10. Seen
She looked at my with her begging eyes. I tryed to listen but I couldn't hear it.
23-04-1940
Dagboek.
Het is een prachtige dag vandaag. Ik wou dat Mary hier was zodat ze er samen met mij van zou kunnen genieten. En bijna, BIJNA, was ze hier geweest. Ik kon haar al zien. Maar we gingen weg. Lieten haar alleen achter. Alleen bij hun.
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik alles, maar dan ook echt ales, geprobeerd had om haar te bevrijden maar dat kan ik niet. Het is zelfs zo erg dat ik zelfs kan zeggen dat ik niets gedaan heb.
We liepen door het bos. Rose,Emmett en ik. De stank werd steeds erger. Ondraagelijk bijna het enige wat ons ,of eerlijk gezegd mij, tegenhield om weg te rennen was de geur van Mary. Ze rook naar rozen. En die geur kwam dwars door de stank heen. Alsof er een fles parfum op een vuilnisbuilt gebroken was.
Ik volgde de geur en hij werd steeds sterker. Emmett en Rose volgde mij al was het met tegenzin. Toen kwamen we in dat dorp van hun. tientallen kleine houten huisjes waren over het erf verspreid. Ik rook meteen in welk huisje Mary zat en was al onderweg om haar eruit te trekken. Maar toen stonden ze daar weer. Wolfen. De stank werd ondraagelijk maar we konden het aan. Voor Mary.
De wolven gromde. eerst zachtjes maar steeds harder. En toch kwam ik steeds dichterbij. Mary stond coor het raam. Ze glimlachte naar me. Haar ogen straalden en haar haar glinsterde in het zonlicht. De grootste wolf keek ook naar haar en tot mijn verbazing glimlachde ze ook naar hem. Haar gromde en ik zette me schrap klaar om de aanval op te vangen maar hij draaide zich om en verdween het bos in gevolgt door de andere wolven. Verbaasd keek ik Mary aan. Had zij dat gedaan? En terwijl ik in haar ogen keek verspreidde er een raar gevoel door mijn lichaam. Een warm gevoel alsof je in een heetbad stapt. Het gevoel zei me dat ik me om moest keren en weg moestlopen. Dat de wolven zo slecht nog niet waren. Dat ze eigenlijk best aardig waren. Het gevoel kwam me bekent voor maar ik kon het op dat moment niet plaatsen. Mary knikte naar me alsof ze wou zeggen dat het goed zat. Ik keerde om en zag dat Emmett en Rose al weg waren. Langzamer dan normaalvolgde ik ze. Ik moest weten waar dat gevoel vandaan kwam en opeens schoot het me te binnen. De eerste dag dat ik Mary ontmoet had, had ik hetzelfde gevoel gehad. Op het moment dat ze me in mijn ogen keek had ik het gevoel gehad dat er een zware last van mijn schouders viel. Alsof het niet nodig was die honden aan te vallen. Het is moeilijk te begrijpen mischien ben ik eindelijk niet meer de enige met een gave. Mischien heeft Mary ook een gave. Ik hoop het. Het is erg enzaam om behandeld te worden alsof je speciaal bent.
Ik wou dat Mary hier was zodat ik met haar kan praten. Ik wil haar zoveel vragen. Ook al heeft ze me vandaag een soort van weggestuurd. Ik weet zeker dat ik haar binnenkort terug zal zien. Dat hoop ik tenminste.
EDWARD
Reageer (2)
me like very much
1 decennium geledenGeweldig love it!! xx
1 decennium geleden