Foto bij [NL] Napblocked

Dit was bedoeld als one-shot voor Valentijnsdag, maar dat is niet helemaal gelukt. Nu is het een one-shot voor zondagavond, zodat jullie (hopelijk) allemaal de maandag weer aankunnen. ^^

Wesley sloeg met een zucht zijn History of Magic tekstboek dicht. Een pagina per dag was het maximale wat hij aankon met betrekking tot koboldoorlogen zonder er zelf eentje te willen beginnen uit pure frustratie. Hij keek naar links, waar Oliver zat en wezenloos de Common Room in staarde, vermoedelijk dagdromend over Quaffles, sproeten of Quaffles met sproeten. Wesley vroeg zich even af of het een slecht teken was dat dit de manier was waarop ze Valentijnsdag doorbrachten, maar toen besloot hij dat het hem niet erg veel kon schelen.
      “Ik wil liggen,” verkondigde hij. Geschiedenis die hem niet interesseerde was vermoeiend.
      Oliver keek hem niet aan, maar gaf verrassend genoeg wel antwoord. “Dan ga je toch liggen?” vroeg hij. Wesley vond dat hij een goed punt had.
      De rest van de banken in de kamer waren echter net zo bezet als die van hen. Helemaal naar de slaapzalen lopen zou betekenen dat hij op moest staan, dus besloot Wesley voor de meest logische en meest luie oplossing te gaan voor het doen van een dutje. Hij liet zich naar links zakken, op Olivers schoot.
      Dit leek niet te zijn wat Oliver bedoeld had. “Wat doe je?” vroeg hij. Hij klonk nogal gestrest, dus Wesley opende één oog om zijn gezichtsuitdrukking te peilen. Voordat hij daar de kans toe kreeg, zette Oliver handen op Wesleys schouder en zij en duwde hem van zijn schoot, waardoor Wesley gevaarlijk dicht in de buurt van de grond kwam, met alleen nog zijn benen op de bank en één arm om hem overeind te houden, alsof hij vreemde opdrukoefeningen aan het doen was half over Olivers knieën heen. Hij besloot maar geen moeite te doen om zich tegen het onvermijdelijke te verzetten en liet zich helemaal van de bank glijden, als een bijzonder slappe boterham.
      “Wat doe jij?” reageerde hij, toen hij weer enigszins van de schok was bekomen. Nu was hij plotseling weer veel te wakker om te slapen en het was volledig Olivers schuld. “Vanwaar deze plotselinge uitspatting van homofobie? Ik zou denken dat je onderhand wel weet dat ik niet aan je zaakje wil, Merlin.”
      Oliver had Wesleys laatste twee zinnen - of, deprimerend genoeg, mogelijk de laatste drie - duidelijk al niet meer gehoord. Hij was te druk bezig met het rechtten van zijn rug, het pletten van zijn haar en het opplakken van zijn (volgens hem, te oordelen naar hoe vaak hij in de spiegel had geoefend toen hij dacht dat Wesley niet keek) meest aantrekkelijke glimlach. Wesley hoefde niet eens meer zijn hoofd verder in zijn nek te leggen om te zien waar Oliver heen keek, want er was maar één persoon die deze symptomen veroorzaakte.
      “Hé Percy,” zei Oliver, en Wesley had kunnen zweren dat zijn ogen hartjesvorm aannamen. In Merlins naam.
      “Hallo, Oliver. Hoe is jouw Valentijnsdag?”
      “Niet erg bijzonder, tot nu toe. Jij?”
      “Ik heb de hele dag in de bibliotheek gezeten.” Percy was blijven staan achter Wesleys hoofd, dus Wesley had een bijzonder perspectief op de Prefect. Hij leek extra lang bekeken vanaf de grond en op de kop, maar zijn wenkbrauwen waren niet zo ver weg dat Wesley de licht bezorgde, erg verwarde frons die ze vormden had kunnen ontgaan. “Is alles in orde, Wesley?”
      “Oh, ja hoor,” antwoordde hij. Hij grijnsde naar Percy. “Ik word keihard gedumpt hier, maar verder is alles pico bello.”
      “Je ligt op de grond.”
      “Jou ontgaat niets. Dit is waarom ik op jou zou stemmen als Prefects via een democratisch proces werden verkozen.”
      Percy zag eruit alsof hij niet helemaal zeker wist hoe serieus hij dat moest nemen. Uiteindelijk leek hij te besluiten het te laten bij een voorzichtige glimlach als reactie en Wesley kon niet ontkennen dat hij trots op hem was. Hij was al zover gekomen in de jaren dat ze elkaar kenden dat hij misschien zowaar ooit goed genoeg zou zijn voor Oliver, ergens in de nabije toekomst. Oliver zag dan voornamelijk de sproeten, maar Wesley had hoge eisen wat vriendjes voor hem betrof.
      Zelfs wanneer Oliver hem net letterlijk had laten vallen en met een schoen in zijn zij porde, zoals nu.
      “Wat nou weer? Ik lig al op de grond. Nog verder naar beneden kan ik niet.”
      “Niets,” antwoordde Oliver met een glimlach, maar hij leek te proberen met zijn ogen een ander bericht door te geven. Wesley trok zijn wenkbrauwen naar hem op, wat waarschijnlijk en meer indrukwekkende zet zou zijn geweest als hij niet tegelijkertijd op zijn rug over het tapijt van Olivers voeten weg probeerde te kronkelen.
      Percy sloeg hen een paar tellen in stilte gade, waarna zijn frons weer terug was. “Jullie hebben toch geen ruzie?”
      “Nee,” antwoordden ze tegelijkertijd.
      “Nog niet,” voegde Oliver er aan toe.
      “Wat?” zei Wesley verontwaardigd, maar op een heel mannelijke manier. Hij piepte niet, absoluut niet.
      “Je ligt in de weg, Wes.”
      Wesley vermoedde dat hij eindelijk begon te begrijpen waar Oliver zo onsuccesvol op probeerde te hinten. Hij had niet zien aankomen dat Oliver misschien grootsere Valentijnsdagplannen had dan op een bank zitten, al vroeg hij zich nu af waarom niet. Hij rolde zijn hoofd van links naar rechts over de vloer. Dat was de beste impressie van zijn hoofd schudden die hij op dat moment kon doen. “Je kunt zelf ook opstaan, slimmerik.”
      “Misschien moet ik maar eens gaan,” zei Percy plotseling.
      Wesley besefte dat hij de meer volwassen jongen van zeventien zou moeten zijn. Hij krabbelde overeind. “Wacht even, Weasley.” Hij greep Percy bij zijn schouders, draaide hem een stukje en duwde. Percy liep braaf achteruit tot de bank achter hem stond en hij op Wesleys lege plek terecht kwam, bij gebrek aan andere opties. “Ik denk dat Oliver het vanaf hier wel alleen aankan.”
      “Wes,” zei Oliver, maar hij faalde compleet in geërgerd of waarschuwend klinken. Wesley had de neiging over zijn hoofd te aaien, maar hij onderdrukte het, want hij vermoedde dat zo’n actie niet erg gewaardeerd zou worden.
      “Wat is er aan de hand?” vroeg Percy. Zijn wangen hadden echter al grotendeels de kleur van zijn haar aangenomen, wat aangaf dat hij niet volkomen argeloos kon zijn. Dat was goed genoeg voor Wesley. Oliver zou zelf maar moeten uitvogelen hoe hij de situatie wilde uitleggen.
      “Ik herinnerde me gewoon opeens dat ik heel dringend, eh-” Het waren momenten zoals deze waarop Wesley met zijn neus betreurenswaardig dicht op het feit werd gedrukt dat hij verrassend weinig vrienden had buiten Oliver. “McGonagall moet spreken? Sorry, dat had niet als een vraag moeten klinken. Ik ben normaal gesproken een betere leugenaar, eerlijk waar.” Hij greep zijn History of Magic boek van tafel. “Vergeet de sok op de deurknop niet als jullie besluiten horizontale dansjes te doen in de slaapzaal.”
      Wesley bleef nog net lang genoeg hangen om Olivers tweede, dit keer wel duidelijk waarschuwende “Wes!” te horen, evenals Percy’s gemompelde belofte aan zichzelf dat hij zou doen alsof hij geen idee had waar Wesley over praatte. Wesley zelf kon niet ontkennen dat hij erg tevreden met zichzelf was toen hij het portretgat uit vluchtte. Het zou voor hem misschien niet zo’n spannende dag worden, maar in ieder geval kon hij beweren dat hij Cupido had gespeeld. Oliver zou hem achteraf dankbaar zijn. Hopelijk.

Reageer (3)

  • Phlegethon

    OHMY THIS IS SO PERF

    9 jaar geleden
  • Necessity

    Geweldig dit!!
    Gooo Wesley!!!
    Goed begin van de maandag, bedankt!

    9 jaar geleden
  • Wiarda

    Horizontale dansjes in de slaapzaal. O, Wes. :')

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen