Roze olifant
Daar staat ze dan. Voor het gekkenhuis. De lucht boven haar rommelt voorspellend. Een flinke regenbui. Onweer misschien.
Roos haar staat alle kanten op door de harde wind. Haar benen lijken van pudding. Ze had tegenwind. Ze vloog eerder achteruit dan vooruit. Ze had er bijna drie kwartier over gedaan om hier te komen in plaats van een half uurtje. Het was al kwart voor vier.
Roos stapt op het grote witte dreigende gebouw af. Een paar jonge en oude mensen staan bij de ingang te roken. Ze kijken haar allemaal aan. Roos loopt er snel voorbij. Zonder adem te halen. Ze wil de vieze sigarettengeur absoluut niet ruiken. Een van de mensen die staan te roken, een vrouw van middelbare leeftijd, roept iets naar haar. "Waarom is een olifant roze? KIJK UIT!" Roos draait zich geschrokken naar de vrouw toe. "EEN ROZE OLIFANT!" Dan lijkt de vrouw weg te dromen. Met haar blik op oneindig neemt ze de zoveelste trek van haar sigaret.
Roos schud verward haar hoofd. Ze springt geschrokken opzij als er een zuster in wit pak voorbij komt rennen. "Jannie! Is het je weer gelukt om stiekem naar buiten te gaan? Je weet dat dat niet mag. God zij dank ben je niet de straat op gelopen." De zuster trekt de vrouw mee naar binnen. De sigaret ligt nog nasmeulend op de grond. De andere rokende mensen lijken het allemaal maar normaal te vinden. Ze geven geen krimp.
Roos loopt aarzelend naar binnen. Hoe dichter ze bij Mary in de buurt komt, hoe meer ze het gevoel heeft dat ze hier niet moet zijn. Straks mag ze Mary niet eens zien! Ze is tenslotte geen familie. Zou Mary wel eens bezoek krijgen?
Roos kijkt de ontvangsthal rond. De muren zijn licht gekleurd; wit, grijs en limoengroen. Rustige kleuren. Rechts ziet Roos een witte balie. Ze loopt erop af. Ze is gelijk aan de beurt. De vrouw achter de balie, de secretaresse, kijkt haar vragend aan. "Wat moet jij hier?" vraagt ze onaardig.
Roos is even van haar stuk gebracht. "Uh, ik kom voor mevrouw Johnson, Mary Johnson om precies te zijn. Het is nogal dringend."
De gemene secretaresse kijkt haar onderzoekend aan. "Wie ben je?"
"Roos."
"Hmm... hoe ken je mevrouw Johnson? Ze krijgt haast nooit bezoek, dat gekke gestoorde mens."
Roos vind de vrouw niet al te aardig. De moed begint haar in haar schoenen te zinken. "Ik ben de dochter van een oude schoolvriendin van haar," verzint Roos vlug. Het zoveelste leugentje om best wil deze week.
De secretaresse neemt haar van top tot teen op. "Nou goed dan. Ze zit op de gesloten afdeling. We willen niet dat ze weer van een flat afspringt zoals een aantal jaar geleden."
"Dat is lang geleden hoor! En ze is vast niet zo gek als u denkt!" verdedigt Roos haar.
De secretaresse is even van haar stuk gebracht. Dan wenkt ze een van de zusters in een wit pak. Roos ziet dat het dezelfde zuster is die de vrouw van de roze olifant naar binnen had getrokken.
"Helen! Breng jij dit meisje even naar de gesloten afdeling!" roept de secretaresse onverschillig.
De zuster, Helen, kijkt verbaasd naar Roos.
"Ze is hier voor die ouwe gek, Mary!" zegt de secretaresse.
Helen kijkt al een stuk vrolijker. "Oh wat leuk! Ze zal het vast leuk vinden dat ze eindelijk bezoek krijgt! Kom maar mee, ik breng je wel naar haar toe," zegt Helen opgewekt, en ze slaat een arm om Roos haar schouders heen. "Deze kant op meisje."
Reageer (2)
Weet je, ik zou deze story wel in een serie of film willen zien het is echt zo goed!!!
9 jaar geledenRoze olifant...
9 jaar geledenJe hebt het voor elkaar, nu denk ik alleen nog aan een roze olifant
En sommige mensen zijn niet echt gek hoor.
Maarja, zoals altijd super geschreven