Ik had Thomas zo ontzettend gemist. Hij was altijd al een goede vriend van me geweest, maar hij gaf me de laatste tijd behoorlijk vlinders. Ik liep naar de twee toe om vervolgens eerst Nay dood te knuffelen. Ook Thomas werd niet gespaard. Ik sloot mijn armen om zijn hals en snoof zijn heerlijke Abercrombie luchtje op. Thomas fluisterde in mijn oor; “Ik ga je zo erg missen Lil..” Hij gaf me een kusje op mijn wang, waardoor er vrijwel meteen een lichtroze kleur op mijn wangen verscheen. Damn, wat was hij toch leuk. Zeg maar goodbye to that, Lil, straks zit je achter gesloten deuren. Ik keek op mijn telefoon. 6 : 48. “Oh jongens, ik kan dit echt niet. Ik moet om 7 uur alweer thuiszijn, dan ga ik voorgoed weg. Ik kan toch niet zonder jullie?” Ik praatte zacht, ondertussen een pruillip trekkend. Nay en Thomas keken beide droevig mijn kant op. Nay was de eerste die wat zei; “Oh Lil, hoe moet ik nou zonder jou? Met wie moet ik nu gekke stunts op school doen en pannenkoeken bakken in een oven? Jou ouders breken niet alleen jou maar ook mij.” “Dat is zeker waar, maar ik denk dat je ouders het goed bedoelen.” Thomas sprak altijd zo wijs. Hij zat niet op een hoog niveau, maar toch wist hij zoveel. Thomas kon altijd precies het goede zeggen. Waarom beschik ik ook alweer niet over die gave? Degene die mij ooit gemaakt heeft, of het nou God was of een buitenaards mannetje, moet nog maar eens checken of hij toen wel nuchter was.

Met mijn oordopjes in staarde ik naar buiten, zittend op de achterbank. Hoe boos ik ook was, ik moest toch ergens afscheid gaan nemen van mijn ouders. Ik liet mijn blik rusten op het navigatiesysteem van de auto. 9 minuten resterend. Weggezonken in gedachten voelde ik de auto opeens stoppen. Ik knipperde even en keek tegen een groot, kasteelachtig huis aan. Het had een reusachtige tuin eromheen gevuld met rode rozen en zijn pijnlijke stekels. Ik moest echt oppassen dat ik daar straks niet persongeluk tegenaan zou lopen. Met tegenzin opende ik de autodeur en stapte langzaam uit. Gekleed in een simpel tshirt met een leren jasje, een lichtblauwe broek en mijn ‘classic’ Jordans eronder, opende ik de achterbak om de afgeranselde sporttas te pakken. Deze om mijn schouder geslagen, volgde ik mijn ouders richting de deur van het huis. Ze belden aan. Na een minuut of 2 werd eindelijk opengedaan. In de deuropening stond een hoogblonde vrouw met een streng uiterlijk en een aparte kledingstijl. Ik schrok even, toen ik mezelf eraan herinnerde dat dat hoogstwaarschijnlijk het internaatuniform zou zijn. De vrouw richtte haar blik op mij. “Ah, jij moet Lily zijn. Ik verwachtte je al. Ik ben mevrouw Dirkens, hoofd van dit internaat.” Na mijn ouders beide een knuffel en een hoogst geïrriteerde blik gegund te hebben, stapte ik de deur binnen en volgde de vrouw, die rechtdoor liep. Om me heen kijkend zag ik allerlei deuren en hier en daar lijstjes met foto’s aan de muur. De vrouw opende een deur en richtte zich op mij. “Wacht hier maar even.” De deur viel dicht. Ik voelde me ontzettend oncomfortabel, maar het moest maar. Ik was niet lang alleen in de gang. Voor ik het wist vormde zich een groepje jongens om mij heen. Overal kwam geroep vandaan. “Ah, een nieuwe!”, “Het is een meisje?”, “Dit moet een fout zijn, nieuwe meisjes komen nooit zomaar!” “Shut up, ik heb liever deze dan die creepy tweeling.” "Quinn heeft gelijk." Aha, hij heette dus Quinn. Ik vestigde mijn blik op de jongen. Hij had rossig bruin haar, fonkelende ogen en voor zover ik kon zien ook wel een gespierd lichaam. Als ik hem zo bekeek, was hij eigenlijk best knap. Uit het niets stapte er een jongen naar voren en kwam tegenover mij staan. De jongen was bijna anderhalve kop groter dan ik en had donker haar. Ik was nooit lang geweest, maar nu voelde ik me wel heel klein. De jongen stak zijn hand uit, legde zijn vinger onder mijn kin en hield daar vervolgens mijn gezicht mee omhoog. “Ben je verdwaald, Bambi?”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen