Elaimet 4
“Waarom moet ik dan op je rug? Waar wil je me heen brengen?” De engel keek me alleen maar aan met zijn groene ogen.
Hij kon het me natuurlijk niet vertellen, als ik het wilde weten, zou ik mee moeten gaan. Wilde ik dat wel? Ik had niet het minste idee waar hij me naar toe zou brengen. Ik was nog nooit verder geweest dan het volgende dorp… Ik keek weer naar de engel. Hij was een wezen van God, het kon toch alleen maar goed zijn als ik met hem meeging? Ik legde mijn hand vlak boven zijn vleugel. “Ik kom met je mee.” Ik bekeek hem nog eens goed. Afgezien van zijn vleugels, leek hij erg op een paard. Ik zou dus op zijn rug moeten klimmen, zoals ik vaker mannen hun paard had zien bestijgen. Alleen had ik het zelf nog nooit gedaan en was ik nog geen man. Daarbij was deze engel een stuk groter dan de meeste paarden. Ik keek om me heen en zag een eindje verder een grote steen liggen. Die kon ik gebruiken. “Als ik op die steen ga staan, dan zal het wel lukken om op je rug te klimmen.” Ik liep naar de steen toe en tot mijn opluchting volgde hij me. Na een paar keer proberen, raakte ik op zijn rug. Ik greep me vast aan zijn zilverwitte manen. Toen sloeg hij met zijn vleugels en stegen we op. Ik slaakte een kreet toen ik achteruit gleed en bijna van hem afviel. We gingen steeds hoger en hoger. Het bos kromp tot een klein groen vlekje ver onder me. Links zag ik een gigantisch meer dat zich uitstrekte tot de horizon, zou dat de zee zijn? De wind gierde om me heen en ik rilde. Ik had mijn vest gebruikt om hem te verzorgen en ik droeg alleen nog maar een dun hemd. De wolken kwamen steeds dichterbij. Nog even en ik zou ze kunnen aanraken...
Reageer (1)
Mooi stukje, snel verder!
9 jaar geledenX