Hoofdstuk 22
Ik stond in een donkere kamer, het rook stoffig en het was er muf. Ik draaide een rondje om mijn as om de kamer te bekijken. Boekenkasten, een bureau, een oude sofa met de schaduw van een lange zittende man erin, een vitrine met met enge potjes waarvan ik niet wou weten wat erin zat, wacht! Ik draaide terug naar de sofa, de schaduw zat er nog. Hij stak een hand naar me op. Geschrokken zette ik een stap achteruit.
'Ben je bang voor je eigen vader? Dat had ik nou niet verwacht.' Ik zuchtte opgelucht.
'Hi pap, wat doe ik hier?' Mijn vader stond op en liep naar me toe.
'Nou, ik wou even zeggen dat ik trots op je ben. Hoe je gister die misbaksels van God in de pan hakte, was echt geweldig!' Hij legde een hand op mijn schouder. Ik glimlachte naar hem. 'Dankje pap.'
'Ik heb trouwens die ene die je in je arm sneed van gisteren gevangen en een gepaste straf gegeven.' vervolgde hij grimmig.
'Oh, oké.' Satan lachte uitbundig.
'Ik weet dat het nogal hard klinkt maar dat is mijn werk nou eenmaal.' Even kijkt hij wazig. 'Oh sorry. Maar ik met echt gaan nu. Blijf zo doorgaan ik zie je hopelijk gauw weer.' hij drukt een kus op mijn voor hoofd.
'Doei pap.' zeg ik.
'Dag lieverd.'
Ik word wakker in mijn eigen bed met het raam nog open.
Er zijn nog geen reacties.