Foto bij Part 3.

De namen worden na een kort gejuich afgeroepen. Ik zit verveeld rond te kijken als ik plots een elleboogstoot krijg. "Huh wat?" Vraag ik terwijl ik Sam aankijk. Ik zie Simon naar voor stappen en zucht. Hij blijft waarschijnlijk wel hier, hij past hier perfect en ik denk niet dat zijn ouders het zo fijn zouden vinden als hij weg gaat. Zijn ouders en Jeanine zijn goed bevriend. Ik zie hem in zijn hand snijden en schrik als ik Marcus Eaton Dauntless hoor zeggen. "Dit kan je gewoon niet menen." Zucht ik dan terwijl ik mijn blik op zijn grijns hou. "Emily Meridith." Ik kijk Sam aan en lach. Ik stap naar voor en kijk Marcus Eaton aan. "Kies wijs." Zegt hij dan stil. Ik neem het mes en hou het tegen mijn hand. Met een lachje op mijn gezicht maak ik een sneetje en kijk nog eens naar alle 5 de facties. Dan ga ik met mijn hand boven de hete kolen hangen, een druppel rolt uit mijn handpalm naar beneden en raakt met een sissend geluid de hete kolen. Meteen hoor ik achter mij de hele factie luid gillen. Ik loop naar de factie toe en kijk dan hoe Sam dezelfde keuze maakt. Ik zit lachend naar haar te kijken terwijl de dauntlessborn haar omhelzen en naar mij duwen. Ze komt op mijn schoot zitten. "Niets of niemand scheidt ons." Zegt ze dan terwijl ze haar armen rond me slaat. 'Jess Coulter." Ik zie Simon meteen omkijken. "Dauntless." Hoor ik dan luid waardoor ik onbegrijpend naar Simon kijk die zijn schouders optrekt. "Ik hoop dat dat kind beseft dat ze helemaal geen kans maakt in Dauntless." Zeg ik dan stil terwijl ik de kwaadheid voel naar boven komen. Niet veel later is de ceremonie gedaan en vertrekt onze factie als eerste. Ik zit lachend Sam wat op te jutten. Mijn conditie is een pak beter dan die van haar dus kan ik dat af en toe wel eens doen. We klimmen naar boven, naar de sporen. Ik hoor de Dauntlessborn gillen dat we moeten lopen en snap meteen waarom als ik de trein op ons zie afkomen. Ik lach naar Sam en begin te lopen. Vanaf ik de kans zie neem ik het handvat aan de deur vast en trek mezelf op de trein. Ik ben blijkbaar de eerste transfer op de trein. Ik steek mijn hand uit naar Sam en trek haar ook op de trein. "Eric, volk voor je." Hoor ik plots van achter ons komen. Ik draai me om naar waar het geluid vandaan komt en merk dat ondertussen ook Jess en Simon bij ons zijn komen staan. Ik kijk naar de twee mannen die ons aankijken. De ene is donker van haar, lichtjes getint en goed gebouwd. De andere is bleker van haar, heeft enkele piercings en tattoos. Zijn grijze ogen zijn koel en intimiderend, maar toch prachtig. Ik heb zijn gezicht al eerder gezien, daar ben ik zeker van. "Erudites." Zegt hij dan met een grijns op zijn gezicht terwijl hij dichter naar ons toe stapt. Vlak voor me stopt hij en neemt mijn hoofd tussen zijn duim en wijsvinger. Ik bijt op mijn onderlip en kijk hem aan. Zijn ogen stralen zoveel bruutheid en kwaadheid uit, maar tegelijk ook iets breekbaars. "Ik ben benieuwd hoeveel van jullie het dit jaar zullen halen." Zegt hij dan terwijl hij rondkijkt in de trein. Ik merk dat er ondertussen ook twee Candors staan en een Abnegation. Hij laat mijn hoofd met een duw los en kijkt me nog eens aan. "Meridith toch?" Zegt hij dan waardoor ik hem onbegrijpend aankijk. "Ik snap plots waarom Jess naar hier wou komen, Coulter." Zeg ik dan waardoor ik hem zie grijnzen. "Hoe ken jij mijn broer?" Hoor ik plots van achter me komen. "Kennen is een groot woord.." Zeg ik dan zonder mijn blik van Eric af te wenden. "Wie kent jou broer niet." Zeg ik dan en stap naar de andere kant van de trein.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen