weer vandaan? Ik hoor stemmen uit de woonkamer komen en besluit maar op het geluid af te gaan. Ik blijf even voor de deur staan alsof er iets is wat me tegen houd om hem te openen. Langzaam open ik de deur en de stemmen vallen direct stil. Ik laat mijn blik door de kamer glijden maar ze stoppen vrijwel meteen als ze gevangen worden gehouden door de mooiste ogen die ik ooit heb gezien.