Foto bij De Aurora

Haha misschien komt er nog wel een foto van Fury maar dat weet ik nog niet zeker haha.
Bedankt voor de leuke reacties trouwens (H)

"Mijn vader heeft al een eeuwigheid het vermoeden dat zijn schip wordt gebruikt om zeldzame dieren het land uit te smokkelen, maar hij wilde de autoriteiten pas ininschakelen als hij het zeker wist. Als de kudde aan boord is denk ik wel dat we bij ze kunnen komen, maar we moeten opschieten. De Aurora vertrekt over een half uur naar het Midden-Oosten."
Er viel een grote last van Roos haar schouders toen Daniel dat zei. Hij geloofde haar! God zij dank! Roos kon hem wel om zijn nek vallen! Maar dat deed ze niet. Ze moest wel even wennen aan deze nieuwe Daniel. Een stoere Daniel. Hij was stiekem zelfs stoerder dan zijn tweelingbroer Eric. De laatste tijd was Eric alleen maar aan het kleffen met Alex. Ze moest wel toegeven dat zij de laatste tijd ook heel erg aan het kleffen was met James!
Roos dacht even aan Amy. Het zou wel grappig zijn als Amy wat met Daniel zou hebben. Twee tweelingen! Hoe cool zou dat zijn!
Roos liet even haar blik over Daniels lichaam gaan. Hik zag er stoer uit vandaag. Hij had stoere gympen aan zijn voeten, en hij droeg een gerafelde spijkerbroek met daarboven een mouwloos zwart shirt. Zijn armen waren dun maar wel gespierd. Zelfverzekerd beende hij de kade op. Hij gebaarde dat ze hem moest volgen. Roos ging op een holletje achter hem aan. Ze moest moeite doen om hem bij te houden.
"Is Eric er ook?" vroeg ze.
Daniel schudde zijn hoofd. "Die is bij Amy en Alex thuis. Mag ik trouwens vragen wat je van plan bent?" vroeg hij nieuwsgierig.
Roos haalde haar schouders op. "Weet ik zelf nog niet eens. Ik zie wel."
"Handig," zei Daniel droogjes.
"Wat ben jij van plan dan?" vroeg Roos hijgend. "Denk je echt dat we zomaar dat schip op kunnen wandelen en met een kudde wilde paarden er weer af stormen?"
"Nee, wíj niet," zei Daniel. "Jíj." Hij glimlachte. "Vertrouw me maar, soms is de simpelste oplossing de beste."
Op dat moment ontstond er een opstootje op de kade. Een van de kisten was tijdens het optakelen opengebroken. De restanten van een antieke tafel en een aantal glanzend gepoetste stoelen dobberden in het vettige groene zeewater van de haven rond. De mannen stonden te vloeken en met hun vuisten te schudden en twee waakhonden gingen wild tekeer aan hun stak staande kettingen. Daniel besteedde er geen aandacht aan en liep rustig over de loopplank het dek op en verdween door een lage deuropening. Roos haastte zich achter hem aan.
Benedendeks was het schip een wirwar van gangen, kombuizen en schoongeschrobde, onpersoonlijke hutten.
Zo snel ze konden liepen ze door kilometers loodgrijze gangen en gingen ze twee wenteltrappen af, hun voetstappen als kerkklokken galmend op het staal. Uiteindelijk kwamen ze bij een opslagruimte. Een wat oudere man zat over een computer gebogen. Toen Daniel op de deur klopte, sprong hij overeind en riep hij iets in een vreemde taal.
Daniel schonk hem een stralende glimlach. "Kapitein Holloway vraagt of u naar het bovendek komt," zei hij beleefd. "Ik weet niet precies waar het over gaat maar het was nogal dringend."
De man tuurde hem wantrouwend aan. Hij stak een hand uit naar zijn walkietalkie.
"Volgens mij was het een noodgeval," drong Daniel aan.
Mopperend griste de man een aantal papieren bij elkaar en liep haastig de gang in. Daniel wachtte tot hij uit het zicht was verdwenen en dook toen vlug de opslagruimte in. "Roos, hierheen!"
Daniel deed de deur achter hen op slot en opende een archiefkast. In de kast hingen honderden sleutels aan koperen haakjes. Daniel legde de sleutels op de grond en begon ze systematisch te onderzoeken.
Roos keek op haar horloge. Het was al tien over vijf. De boot zou over twintig minuten vertrekken. Ze durfde er niet aan te denken wat er zou gebeuren als ze de kudde tegen die tijd niet hadden gevonden.
Er werd op de deur geklopt. Daniel legde een vinger op zijn lippen. Het geklop ging over in gebonk. Roos' zenuwen stonden op het punt het te begeven, maar Daniel bleef volmaakt rustig. Hij bekeek elke sleutel nauwkeurig, alsof hij uren de tijd had, en hij leek er totaal niet mee te zitten dat hij meedeed aan een illegale dierenreddingsactie of dat een woedende Rus de deur zo te horen nu te lijf ging met een brandblusser. Het gebonk stopte en de metalen echo galmde door de gang.
"Alsjeblieft!" smeekte Roos in paniek.
"Ik heb ze," zei Daniel en hij hield een bosje sleutels omhoog. "Maar we hebben niet veel tijd meer."
Hij deed de deur van het slot en samen stormden ze talloze gangen door, weer een aantal wenteltrappen af, en een schoonmaakkast in toen twee met smeerolie besmeurde monteurs door een zijdeur tevoorschijn kwamen.
Roos dacht dat ze nu wel de bodem van het schip bereikt hadden. Het rook er naar uitlaatgassen. De vloer trilde en ze hoorde het grommende geknars van grote machines die tot leven kwamen.
"Denk je dat we het redden?" fluisterde Roos onzeker. Ze hoopte op een positief antwoord.
Daniel antwoordde niet. Ze hadden een kruispunt van gangen bereikt en hij probeerde te bepalen welke ze moesten nemen.
Hé, hé," klonk een donderende stem. "Wat hebben we daar?"

Reageer (1)

  • AngelWriting

    Oh gosh dit is zo spannend!
    Het is niet eerlijk om mij zo inspanning te laten zitten!
    Nou vooruit omdat je verhaal zo goed is.
    Ik hoop echt dat ze de kudde kunnen bevrijden.
    Snel verder en kudi

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen