Hoofdstuk 13
Kleinpoot werd wakker, ze had een goede nachtrust gehad, en nu wilde ze Mospoot bezoeken. Ze hees haarzelf omhoog, om alle stukjes mos uit haar vacht te likken. Iets waar ze nooit naar uitkeek. Toen het wit met zwart gevlekte poesje daar mee klaar was liep ze het hol uit. Kleinpoot liep in plaats van gelijk naar Sneeuwvacht's hol, eerst naar de prooistapel. Ze pakte er twee muisjes vanaf. Ze hadden net een bladkaal achter de rug, en de prooi werd weer wat dikker, en kwam ook weer terug. Kleinpoot trippelde, met de muizen in haar bekje, naar het hol van Sneeuwvacht. Toen ze binnenkwam, schrok ze door wat ze zag. Mospoot was weg! 'Sneeuwvacht!' riep het poesje bezorgd. Er kwam geen reactie. Sneeuwvacht lag vast nog te slapen, en ze had ook geen leerling. Kleinpoot stak haar neusje in de lucht. Ze rook vooral Mospoot's geur, en die van de medicijnkatten, maar ook nog een...Zwartpoot! Dat was geen toeval, en de geur van de oudere, zwarte leerling was nog vers. Hij moest hier vannacht zijn geweest! Dit pikte Kleinpoot niet meer!
Kleinpoot liep boos het hol uit, op weg naar het leerlingenhol. Eenmaal daar aangekomen haalde ze diep adem, om haar kalmte te behouden, om niet gelijk uit te barsten. 'Zwartpoot!' riep Kleinpoot naar binnen. De kater kwam naar buiten, ietsje te nonchalant volgens Kleinpoot. 'Ja?' vroeg Zwartpoot. 'Waar is Mospoot?' Vroeg Kleinpoot aan hem, haar stem trillend van woede. 'Dat weet ik niet. Misschien heeft je zielige vriendje eindelijk besloten dat hij hier niet thuishoort' Mauwde Zwartpoot op honende toon. 'Lieg niet tegen me!' Gromde Kleinpoot boos. De woede van het poesje nam over, en voor Kleinpoot het wist, had ze haar poot, met uitgeslagen nagels, al over Zwartpoot's kop gehaald. Ze zou sorry kunnen hebben gezegd, maar Kleinpoot vond dat de zwarte kater het had verdient. 'Kleinpoot wat doe je nu! wat is er aan de hand?' Vroeg Varenpoot, die intussen wakker was geworden, en alles had gezien. 'Vraag dat aan hem! Vraag aan hem waar je broer is!' siste Kleinpoot woedend. 'Wat bedoel je? Mospoot ligt toch gewoon in Sneeuwvacht's hol?' Vroeg Varenpoot verbaasd. 'Nee! En zijn geur-' Mauwde Kleinpoot minachtend, doelend op Zwartpoot. 'Hangt daar rond. En ik weet toch echt zeker dat die er gisteren nog niet was!' siste ze weer woedend. 'Wat!' riep Varenpoot, in een mix van verbazing en woede. Ze was daarna weer snel bij zinnen. 'En inderdaad Zwartpoot! Jou geur hing er gisteren nog niet!' Gromde Varenpoot, nu ook woedend. 'Probeer je best maar, niemand zal jullie geloven' spat Zwartpoot honend naar de twee poezen. 'Dat zullen ze wel zien, vergeet niet wie mijn vader is!' Gromde Kleinpoot dreigend. 'Kom Kleinpoot, we gaan Mospoot zoeken' mauwde Varenpoot, proberend nog meer ruzie te voorkomen. 'Oke' mauwde Kleinpoot, die graag nog eens haar klauwen over Zwartpoot's kop had willen halen. Kleinpoot draaide zich om, en sloeg haar staart tegen Zwartpoot's kop aan. Daarna trok ze hem snel weg, en liep het hol uit, met Varenpoot volgend.
De twee poezen liepen het kamp uit, om Mospoot te gaan zoeken. 'Ik heb geen idee waar te beginnen' Mauwde Kleinpoot. 'We gaan gewoon zoeken, we moeten ergens wel iets vinden' mauwde Varenpoot bemoedigend. We moeten snel zijn, dacht Kleinpoot. Mospoot was ernstig gewond, en als ze niet snel waren, kon hij het misschien niet overleven. Het poesje stak haar neusje in de lucht, maar door de regen die 's nachts was geweest, en het moerasland, was het onmogelijk Mospoot's geur op te pikken. 'Dan moeten we maar gewoon zoeken voor aanwijzingen' mauwde Kleinpoot weemoedig. Ze kon dat stuk vossenstront van een Zwartpoot nu wel vermoorden. 'Ja...' murmelde Varenpoot. Kleinpoot keek om zich heen, opzoek naar een hint. Opeens zag ze iets, een spoor van weggesleepte dennennaalden. 'Varenpoot! Hier, ik denk dat Zwartpoot hem hier langs heeft gesleept!' mauwde ze, met een lichte klank van hoop. Kleinpoot en Varenpoot volgden het spoor, wat tot een dood eind leidde, want Zwartpoot was door een groot stuk moerrasland gegaan. 'Ze konden elke kant zijn opgegaan' mauwde Kleinpoot hopeloos. 'We mogen de hoop niet opgeven!' Mauwde Varenpoot krachtig, en zelfverzekerd. De twee zochten tot de zon begon te zinken, en ze hadden bijna heel het territorium al doorzocht. 'We vinden hem nooit, je hebt gelijk' mauwde Varenpoot, die langzamerhand de moed had opgegeven. 'Nee! We moeten hem vinden, en we zullen hem ook vinden!' Mauwde Kleinpoot, er klonk een trillende woede in haar stem. Kleinpoot zou Zwartpoot geen zelfvoldoening geven, dit keer niet! Toen op dat moment, zag ze wat roods glinsteren. 'Bloed...' murmelde Kleinpoot onder haar adem, onhoorbaar voor Varenpoot. Kleinpoot zag meer druppels en begon het te volgen. 'Hé! Waar ga je heen?' Vroeg Varenpoot verbaasd. 'Kijk naar de grond!' Riep Kleinpoot achterom, zonder haar hoofd te draaien, of ook maar een seconde te stoppen. Kleinpoot en Varenpoot volgden het bloedspoor tot ze bij een bosje kwamen. Mospoot's geur was sterk, maar die van bloed ook. Kleinpoot en Varenpoot doken bezorgd, gehaast, en bang de struik in. Bang voor wat ze zouden zien. 'Mospoot!' riep Kleinpoot geschrokken. De kater lag in een klein plasje bloed, en ademde kort, en onrustig. 'Varenpoot, we moeten snel zijn!' Mauwde Kleinpoot bezorgd, en bang. Varenpoot knikte en nam haar broer op haar rug. Voorzichtig, maar zo snel mogelijk, baanden de leerlingen zich een weg door de struik, terug naar het kamp. Pas toen de zon weer opkwam kwamen de katten het kamp binnen. Waar Bloedster bezorgd op Kleinpoot en Varenpoot zat te wachten. Varenpoot rende door naar Sneeuwvacht's hol, en Kleinpoot vertelde haar vader haar verdenkingen over Zwartpoot. Natuurlijk geloofde haar vader haar niet, maar hij had beloofd Zwartpoot in de gaten te houden.
De volgende dag kwam Zwartpoot naar haar toe. 'En hoe gaat het met je kleine, zielige vriendje?' vroeg de kater honend. Maar voor Kleinpoot haar mond kon openen hoorde ze Varenpoot. 'Zo praat je niet over mijn broer!' Mauwde het altijd rustige poesje nu sidderend van woede. Kleinpoot , wiens ogen gloeiden van woede sprong op Zwartpoot. 'Je houd nu op!' Schreeuwde ze boos. Het wit met zwart gevlekte poesje haalde beide flanken van de zwarte kater open met haar uitgeslagen klauwen. Zwartpoot probeerde haar van hem af te duwen, maar Kleinpoot hield de kater te stevig tegen de grond aan gedrukt. Meer leerlingen kwamen er omheen staan, met geschrokken gezichten. Uiteindelijk werden ze uit elkaar gebroken door de omstaande katten. 'Kom niet aan mijn vrienden of mij of het zal je bezuren! Stuk vossenstront' gromde Kleinpoot dreigend. Kleinpoot had weinige verwondingen, in tegenstelling tot Zwartpoot die ze ernstig verwond had. Het poesje liep naar Varenpoot toe. 'Dat zal hem wel leren' murmelde ze, alleen voor haar vriendin om te horen.
Er zijn nog geen reacties.