Het is vandaag maandag. Ik moet zo naar mijn werk. Alleen nog even wat make-up opdoen en dan ben ik klaar. Ik stap de deur uit en pak mijn fiets. Ik fiets naar mijn werk. Een kwartiertje fietsen. Als ik mijn werkkamer binnenstap zit er een jongen. Waarschijnlijk is dat James. Ik loop naar hem toe en schud hem de hand. ‘Ik ben James Wakefield’: zegt hij. Ik moet toegeven dat ik een kleine tinteling voelde toen ik zijn hand aanraakte. Hij is dan ook best knap. ‘Ik kom je vanaf vandaag helpen’. ‘ Dat is fijn’: zeg ik. ‘Laten we maar beginnen dan’. Ik pak de lijst met patiënten. ‘Doe jij Mr. Brown, dan doe ik Mevr. Jackson’. ‘Is goed’: zegt hij. Na ongeveer 3 uur gewerkt te hebben, hebben James en ik pauze. Hij komt naast me zitten aan tafel en bied me een drankje aan uit de kantine. ‘Een jus d’orange gaat er nu wel in’: zeg ik. Hij staat op en loopt naar de kantine. Even later komt hij terug met een flesje jus d’orange voor mij en een flesje appelsap voor hem. ‘Alsjeblieft’: zegt hij. ‘Thanks’, antwoord ik. We beginnen en gesprek over onze familie en ons dagelijks leven. Na een half uur is de pauze voorbij. We gaan weer aan het werk. Als ik klaar ben met werken loop ik naar mijn auto. ‘Taylor!’. Ik draai me om. Daar komt James aanrennen. ‘Zullen we een keer wat gaan drinken?’: vraagt hij. ‘Ja, lijkt me leuk’. ‘Morgen is een korte dag, kan je dan?’. ‘Ja, morgen moet lukken’: antwoord hij. Ik zeg hem gedag en stap in mijn auto en rijd weg. Ik heb nu al zin in morgen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen