Welkom in kamp halfbloed

We liepen er onderdoor. In de verte zag ik een boerderij, sportvelden, en een groot bos. Toen we de boerderij naderden zag ik steeds meer kinderen van verschillende leeftijden. De jongsten waren een jaar of acht, de oudsten ongeveer zeventien. Laura riep Kim en mij, en droeg ons op Chiron te zoeken en hem te vertellen dat de jageressen hun intrek namen in gebouw acht. Ik volgde Kim en vroeg wie Chiron was. Ze lachte, dat zal je wel zien. Ondertussen waren we de boerderij al genaderd en wees ze me op twee mannen van middelbare leeftijd die een kaartspel deden. Een van de twee zat in een rolstoel, de andere zag eruit alsof hij vakantie op Hawaï aan het vieren was. Kim wees naar de man in de rolstoel en zei: dat is Chiron. Ik dacht echt van hoe kunnen twee mannen van middelbare leeftijd een kamp waar ongeveer honderd halfgoden kwamen op orde houden. We kwamen bij de mannen en we zeiden wat we moesten zeggen. Chiron vroeg naar mijn verhaal, en hoe ik bij de jageressen was gekomen, terwijl de andere man opeens heel geïnteresseerd was in zijn drinken. Toen ik klaar was met vertellen keken de twee mannen elkaar angstig aan. Gelukkig begon de andere man zich om de sfeer te verbeteren voor te stellen. Hoi, Roma. Sorry meneer, mijn naam is Roza. Whatever. Ik ben meneer D, de kampdirecteur, en dat is Chiron, hoofd van de activiteitenbegeleiding. meneer D, waar staat die D voor? Denk maar na, antwoorde hij. Dus dat deed ik, ik wilde weten wie ik voor me had. Ik was niet super in Grieks, en de enige naam met een D die ik kon bedenken was, Dionysus! U , bent Dionysus de god van de wijn. inderdaad, antwoorde hij. Ik keek naar Chiron, hoe kon een hoofd van de activiteiten nou in een rolstoel zitten? Maar ook Chiron bleek een kei in het lezen van mijn gedachten (ik wil ook privacy). Oké nadat die andere man die er zat een god bleek te zijn had ik niet echt meer moeten schrikken, maar Chiron stapte uit zijn rolstoel. Wow, ik kreeg bijna ter plaatse een hartaanval, Chiron was een centaur. Ik was nooit echt geïnteresseerd geweest in Grieks, want dat ging van zelf. maar dat had Lauraal uitgelegd, kwam door het halfgod zijn. Maar terwijl we aan het praten had ik helemaal niet door dat we geen Nederlands, maar oud Grieks spraken. Toen we klaar waren liep ik met Kim naar gebouw acht, nog steeds verbaasd over Chiron en meneer D, bestookte ik haar met vragen. Bijvoorbeeld of er hier nog meer kinderen van Apollo waren, en of ik die kon ontmoeten. Dat was gelukkig wel mogelijk. Plots stonden we bij de al gebouwen. Een paar waren prachtig, anderen verschrikkelijk. We stopten voor een glanzend zilver gebouw. Kim legde me uit dat in de gebouwen de kinderen van de betreffende god verbleven. Maar dat in het gebouw van Artemis, aangezien zij geen kinderen had, haar jageressen konden verblijven. Laura wachten ons op. Ze wees ons een slaapplek aan en de goden hun dank lag ik weer langs Kim. Het andere meisje waarnaast ik lag heette Lotte, en was zo stil en verlegen dat alleen de godin met haar kon praten. Er werd door de andere jageressen verteld dat haar leven ooit gered was door Artemis, en ze daardoor jageres is geworden. Toen dacht ik weer aan de twee mannen en vroeg meteen aan Kim: waarom keken Chiron en meneer D elkaar zo angstig aan toen ze mijn verhaal hadden gehoord. Meteen keek ook Kim me angstig en aan en antwoorde: er is jaren geleden een voorspelling gedaan over een jageres die of de goden glorie zou bezorgen, of de wereld zou laten vergaan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen