Hoofdstuk 11
Kleinpoot was de patrouille gevolgd, want ze vertrouwde Zwartpoot niet. Hij had steeds Mospoot laten opdraaien voor dingen die hij had gedaan, en dat waren geen goede dingen. Toen ze eindelijk de zonhoog patrouille had ingehaald, zag ze Zwartpoot roepen dat hij en Mospoot daar nog even de grens zouden checken. Maar daar geloofde Kleinpoot niks van. En haar vermoedens waren terecht, want in plaats van te doen wat hij zei, viel Zwartpoot Mospoot aan. Kleinpoot wilde hem helpen, maar ze durfde niet, want dan zou Zwartpoot haar hoogstwaarschijnlijk ook aanvallen, en ze kon zich nog niet verdedigen, want ze had nog geen training gehad. Zwartpoot verwondde Mospoot zo erg, dat Mospoot niet meer op kon staan. Dit ging echt véél te ver! Ze hoorde Zwartpoot zeggen dat Mospoot ging jagen daar. Snapte dat stomme stuk vossenstront nu echt niet dat hij héél verkeerd bezig was, pesten was al erg, maar dit!? Kleinpoot rende snel naar Mospoot toe. Ze schoof hem op haar rug. 'Dankje...' kreunde Mospoot pijnlijk en zacht. 'Ik weet wat Zwartpoot heeft gedaan! En dit gaat nu echt te ver! We moeten het hier met Bloedster over hebben!' Mospoot mompelde een tegenspraak, maar Kleinpoot haalde hem toch over.
Terug in het kamp keek iedereen verbaasd naar wat er was gebeurd, naar de gewonde Mospoot. Kleinpoot was moe, maar toch haalde ze het nog naar Sneeuwvacht's hol. Ze liet Mospoot van haar rug afglijden. 'Sneeuwvacht! Mospoot is erg gewond!' riep Kleinpoot. Sneeuwvacht kwam aanlopen, bezorgd. 'Wat is er gebeurd?' vroeg Sneeuwvacht. 'Zwartpoot! Hij viel Mospoot ineens aan!' Mauwde Kleinpoot, bezorgd, en er was ook een klein spoor van angst in haar stem te vinden. 'Ik kom zo snel mogelijk terug, maar nu moet ik snel gaan, voor ik te laat ben!' Mauwde Kleinpoot die snel het hol uit rende. Ze pikte de geur van de katten die op patrouille waren gegaan niet op, en zag ze ook niet. Snel rende het poesje naar Bloedster's hol, ook al was de leider haar vader, het zou moeilijk worden hem te overtuigen. 'Bloedster!' riep Kleinpoot naar binnen, haastig , maar ook met een lichte boze toon. Ze was boos op de leider, omdat hij altijd Zwartpoot's kant koos. 'Ja Kleinpoot?' vroeg Bloedster. 'Mospoot is zwaar gewond! En nu stil blijven, want ik ga gelijk vertellen door wie!' mauwde het zwart met wit gevlekte poesje. 'Wie dan?' Vroeg haar vader. 'Je oh zo favoriete leerling, Zwartpoot! Hij zei tegen de patrouille dat hij en Mospoot daar even zouden kijken, en toen viel hij Mospoot aan, uit het niets! Zo erg dat Mospoot niet op kon staan, en daarna liep hij gewoon weg en zei tegen de rest van de patrouille dat Mospoot achterbleef om te jagen!' mauwde Kleinpoot boos tegen de leider, geen kans open latend voor hem om er tussen te komen. 'Dat klinkt helemaal niet als Zwartpoot' antwoordde Bloedster. 'Oh echt wel, iedere keer als er geen krijger bij is, pest hij Mospoot en Varenpoot, alleen omdat ze geen clangeboren katten zijn' mauwde Kleinpoot boos. Als Zwartpoot nu voor haar had gestaan, had ze hem uit woedde aangevallen.
Bloedster had toen de patrouille was teruggekeerd, aan de patrouille gevraag naar het verhaal, en daarna aan Zwartpoot, die een ander verhaal vertelde. 'Ja geloof zijn lieve vriendinnetje maar!' spat hij geërgerd. Bloedster had de zwarte kater een fikse straf gegeven, en gedreigd dat als dit vaker voorkwam, dat hij Zwartpoot zou verbannen.
Iedere dag ging Kleinpoot, Mospoot opzoeken, en iedere dag ontstond er een sterkere vriendschappelijke band. En in een mum van tijd waren de twee beste vrienden. Kleinpoot negeerde de plagerijen van de andere leerlingen, over dat ze verliefd waren. Ze vond dat de anderen leerlingen zich niet zo kinderachtig moesten gedragen, dat ze Mospoot's vriend was betekende niet gelijk dat ze verliefd waren.
Er zijn nog geen reacties.