De haven
Echt een mooi boek! Mijn complimenten voor de schrijfster.
Natuurlijk heb ik het hd wel zelf verzonnen hoor. Ik vond het alleen wel terecht om dat boek even te noemen.
Veel plezier met lezen! Xxx Kim
Dertig minuten later parkeert Roos haar fiets tegen het hek van de haven. De zeewind sneed als een mes door haar dunne zomerjasje en de zilte lucht prikte in haar neusgaten. Het haventerrein gonsde van de bedrijvigheid en ze hoorde honden blaffen. Misschien wel waakhonden, dacht Roos.
Roos wachtte huiverend achter een boom totdat er een paar auto's waren gepasserd. Schuw kwam ze achter de boom vandaan toen er geen auto's meer te zien waren. Ze had spijt dat ze geen jas had meeegenomen. Het was zo koud.
Ze treuzelde niet langer. Vlug, voordat er nog een andere auto aankwam rijden, spurtte ze naar de poort en verschool zich achter het houten wachthuisje. Ze was van plan geweest zich een weg naar binnen te praten, maar toen ze door het met aangekoekt zeezout bedekte raam keek, zag ze dat dat niet echt nodig zou zijn. In het huisje zaten twee bewakers. De een zat met een kop koffie in zijn hand gevaarlijk balancerend op zijn stoel naar een rugbywedstrijd op de televisie te kijken. De ander stond met zijn rug naar haar toe in zijn walkietalkie te praten. Hij had ruzie. "Wie is hier volgens jou een idioot? Over," zei de bewaker kortaf. Er volgde een woest gekraak.
Roos wachtte het antwoord niet af. Ze dook onder de slagboom door en rende met een noodvaart richting de huizenhoge stapels rode, blauwe, gele en grijze containers. Daar kon ze zich mooi achter verschuilen.
Met elke stap verwachtte ze het bevel te horen dat ze moest stoppen... maar dat kwam niet.
Roos ging gelijk op de rem toen er opeens een hele grote, woest blaffende, donkerharige rottweiler voor haar stond. Zijn ogen blikten gevaarlijk en zijn scherpe tanden glommen als de tanden van een krokodil.
Roos trilde over heel haar lichaam. Wat moest ze nou toch doen? Ze was er geweest! Net als de kudde als ze hen niet kon helpen! Deze hond zou in haar been happen als ze op hem af zou lopen. Als ze zijn halsband vast zou proberen te pakken om hem weg te duwen zou hij zonder moeite haar arm eraf bijten had Roos het gevoel. Ook weglopen was geen optie. Hij zou haar zo inhalen. Wat moest ze nou toch doen?
Op dat moment klonk er een hard donderend geluid boven hun hoofden en een bliksemflits verlichte voor heel even de lucht en leek de wolken in tweeën te splitsen. Roos verstarde. De rottweiler jankte. Hij was bang voor onweer. Het donderende geluid deed pijn aan zijn gevoelige oren. Met zijn staart tussen zijn benen liep hij weg.
Roos zuchtte opgelucht. Ze had nooit verwacht dat onweer haar nog eens ergens mee zou helpen.
Vlug liep ze verder tot ze bij een opening tussen twee containers kwam. Tussen de containers door zag ze de kade. Er lagen drie grijze schepen en een blauw met witte sleepboot in de haven. Welke boot moest ze in godsnaam hebben? Bovendien krioelde het van de arbeiders. Roos schatte dat ze ongeveer vijfentwintig kisten en een paar duur uitziende auto's moesten inladen. Nergens een kudde wilde paarden te bekenen. Maar ja, wat had ze dan in hemelsnaam verwacht? Dat de kudde op een presenteer blaadje zou worden aangeboden? Ze wist niet wat ze had verwacht.
Er was nog maar weinig tijd om de kudde te redden en ze had geen idee waar ze moest beginnen. De haven was ook zo groot. Het was natuurlijk ook volkomen zinloos om drie schepen ter grootte van een wolkenkrabber te gaan doorzoeken. Het zou haar nooit lukken om de kudde te vinden!
Opeens werd ze van achter beetgepakt. "Laat me los!" krijste ze en ze begon te vechten en te gillen als een gewond wrattenzwijn. Met een doffe dreun kwamen zij en haar belager op de grond terecht. Roos lag op haar buik, kreunend, compleet uitgeput en te zeer buiten adem om zich te kunnen bewegen.
"Ik arresteer je wegens het betreden van verboden terrein. Je hebt het recht te zwijgen." Klonk een heldere jonge stem.
Roos draaide zich op haar rug. Twee uitgestoken handen verschenen in haar blikveld om haar omhoog te helpen. Roos negeerde ze en krabbelde zelf overeind. Ze wilde alweer wegrennen voor de bewaker die haar had vastgegrepen, toen ze recht in een helder paar blauwe ogen keek. Bekende ogen...
"Daniel!" riep Roos verbaasd uit.
"Hallo Roos," zei Daniel grinnikend.
Reageer (1)
Oh gosh zet ik mijn pc aan, zie ik niet 1 nieuw hoofdstuk maar 2
9 jaar geledenEcht super spannend,
Ik zou het in mijn broek doen als ik Roos was
Maar ja, waarschijnlijk was ik wel op die hond afgelopen,
Zo van, 'Hier hondje, wie is een brave jongen?'
Jaa, dat ben ik.... dat doe ik bij alle honden (loopt niet altijd even goed af )
Snel verder en kudo