Spelregels
Er staat van links naar rechts:
Behendigheid: | Conditie: | Geluk: | Geldstukken: (10 gele rondjes) | Toverdranken: (5 groene flesjes) | Spullen: |
Wat je onderweg vind: | Proviand: (10 borden) |
Voor de rest staat er in de kleine kaders telkens B: en C: onder elkaar, je komt nog wel te weten waarom...
Fijn, toch nog één dwaas die de Poort wilt trotseren. Goed, ik zal je niet dwarsbomen. Beter nog: ik ga je wat nuttige tips geven! Vriendelijk van mij hé, als je weet dat dit mij allemaal niet veel kan schelen of je het overleeft of niet. Maar goed, de tips.
Als je dit gaat spelen, heb je bepaalde attributen nodig en wel de volgende:
Benodigdheden:
- Vier dobbelstenen
- Potlood en gom
- Blad papier met hierboven getekende afbeelding
- Blad om de kaart te tekenen
- Heel veel tijd
- Extra: een speler die voorleest en tegen je dobbelt als ‘monster’…
Nu komt de meer praktische info:
1. Hoe gaat het spel?
Voor je begint te spelen, moet je behendigheid, conditie en geluk score bepalen.
- Behendigheid: dit wil zeggen hoe lenig je bent, je kracht en wilskracht, je karakter en je vastberadenheid. Eigenschappen die erg belangrijk zijn. Wanneer je tegen een ‘monster’ moet vechten tel je jouw gegooid cijfer op bij je behendigheid (voor meer uitleg: zie punt 2)
- Berekenen: één dobbelsteen + 8 = B
- Conditie: het cijfer dat je hierbij krijgt zegt hoe grote uithoudingsvermogen je hebt. Wanneer je moet vechten en je verliest een keer, dan worden er van dit cijfer 2 punten afgetrokken.
- Berekenen: twee dobbelstenen + 12 = C
- Geluk: dit zegt hoeveel geluk je hebt. Dit kan zijn in je leven of in het spel. Als er ergens in het spel staat ‘Test je geluk’, moet je met twee dobbelstenen gooien en als de uitkomst kleiner dan of gelijk aan is aan je gelukscore, heb je geluk. Is de uitkomst groter dan jouw geluksscore, dan heb je pech en moet je één punt ervan aftrekken.
- Berekenen: één dobbelsteen + 8 = G
2. Hoe bestrijd je die ‘monsters’?
Stel je voor, je moet vechten. Hoe doe je dat met dobbelstenen? Simpel, als je het principe door hebt.
Bij het wezen dat je moet bevechten staat er altijd B en C met daarbij nog een cijfer. Je schrijft deze cijfers in het bijhorend boekje in potlood. Dan begint het gevecht. Eerst gooit er iemand voor het te bestrijden wezen met twee dobbelstenen. Deze score tel je dan op bij de behendigheid van het wezen. Dan is het jouw beurt. Je gooit twee dobbelstenen en telt het resultaat op bij jouw behendigheid.
- Als jouw resultaat hoger is dan dat van het wezen, heb je hem verwondt. Trek dan 2 punten van zijn conditie af.
- Als jouw resultaat lager is dan dat van het wezen moet je twee conditie punten bij jouw conditiescore aftrekken.
- Als het gelijk spel is (= jullie beide resultaten zijn hetzelfde), worden er geen conditiepunten afgetrokken.
Zo blijven jullie voort doen tot één van jullie dood is, in de meeste gevallen het wezen.
Vluchten.
Je hebt ook nog de optie vluchten. Enkel als het in de tekst staat dat het mag, mag je vluchten, niet eerder of op een ander moment. Je moet dan ook rekening houden met hoeveel rondes je gespeeld moet hebben. Er gaan dan wel twee conditiepunten van jouw score af wegens lafheid. Het beste is eigenlijk om niet te vluchten, maar als je op sterven ligt…
3. Toverdranken.
Alvorens je de poort betreed, mag je nog een toverdrank kiezen. Je kunt kiezen uit het volgende:
- Toverdrank voor Behendigheid: dit brengt je behendigheid terug tot je beginscore.
- Toverdrank voor Conditie: dit brengt je conditie terug tot je beginscore + 1.
- Toverdrank voor Geluk: dit brengt je geluk terug tot je beginscore + 2.
Je mag maar slechts één toverdrank kiezen en daarvan krijg je dan vijf flesjes mee.
Eén maaltijd (= proviand) is gelijk aan vier extra conditiepunten. De maaltijden die je onderweg vindt zijn ook onderworpen aan deze regel.
Er zijn nog geen reacties.