Foto bij 16 - Go to the beach

Van alle verhalen die ik nog moet afmaken is dit zo onzinnig dat het op een of andere manier een stuk gemakkelijker is dan de rest. Ik hoop alleen dat jullie geen erg hoge kwaliteit verwachten. :'D

(Ik kan me onder andere echt niet meer herinneren welk jaargetijde het was in dit verhaal. Ik kan er ook niets over vinden als ik snel door de geschreven hoofdstukken scan, dus neem ik maar aan dat op het strand liggen oké is? Geen idee. Het was volgens mij zomervakantie, dus op zich zou dit moeten kunnen. Ik hoop dat jullie hier komen voor de fluff, niet de continuïteit.)

“Ik houd niet van het strand,” verkondigde Percy. Hij was ondertussen bezig zijn T-shirt over zijn hoofd te trekken, dus Oliver was tijdelijk afgeleid. Pas toen Percy op het zorgvuldig uitgerolde handdoek naast Oliver ging liggen en zijn ogen sloot, drong het tot Oliver door wat er net was gezegd.
      “Iedereen houdt van het strand,” zei Oliver.
      “Ik niet. Het heeft meer nadelen dan voordelen.”
      Oliver was van plan geweest om te ontspannen en van de zon te genieten, maar dit gesprek leek belangrijker. Hij draaide zich op zijn eigen handdoek op zijn zij en leunde zijn hoofd op zijn hand om Percy aan te kunnen kijken. “Zoals?”
      “Zand,” zei Percy.
      “Daar kun je zandkastelen van bouwen.”
      “Ongeacht of je kastelen bouwt of niet, zul je het nog twee weken op de meest onwaarschijnlijke plekken in huis vinden zodra je ook maar een teen op een strand hebt gezet.”
      Oliver prikte een vinger in het onschuldige zand tussen hun handdoeken. “Oké, maar… strandquidditch. Dat is positief.”
      “Alleen jij zou zoiets zeggen.” Percy glimlachte vaagjes. “De rest van de wereld vindt het daar te warm voor.”
      “De zee? Je kunt zwemmen om af te koelen.”
      “Als je wilt zwemmen, kun je beter naar een zwembad. Geen zout, zand en kwallen.”
      “Oké. Zon,” zei Oliver vastbesloten. Het was tijd voor troefkaarten. “Je houdt stiekem van zonnebaden, probeer het niet te ontkennen.”
      “Er bestaat zoiets als te veel zon. Ik houd niet van zonnebrand.”
      Oliver liet zijn hand over Percy’s arm gaan en Percy opende voor het eerst in hun hele gesprek zijn ogen. “Je sproeten worden er duidelijker van,” merkte Oliver op.
      “Dat is ook niet iets wat ik per se als positief zou classificeren.”
      “Ik wel.”
      Percy glimlachte weer. “Ik weet het.”
      “Is Egypte niet min of meer een gigantisch strand?” vroeg Oliver zich hardop af. “Je was met je ouders mee op vakantie naar Egypte die ene zomer en daar ben je nog steeds enthousiast over.”
      “Jawel, maar dan met vervloekte graftombes en eeuwenoude geschriften die nog niemand heeft weten te ontcijferen.”
      “En dat maakt het beter?”
      “Dat maakt het beter,” stemde Percy in.
      “Je bent gek.”
      “Jij ook,” zei Percy. “Strandquidditch, in Merlins naam.”
      Oliver had een brede grijns op zijn gezicht toen hij eindelijk weer op zijn rug ging liggen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen