Foto bij Mary's verhaal

"Laten we even naar mijn kamer gaan," zei Mary. Ze keek in het rond. "Te veel luistervinken hier als je het mij vraagt."
Roos liep achter mevrouw Johnson aan richting haar slaapkamer. Ze deed de deur achter hun dicht.
"Neem maar plaats op mijn bed liefje," bood Mary Johnson aan.
Roos zakte aarzelend op het bed neer. Mary parkeerde haar rolstoel voor Roos en keek haar onderzoekend aan. "Vertel eens kindje, hoe ben je achter het geheim van de kudde gekomen en waarom ben ik de enige die je kan helpen?"
Roos begon te vertellen. Eerst aarzelend, maar toen steeds zelfverzekerder. Ze zullen de kudde vinden! Hoe dan ook!
Nadat Roos het hele verhaal had verteld was ze even stil. Ze had álles verteld! Vanaf dat ze te horen kreeg dat haar moeder in het ziekenhuis lag. Roos beet even op haar lip. "Ik heb u alles verteld over mij. Nu heb ik een vraag aan u. Waarom bent u zoveel jaar geleden van een flat afgesprongen?"
Mary verstijfde. Een traan biggelde over haar wang. "Ach kindje, zoveel problemen had ik; misbruikt door mijn vader, mijn moeder die me niet geloofde, de dood van mijn vader, mijn moeders depressie... Ik heb jarenlang voor haar moeten zorgen." Mary was even stil. Haar onderlip trilde. Ze haalde even diep adem voor ze verder ging. "Op school hoorde ik er niet bij en mijn vriendje had me in de steek gelaten. Ik zag het gewoon niet meer zitten. Ik sprong van de derde verdieping van de flat waar ik woonde. Ik overleefde het maar zou voor altijd aan een rolstoel gekluisterd zijn. De kinderbescherming vond dat mijn moeder niet meer in staat was om voor mij te zorgen. Ik heb bijna in elk kindertehuis en gastgezin gewoond hier in zuid-Engeland." Een traan rolde over Mary haar wang. "Ik was nog maar negentien toen mijn moeder me in de steek liet. Ze hing zichzelf op. Ik was ontroostbaar en draaide door. Ik belande hier in het gekkenhuis waar ze me zware medicijnen gaven om me rustig te houden. Er waren soms zelfs dagen dat ze me aan mijn bed vastbonden. Vijftien jaar heb ik hier toen opgesloten gezeten. Daarna werd ik vrij gelaten. Ik ging werken en huurde een flatje. Het leek eindelijk allemaal goed te gaan. Ik trouwde. Maar het duurde niet lang, of deze man liet me ook al ik de steek. Hij was opeens weg. Hij liet een brief achter waarin hij vertelde dat hij wilde scheiden, dat hij een ander had die zwanger van hem was en dat slechter dan samen met mij niet kon. Mijn hart brak. Een paar jaar voor de brief, wandelde ik veel in het bos en ik ontdekte de kudde. Ik had een hechte band met hun. Vooral met de leider, die jij Fury noemt. Het duurde ontzettend lang maar uiteindelijk mocht ik zelfs op hem rijden!" Mary leek weg te dromen bij die gedachte.
Roos hield haar adem in. Mary heeft op Fury gereden! Hoe gaaf! Roos spoorde de oude vrouw aan verder te vertellen.
Een donkere schaduw viel over Mary haar gezicht. "Na die brief werd ik weer gek en voordat ik het wist had ik de kudde veraden door te zeggen dat ze in het bos woonden. De gemeente zorgde er uiteindelijk voor dat er een verboden deel in het bos kwam waar de kudde kon leven zonder dat iemand ervan wist. Net op tijd had hij dat gedaan anders was de paparazzi erachter gekomen en had het in de kranten gezet. Als dat zou zijn gebeurd dan zouden jagers of mensen met bedoelingen om de dieren te vervoeren en ze illegaal te verkopen aan weet ik veel wie, er ook achter gekomen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Maar er zijn vast een paar mensen die na mijn gekke verhaal over een kudde nieuwsgierig waren en op zoek gingen naar dat bos waarin ze volgens mijn verhaal woonden. Ik was woedend op mezelf dat ik ze verraden had en ik liet mezelf opsluiten in het gekkenhuis. Veertig jaar was ik toen ongeveer. Of vijfenveertig, ergens in die richting. Zeven jaar geleden was ik een paar maanden vrij en zwierf ik als dakloze door Dorset. Daarna liet ik mezelf weer opsluiten. Ik strafte mezelf. Ik haat mezelf voor wat ik de kudde heb aangegaan. En nu ik van jou hoor dat ze weg zijn... Ik heb nou het gevoel of alles voor niets is geweest." Mary laat verdrietig haar hoofd hangen.
Roos weet even niet wat ze moet zeggen. Ze had veel verwacht maar dit absoluut niet. "U bent een goede vrouw mevrouw Johnson. U hebt niks verkeerd gedaan." Roos staat op en legt haar hand op de schouder van Mary. Die kijkt haar dankbaar aan. Dan schud ze haar hoofd en rolt met haar rolstoel naar het kleine raampje in haar slaapkamer toe, ook bedekt met tralies.
"Lieve Roos, je bent een goed kind. En zeg alsjeblieft Mary en geen mevrouw Johnson." Mary draait haar rolstoel om en rolt naar Roos toe. "Misschien is het nog niet te laat Roos, om de kudde terug te vinden."
"Kunt u me helpen?" vraagt Roos hoopvol. Ze pakt de hand van Mary vast.
Mary knikt. "Maar je moet snel zijn. Als je gelijk hebt, en het is precies twee weken geleden dat ze weg zijn, dan moet je nu heel vlug naar de haven. De mannen die de kudde mee hebben genomen zijn ongetwijfeld mensen die illegaal dieren het land uit smokkelen naar het midden-oosten. Heb je het nieuws niet gekeken? Afgelopen paar weken zijn er al verscheidende zeldzame dieren uit Engeland verscheept. Niemand weet waar ze precies naartoe zijn. Ze waren iedere keer te laat. Als ze eenmaal weg zijn, vind je ze niet meer terug. Dan zijn ze verscheept, verkocht en weg!"
Roos schrikt. "Wat moet ik doen Mary?"
Mary knijpt even in Roos haar hand. "Ga naar de haven en probeer dat schip te stoppen Roos!"
"Maar hoe doe ik dat?" roept Roos hulpeloos. "Ik kan toch niet zomaar naar de haven gaan en een hele grote bóót stoppen met criminelen en een wilde kudde paarden erop?"
Mary schud haar hoofd. "Je bent een slim, mooi, lief kind Roos. Je bedenkt wel wat."

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen