'Ik zie er altijd wit uit.' merk ik vaag op.
'Je ziet er bleker uit dan daarnet, Elena. Je moet eerst wat rusten.' probeert Balin me te overtuigen. Maar zoals gewoonlijk negeer ik de waarschuwende woorden en spring haast recht.
'Zie je wel, niets aan de hand.' zeg ik. Enkele seconden later zak ik door mijn benen op de grond en hijg ik diep. Balin heeft misschien wel gelijk, ik was uitgeput.
'Dat zie ik ja.' klinkt Thorin's stem. Ik kijk hem wat boos aan, maar reageer niet op zijn gedrag. Opnieuw doe ik een poging om recht te staan en tot mijn verbazing blijf ik deze keer wel recht staan, al blijft mijn hoofd wel lichtjes tollen.
'Zie je, niets aan de hand. Kunnen we nu verder gaan?' zeg ik koppig.
'Je mag met mij meerijden.' de stem van Dwalin laat mij verbaasd opkijken.
'Ik denk dat wij allen even verbaasd zijn als jij om zijn reactie.' zegt Bofur zachtjes. De ruwe hand van Dwalin helpt me zijn pony op en ik leg mijn handen losjes op zijn zij.
'We gaan niet ver meer, het is nog een klein stukje.' deelt Thorin plots mee. Iedereen spoort zijn pony aan en zonder enig verzet, volgen alle dwergen hun leider.

'En ik stel toch voor om verder te reizen, het is hier niet veilig. Deze schuur is niet verwaarloosd zonder reden.' Gandalf kijkt bezorgt, terwijl hij Thorin probeert te overhalen.
'We rusten hier tot de ochtend, Bombur maakt het eten en Dwalin, Bofur en Gloin gaan hout halen. Kil en Fili, jullie letten op de paarden.' spreekt Thorin zonder de woorden van de tovenaar in acht te nemen.
'Ik heb genoeg van jullie, dwaze dwergen.' zegt Gandalf boos en stapt van de groep weg. Iedereen, buiten Bilbo en ikzelf, hebben een opdracht van Thorin gekregen. Van zodra Bombur klaar is met het eten, gaat iedereen meteen achter een portie.
'Eet wat.' verbaasd kijk ik Thorin aan.
'Nee.' antwoord ik kort. Ik sta recht, vraag twee kommetjes voor Fili en Kili, waarna ik richting de paarden stap. Dankbaar nemen de broers het eten aan en eten het gulzig op.
'Moet jij niet eten?' vraagt Kili als hij bijna gedaan heeft.
'Nee, ik heb geen honger.' deel ik hem mee. Beiden broers kijken elkaar even aan, wisselen enkele blikken en knikken geheimzinnig. Plots pakt Fili mijn polsen vast, draait me zo om dat ik met mijn rug tegen hem sta en hij houdt mijn armen gekruisd achter me, zodat ik niet weg kan lopen.
'Wat zijn jullie van plan?' vraag ik achterdochtig, maar voor ik nog iets kan zeggen propt Kili een lepel van het stoofpotje in mijn mond.
'Opeten of je wordt gestraft.' zegt hij met pretoogjes. Het stoofpotje smaakt heerlijk, maar puur uit nieuwsgierigheid spuw ik het toch uit.
'En nu?' vraag ik licht uitdagend. Met een grijns op zijn gezicht zet Kili de kom aan de kant en begint me te kietelen, waarbij ik niet probeer te gillen.
'Whaha, oké... Ik zal eten haha ... Stop... Alsjeblieft!' zeg ik lachend. Na mijn smeekbede stopt Kili en laat me de rest van het kommetje leeg eten.
'Nu ben je een flinke meid.' zegt Kili plagend. Hij stapt terug naar Bombur's kookplaats, waarschijnlijk nog wat eten halen.
'Je mag me nu loslaten hoor.' zeg ik lachend tegen Fili. Hij laat mijn ene arm los, maar zodra hij mijn gezicht ziet houdt hij nog een pols vast.
'Je hebt wat op je gezicht.' zegt hij en wrijft met zijn duim net boven mijn kin. Terwijl hij de saus weg veegt, kijk ik in zijn blauwe ogen die gefocust naar mijn kin kijken.
'Staren is onbeleefd.' zegt Fili zachtjes, waardoor ik mijn ogen neersla. Mijn wangen voel ik meteen rood worden waardoor ik hem even net meer aan durf te kijken. Ik trek zachtjes mijn pols uit zijn hand, draai me om en stap wat verder het bos in.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen